Het groene feest kan beginnen
• 16-05-2014
• leestijd 4 minuten
Zonne-energie staat aan het begin van een spectaculaire groei
Al decennia lang zien sceptici vele beren op de weg voor zonne-energie en zijn ze niet te beroerd om er zo nu en dan zelf een het asfalt op te duwen. Maar het tegenstribbelen heeft niet kunnen voorkomen dat solar aan de vooravond van een grote doorbraak staat.
Eerst waren zonnepanelen speeltjes voor boomknuffelaars die hardnekkig in Jules Verne-achtige scenario’s bleven geloven. Toen technologische ontwikkeling een substantiële bijdrage van zonnepanelen aan de stroomvoorziening binnen handbereik bracht, werd de prijs het onoverbrugbare obstakel. Zonