Youp spot in zijn Oudejaarsconference met het probleem, Linda zwijgt er over omdat het niet sexy is, Elma Drayer vindt het 'gezeur': Ingeborg Beugel over het taboe van de overgang
De overgang is een groeiend probleem dat voor velen niettemin nog onbespreekbaar is. Ingeborg Beugel maakte er een documentaire over en kreeg naast veel lof ook felle tegenreacties. Youp van ’t Heek dreef er de spot mee, Elma Drayer deed het af als gezeur en Linda de Mol wil het er niet eens over hebben. In deze longread beantwoordt Ingeborg Beugel de critici en toont wat er stelselmatig onder het tapijt geveegd wordt.
De stukken van Elma Drayer zijn saai, zuur en verbitterd. Ze zeurt altijd dat mensen niet over het een of ander moeten… juist: zeuren. Het Zeuren als schrijfstijl, zonder een sprankeltje humor en dikwijls niet gehinderd door enige kennis van zaken. Vooral vanwege dat laatste is er geregeld kritiek op de columniste, maar daar trekt ze zich lekker niets van aan. Want ja, dat is natuurlijk ‘gezeur’.
Laat me even zeuren: een tijdje geleden kreeg ze maar liefst vijf hele pagina’s in Trouw om ons te trakteren op haar ‘meninkje’ over de overgang. Mevrouw is het gezeur over de menopauze zat, en dat zullen we weten.
La Drayer, die zich gedraagt alsof ze de woordvoerster is van het Feministisch Politbureau en ons vrouwen graag vertelt wat we wel en niet mogen, vindt dat de overgang écht geen taboe meer is. Het bewijs? Sinds The Change van Germaine Greer (1992) – een revolutionair, nog steeds ongeëvenaard boek dat vooral in de grachtengordel in de kasten stond – komen we om in de boeken, toneelstukken, films, menopauzeconsulenten en –spreekuren en publiceren alle vrouwenbladen er zoveel over, dat er momenteel eerder sprake van overkill zou zijn. Ze wappert met allerlei feiten in chronologische volgorde om haar stelling te bewijzen. Over de verhalen die achter die verwijzingen zitten, rept ze met geen woord. Natuurlijk niet, want die ondermijnen wat Drayer zo stellig beweert.
Bijvoorbeeld over die boeken: in 2009 vonden top-gynaecologen Wilma Smit en Pauline Ottenvanger het hoog tijd voor een boek over de menopauze – ‘Menoblues’ -, omdat ze in hun spreekkamers onacceptabel veel vrouwen troffen die noch gehoord, noch behandeld werden door hun huisartsen. Geen uitgever in Nederland durfde de publicatie aan. Een Belgische wel. In Antwerpen ging drie maanden na de verschijning van het boek de champagne open, want er waren maar liefst 50.000 exemplaren verkocht. De Hollanders hadden het nakijken. Pas daarna kwamen er andere boeken op de markt.
Sinds begin 2013 geven beide gynaecologen voor het eerst in heel Nederland af en toe ’s avonds bijscholingscursussen aan huisartsen over de overgang. Er zitten altijd opmerkelijk veel jonge vrouwelijke huisartsen in de zaal. De meeste mannelijke dokters blijven weg. Ooit waren drie op de vier huisartsen man, inmiddels zijn drie van de vier huisartsen vrouw. Dat scheelt. Volgens beide medici is de overgrote meerderheid van hun collega’s in de gynaecologie nog steeds niet vooruit te branden. Dat vinden ze zorgelijk, onbegrijpelijk, niet meer van deze tijd. Deze twee professionals, die constant op alle mogelijke manieren dagelijks met menopauze problematiek te maken hebben, stellen nuchter vast dat ze vandaag de dag, helaas, nog veel te vaak tegen een taboe-muur aanlopen. Maar onze Nationale Zeurcolumniste denkt serieus dat ze het allemaal beter weet dan gespecialiseerde vakvrouwen.
Linda Drayer zwaait triomfantelijk met het grote succes van Hormonologen . Voilà: al die volle zalen, niks taboe. Theatermaakster en actrice Yvonne van der Hurk, die in 2010 zelf met dit toneelstuk kwam, heeft een heel andere beleving. Geestig theater over verschrompelde eierstokken en lege dozen, over damesproblemen, over taboe, onwetendheid, eenzaamheid en miskenning? Geen theaterdirecteur wilde het boeken.
Met eigen geld huurde Van der Hurk zalen door het hele land. Een riskante en dappere beslissing. Door weer en wind kwamen dames en een handjevol mannen er op af. Dankzij mond-tot-mondreclame waren de voorstellingen keer op keer uitverkocht. Geen krant, (dames)blad, radio- of tv talkshow wilde er aandacht aan besteden. Knevel&vdBrink wilden categorisch niets van haar weten. Ze zat één keer al in de taxi op weg naar P&W, maar werd onderweg afgebeld door een redacteur, “omdat de heren toch niets met het onderwerp hadden”. Alsof dat er íets mee te maken had, alsof het niet ging om het ongekende, onverwachte en meer dan opmerkelijke succes van Hormonologen juíst omdat het zo taboedoorbrekend was, en om Van der Hurk zelf, die, of de heren dat nu wel of niet beviel, een absolute menopauze-pionier was geworden. Pas toen Hormonologen voor een tweede jaar in reprise ging, kon de pers haar tandenknarsend niet meer negeren.
En de damesbladen? We weten inmiddels ad nauseam dat Linda de Mol er nooit een nummer van haar blad aan zal wijden omdat ze het ‘geen sexy onderwerp’ vindt. Borstkanker daarentegen wél. Gek genoeg beschrijft Drayer hoe duizenden vrouwen woedend op de Linda-website reageerden naar aanleiding van de uitspraak van De Mol bij P&W. Ook dat voert ze aan als ‘bewijs’ dat de overgang geen taboe meer zou zijn. Terwijl de meeste vrouwen boos reageerden omdat ze vonden dat een vrouw als Linda de Mol bij uitstek een rolmodel zou moeten zijn, zou moeten meehelpen het taboe te doorbreken in plaats van het met dit soort uitspraken in stand te houden.
Bladen als de Margriet en de Libelle – voor een lezerspubliek van 50 plus – zijn er nog steeds als de dood voor en willen krampachtig alleen maar ‘positieve verhalen’: Spiritueel door de overgang, Stromend door de overgang, I am Still Hot, Mijn Tweede Jeugd, Voor Altijd Sexy, etcetera, etcetera. Want stel je voor dat je het beestje als damesblad eens bij de naam noemt en het durft te hebben over werkelijke serieuze en soms – oh jeetje – akelige overgangsproblematiek,
Drayer refereert tot slot spottend aan mijn stuk in Opzij (dat ging over hoe moeilijk het was om een documentaire over de overgang te kunnen maken en over de – inderdaad- hilarische ontmoetingen met Publieke Omroep Baasjes die collectief pukkels van alleen al het woord zelf kregen).
Waarvan akte.
Youp Maar Drayer zwijgt in alle talen over het bizarre optreden van Youp van ’t Hek die, omdat hij 60 werd, ook bij P&W aan tafel zat. De komiek wist niet waar hij het zoeken moest toen ik daar toevallig diezelfde avond over mijn documentaire mocht vertellen. Hij trok zulke gekke bekken van afschuw en ongeloof dat de regisseur van de weeromstuit de camera voortdurend op hem richtte. Later schreef hij dat zijn eigen vrouw Patty “fluitend door de overgang was gegaan”. Vandaar. Tja.
Arme man: niemand had het die nacht op Twitter en Facebook meer over zijn 60e verjaardag. In plaats daarvan kreeg hij een tsunami van kritiek over zich heen, zelfs van mannen. Dankzij hem kregen de overgang en mijn film opeens nationale aandacht. (Ik heb nog overwogen hem voor die erkentelijkheid een mooie bos bloemen te sturen.) De daarop volgende dagen schreven alle vrouwelijke recensenten die er toe doen – Drayer schitterde door afwezigheid – over Domme Youp en ze concludeerden ongeveer in koor dat niemand er meer over hoefde te twijfelen of de overgang nu wel of juist geen taboe meer is. Daar had de sloper van Buckler helemaal in z’n eentje méér dan overtuigend definitief uitsluitsel over gegeven.
Pubers Op school leren tieners bij biologie er nog steeds niets over, terwijl hun moeders bijna allemaal in de overgang zitten. Een onbedoeld neveneffect van de emancipatie: omdat vrouwen vanwege hun carrière steeds later kinderen krijgen, komen ze nu op grote schaal in de overgang precies wanneer hun kinderen in de puberteit komen. Twee hormonale orkanen – de ene die leidt tot vruchtbaarheid, de andere die eindigt met onvruchtbaarheid – in één huishouden. Prettige wedstrijd. Volwassenen weten inmiddels alles van de puberteit, de kids zelf ook, maar van de omgekeerde puberteit, de overgang, hebben de meesten geen idee.
Vooral kinderen snappen niet wat er met hun moeder aan de hand is, terwijl ze daar wel degelijk in geïnteresseerd zijn, zo blijkt onder andere uit mijn documentaire. De leerstof moet nodig aangepast worden. Veruit de meeste huisartsen zijn er, terwijl dat bij uitstek hún taak is, nog steeds niet alert op en vrouwen worden massaal verkeerd behandeld. Daaróm ontstaan nu overal menopauze klinieken en zijn menopauzeconsulenten een groeiende beroepsgroep, ze bevestigen juist het taboe, in tegenstelling tot wat Drayer stelt.
Giga-taboe Na mijn documentaire Uitgebloe(i)d? kreeg ik honderden ontroerende, openhartige mails en brieven van vooral wanhopige vrouwen die allemaal stuk voor stuk schreven hoezeer de overgang met ernstige lichamelijke en mentale klachten de kwaliteit van hun (professionele) leven verpestte en hoe ze leden onder wat zíj als een giga-taboe ervaarden: geen erkenning van medici, collega’s, werkgevers of zelfs familie en vrienden. De uitzending was op 3 maart maar ik word nog steeds overal op straat, in de AH, op de sportschool, in de bioscoop, door wildvreemde dames enthousiast aangesproken en dankbaar omhelsd.
De meeste vrouwen schreven en vertelden dat zij zich dankzij Uitgebloe(i)d? – en dankzij Hormonologen – niet meer zo alleen en onbegrepen voelden, en dat ze eindelijk de stap hadden gezet om naar een menopauzekliniek te gaan. In de St Lucas Andreas menopauzekliniek in Amsterdam die uitgebreid in mijn film aan bod komt, klopten drie keer meer vrouwen aan de deur gedurende de eerste drie weken na de uitzending dan daarvoor.
Heel veel vrouwen bekenden dat ze er na de uitzending voor het eerst met hun man en kinderen over hadden durven praten. De overgang kán carrières en relaties verwoesten, en mede dankzij de onwetendheid van huisartsen en van vrouwen zelf, jarenlang ellende veroorzaken, fysiek, mentaal, seksueel. Drayer zet vrouwen die daarover willen praten, en daar verandering in willen brengen, in Trouw fijntjes weg als ‘zeikwijven’ en ‘navelstaarders’.
‘Neem een pil, trek af en toe een vestje uit, en ga aan het werk.’ Hoe arrogant kun je zijn? Het is nu eenmaal wetenschappelijk vastgesteld dat 10 procent van alle vrouwen geen tot weinig last van de overgang heeft, 90 procent daarentegen heeft ernstige tot zeer ernstige klachten. De stralende-vrouw-op-de-waaier, die als illustratie bij haar stuk in Trouw is geplaatst, behoort godzijdank tot die eerste categorie. Dat is fijn voor haar. Maar hoe haal je het in je hoofd om wanneer je tot die Happy Few behoort, jezelf tot absolute maatstaf te verheffen en de rest van je seksegenoten als aanstellers en leugenaars af te serveren?
Pijngrens Ze beweert nota bene dat het zou liggen aan het feit dat ‘pijngrenzen’ nu eenmaal voor iedereen verschillend zijn. De ene vrouw heeft nauwelijks last van menstruatie, de ander ligt ziek in bed, de ene vrouw raakt niet uitgepraat over haar weeën, de andere vrouw vergeet ze zodra ze haar baby in haar handen heeft, de ene vrouw lijdt hevig onder opvliegers, de ander trekt haar vestje uit. Pardon? Ooit bedacht dat die ‘andere’ vrouw inderdaad niet kan functioneren door hevige menstruatie, wel degelijk bijna bezwijkt aan langdurige weeën of haar werk niet meer kán doen door menopauzale slapeloosheid, depressie, en extreme zweet aanvallen? Vrouwen bij wie dat niet het geval is, zoals Elma Drayer, zijn simpelweg bofkonten. Dat die ook bestaan zegt niets over vrouwen die wél lijden, en het betekent allerminst dat die laatsten zich dús aanstellen of zeuren.
Vooruitgang Veel vrouwen, en ook mannen, vooral medici, denken dat de overgang ‘er nu eenmaal bij hoort’. Dat het ‘een natuurlijk fenomeen is’. Ook Drayer is daarvan overtuigd. Ergo: tanden op elkaar, niet zeuren, truitje uit. (Alsof de overgang alleen over opvliegers gaat in plaats van over een hormonale transformatie die de hersenen totaal ‘reset’ en emotioneel, relationeel, professioneel, fysiek, psychisch en seksueel het leven van een vrouw op zijn kop kán zetten.) Welnu: de overgang hoort er helemaal niet zomaar ‘bij’.
Tot 1850 werden vrouwen gemiddeld 45 jaar. Natuurlijk waren er veel vrouwen die ouder werden, al vanaf de Oudheid – het Latijnse en Griekse woord voor overgang is niet voor niets climacterium. Maar dat waren vooral vrouwen van de Absolute Elite, die een luxueus en dus minder slopend leven konden lijden, en vrouwen die niet van kinderen bevielen. Als je niet de eerste keer op het kraambed stierf, dan was het wel de zevende of twaalfde keer. Dat wil zeggen: nonnen, oude vrijsters, niet erkende lesbo’s, kruidenvrouwtjes-zonder-man, ‘heksen’ – die in de middeleeuwen overigens in grote getalen verbrand werden. Germaine Greer stelt dat daardoor de menopauze, de overgang, vooral in de Europese volkscultuur in tegenstelling tot de Aziatische of Afrikaanse, is geassocieerd met ‘angst voor oude vrouwen’: anofobie . Afgeleid van het Latijnse woord ‘anus’: oud besje, verdord wijfje. (Ik heb even overwogen mijn film ANUS te noemen, maar dat was een brug te ver.)
Neen. ‘Het’ hoorde er helemaal niet ‘bij’. Het is in termen van de geschiedenis van de mensheid een ‘nieuw fenomeen’. In het dierenrijk vallen alle vrouwtjes die niet meer vruchtbaar zijn ad hoc meestal dood neer. Alleen de mens (vrouw), de orka (walvis-soort) en één olifantensoort blijven leven na de laatste maandstonde.
Vrouwen leven nu langer dan ooit. Maar niemand had eeuwenlang kunnen voorzien dat juist die ‘er-niet-bij-horende-overgang’ zo’n impact zou hebben op het huidige proces van ‘gewoon’ ouder worden van vrouwen.
Ziek Het zou daarom geen verrassing moeten zijn, maar bijna niemand weet het: 34 procent van het huidige ziekteverzuim van vrouwen boven de 45 heeft te maken met de menopauze. Dat is wel ‘een dingetje’. En natuurlijk geen kwestie van zeurpieten en navelstaarders die te beroerd zijn te werken en er volkomen onnodig en misplaatst volgens Drayer een niet bestaand drama van maken. Integendeel. Het kan volgens recentelijk onderzoek, zo meldt de Dutch Menopausal Society (DMS), oplopen tot 77 procent. Dat kost de economie bakken met geld. 168 miljoen euro per jaar in Nederland om precies te zijn. Over de extra medische kosten vanwege de overgang is hier nog niets bekend. Dat alleen al geeft te denken.
Kosten In Amerika kost menopauzaal ziekteverzuim ruim 270 miljoen dollar, de extra medische kosten bedragen daar 400 miljoen dollar. Dat die percentages zo groot en de kosten – vooral hier, beduidend minder daar – relatief gezien zo hoog zijn, komt vooral door onwetendheid, ontkenning, gebrek aan voorlichting en (goede) behandeling. Krankzinnig en anachronistisch dat Nederlandse werkgevers en arbodiensten daar niet allang collectief iets aan doen. Slechts drie procent van de Nederlandse vrouwen neemt en krijgt hormoontherapie, tegenover 45 tot 65 procent in de andere EU landen en Amerika. Nederland loopt hopeloos achter, zo stelt ook gynaecologe en voorzitter van de DMS , Ingrid Pinas.
Terwijl er wetenschappelijk steeds meer consensus is over het feit dat hormoontherapie niet een eventuele optie voor vrouwen zou moeten zijn, maar een absolute must – tenzij een vrouw er specifiek niet voor in aanmerking komt vanwege trombose, of wanneer er borstkanker in de familie zit. Nederlandse vrouwen zijn massaal bang voor hormonen omdat ze denken dat de kans op borstkanker daardoor groter wordt. Dat is volkómen achterhaald. Juist het níet nemen van hormonen vergroot de kans op hart, vaat- en bloedziekten, darmkanker, andere kankervormen, hartinfarcten, hoge bloeddruk, osteoporose. Soms wel tot vijftig procent. Alleen al door heupfracturen hebben vrouwen 20 procent meer kans dan mannen op sterfte. Dat zou allemaal te voorkomen zijn indien alle vrouwen op hun vijftigste een gezondheidstest en op grond daarvan adequate behandeling zouden krijgen. Pinas is één van de weinigen die er voor pleit, de overheid blijft er doof, stom en blind voor, met alle kostbare en desastreuze gevolgen van dien.
Struisvogel Drayer blijft ondanks al deze verpletterende feiten volhouden dat de overgang een overschat fenomeen is en al die aandacht niet verdient. Maar ja, zelf is ze dan ook van de kop-in-het-zand strategie en klopt zich daarvoor trots op de borst.
Onlangs was ik dagvoorzitter op een symposium over de overgang van de Hoge School in Leiden. Er waren allerlei wetenschappers, onderzoekers en gespecialiseerde sprekers. Het stuk van Elma Drayer was vers en uiteraard gespreksonderwerp in de pauzes. Gelukkig voor haar was ze er niet bij. Aan de andere kant: ze had er eindelijk eens wat kunnen leren.
Als kers op de taart citeert Drayer mij fout. Al eerder naar aanleiding van mijn film schreef ze dat ik in Uitgebloe(i)d? van de overgang een ‘probleem van apocalyptische omvang’ maakte, dat ik de vrouw als slachtoffer neerzette en, daar komt ie: boos op mannen was. Ze besloot ongeveer als volgt: “Arme Beugel, al 53, maar ze begrijpt nog steeds niet dat waar geen daders zijn, ook geen slachtoffers zijn.”
Alsof mannen in mijn ogen daders zouden zijn, al was het maar omdat zij geen overgang hoeven te doorstaan, en alsof over zoiets als de overgang praten en er een film over maken, een soort van cultivering van slachtofferschap is. Ik moest er om lachen en constateerde dat Madame Zeur-Niet een heel andere film had gezien dan ik had gemaakt. Al kan ik me voorstellen dat je wanneer je uit onwetendheid en daarop gebaseerde principes je kop in het zand steekt en weigert je over de inhoud en omvang van de problematiek te informeren, al snel een simpele poging om normaal en journalistiek nieuwsgierig – met enig gevoel voor urgentie – over de overgang aan de bel te trekken als ‘apocalyptisch’ ervaart.
In Trouw stelt ze dat ik er tijdens mijn research achter kwam dat hoogopgeleide carrièrevrouwen op topposities de impact van de overgang plegen te bagatelliseren – bek dicht, raam open en gewoon stug doorvergaderen – en dat ik dat kwalijk zou vinden voor de ‘gewone huisvrouw’ die er wél last van heeft. Welnee. Het zit heel anders. Allerlei onderzoeken wezen eerst uit dat de meeste vrouwen op topposities geen last van de overgang zouden hebben. Iets dat Drayer abusievelijk onderschrijft. Volgens allerlei specialisten kón dat natuurlijk niet kloppen. Verder onderzoek liet dan ook zien dat hoog gezeten dames wel degelijk óók volgens de verhouding 10-90 last hebben, maar dat niet willen en durven te erkennen, omdat dat in de mannenwereld waarin ze moeten vertoeven hun positie zou ondermijnen. Vrouwen die niet werken, of op lagere posities werken, kregen in eerste instantie simpelweg een verkeerd beeld van de waarheid.
