Alle voertuigen die onevenredig veel vervuilen moeten uit de stad worden geweerd
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) rapporteerde onlangs over de spectaculaire toename van de import van oude dieselauto’s en de grote gevolgen die dit heeft op de luchtkwaliteit in Nederlandse steden. Sinds de meeste Duitse steden milieuzones hebben ingevoerd wordt Nederland overspoeld met sterk vervuilende dieselbakken uit de jaren tachtig. In 2011 alleen waren het er al 10.000, met belastingvrijstelling voor oldtimers. Maar ze stoten daarbij tot wel honderd keer meer fijnstof uit dan nieuwe auto’s.
In onze steden levert het wegverkeer verreweg de grootste bijdrage aan de luchtvervuiling, en daarmee aan de ziektelast en voortijdige sterfte. Met name oude diesels zijn de grote boosdoener. Uit milieuoogpunt maakt een diesel van 15 jaar oud of een ‘oldtimer’ van 25 jaar oud dan weinig verschil; het gaat er om wat de auto uitstoot en hoe hij wordt gebruikt. Een goed onderhouden klassieker die amper kilometers maakt, of een oud barrel voor dagelijks woon-werk-verkeer maakt voor de lucht dus wel een enorm verschil. Daar komt bij dat juist het stop-and-go stadsverkeer relatief fors meer uitstoot leidt dan de snelweg. De belastingvrijstelling voor importdiesels waartoe de Tweede Kamer vorig jaar besloot leidt dus tot forse extra milieuproblemen in de stad maar draagt niet bij aan het behoud van mobiel historisch erfgoed.
Het Haagseluchtkwaliteitsbeleid is gebaseerd op de veronderstelling dat oude auto’s gaandeweg vervangen worden door schonere nieuwe auto’s. Dit zet echter onvoldoende zoden aan de dijk, blijkt uit de rapportage van het PBL. De lucht blijft veel te ongezond en de massale import van vieze oude diesels maakt het probleem alleen maar groter. Zonder extra maatregelen lukt het niet om eind 2014 aan de Europese grenswaarden te voldoen. Laat staan dat Nederland de adviesnormen van de Wereld Gezondheidsorganisatie kan opvolgen. Die stellen de normen voor gezonde lucht nog veel strenger dan Europa.
De logische oplossing zou zijn om alle voertuigen die onevenredig veel vervuilen uit de stad te weren. Dat kan naar Duits voorbeeld met een milieuzone gebaseerd op uitstoot, zoals Amsterdam dat ook met vrachtwagens doet. Zo’n milieuzone niet alleen uit oogpunt van volksgezondheid nodig; de maatregel is ook de meest effectieve en kosteneffectieve. Aanschaf van zuinige modellen is bovendien beter voor de economie dan het importeren van tweedehands diesels. Echte oldtimers kunnen worden uitgezonderd, of krijgen de mogelijkheid een ontheffing aan te vragen voor een bezoek aan een evenement of clubdag in de stad. Fans van klassieke voertuigen kunnen er geen moeite mee hebben, want ook voor hen is schone lucht van levensbelang.
De tegenstanders menen dat deze milieumaatregelen asociaal zijn, maar het vervuilen van andermans longen is veel asocialer. Terwijl Europa steeds schoner wordt door maatregelen die hun effect bewijzen, blijft Nederland achter door laks beleid van Den Haag. Het is onacceptabel dat wij blootgesteld worden aan nog meer vieze diesels. Amsterdam moet daarom een voortrekkersrol spelen bij de ontwikkeling van zo’n milieuzone. Daarmee kan de hoofdstad een voorbeeld worden voor andere Nederlandse gemeenten.
Dit artikel is geschreven door Fjodor Molenaar, gemeenteraadslid voor GroenLinks Amsterdam en Ivo Stumpe, Campagneleider Verkeer bij Milieudefensie