Gender-geneeskunde “Waarom zouden uitgerekend vrouwen moeten luisteren naar hun lichaam?” kakelt Drayer modieus. Waarom? Wel eens van ‘gender-geneeskunde’ gehoord? Het is een opkomende beweging – al heel sterk in pioniersland Zweden, in Nederland dankzij Women.Incgroeiende – die er voor pleit geneeskunde voor mannen en vrouwen te scheiden. Omdat mannen en vrouwenlichamen fundamenteel verschillend zijn. In alles. Tot nu toe waren medici vooral mannen en medicijnen werden en worden op mannen getest. (Vrouwen nemen meestal de pil en zijn daarom niet geschikt als proefpersoon.) Resultaat; wij vrouwen krijgen structureel verkeerde diagnoses, en medicijnen. Wat goed is voor een man, is per definitie niet goed voor ons. (Voor de duidelijkheid: ik ben NIET boos op mannen, dit is een feit.)
De bestaande medicijnen voor hartkwalen, schildklierproblemen, bloed, bloed- en vaatziekten – allemaal levensbedreigende ongemakken die door de overgang kunnen ontstaan of verergeren – zijn eigenlijk niet voor ons dames bedoeld. De aanvoerder van de Nederlandse gender-geneeskunde-beweging is professor Bart Fauser, gynaecoloog bij het UMC, specialist en wetenschappelijk onderzoeker op het gebied van de overgang. Hij windt zich iedere dag op over wat híj ervaart als het Oorverdovende Zwijgen van Vrouwen in de Overgang. Wat blijkt? Tegenwoordig worden vrouwen wel ouder dan mannen, maar beduidend krakkemikkiger en met veel meer (dure) kwalen en ziektes dan mannen. (65 procent meer kans op bot ontkalking. 30 procent meer kans op Alzheimer. Zoveel procent meer kans op van alles en nog wat.) Volgens Fauser cum suis heeft dat alles, maar dan ook alles, met de overgang te maken.
Doof Den Haag Helaas is daar ontluisterend weinig degelijk wetenschappelijk onderzoek naar gedaan. Zeker in deze tijd onbegrijpelijk. Hij bedelt al jaren voor geld in Den Haag, voor die paar broodnodige miljoen voor serieus onderzoek. Alle deuren blijven potdicht.
‘Daar heb je Bart met zijn vreemde hobby weer’, krijgt-ie dan te horen. Terwijl nu meer dan 1,6 miljoen vrouwen in de overgang zitten, een historisch record. Volgens hem staan de beschikbare hormoontherapieën voor de overgang nog maar in de kinderschoenen en zouden we allang veel betere behandelmethoden hebben als de overgang een mannenprobleem was geweest. (Alweer, ik ben echt niet boos op mannen, het zijn de woorden van Fauser zelf.) Fauser roept ieder keer weer alle vrouwen op met hun vuist op tafel te slaan, om onderzoek naar de overgang en betere behandelmethoden te eísen. Waarom vinden we het goed dat we inmiddels wel honderd kunnen worden, maar bekommert niemand zich over hóe we die eindstreep halen?
Meno Power Ik geef liever gehoor aan het pleidooi van een gynaecologen als Pinas, Smit en Ottenvanger, en aan de oproep van een wetenschapper als professor Fauser, dan aan een ‘Zeur-Niet’ gebod van een columniste-die-een-mening-heeft, die denkt als ’10-procent dame’ te kunnen oordelen over honderdduizenden ’90-procent-vrouwen’ die wel degelijk terechte klachten hebben. Trek je niets aan van de Drayers in deze wereld. Luister naar Pinas, Ottenvanger, Smit en Fauser: hoe meer en harder we ‘zeuren’, hoe beter.
En, by all means , geniet – en dat meen ik – vanavond van de Oude Jaars Conference op TV bij de VARA van Youp van ’t Hek die er maar geen genoeg van kan krijgen. Het is al viral op FB en Twitter gegaan. Volgens allerlei mensen die de afgelopen maanden commentaar gaven op zijn vele Try Outs: hij zal wat hij schreef in de NRC nog eens dunnetjes LIVE op het podium overdoen, en volgens de overlevering zal hij het wel 20 minuten lang over de overgang (en mij) hebben.
Joepie! Ik heb die bos bloemen op 1 januari voor hem al besteld.
De documentaire van Ingeborg Beugel is hier terug te zien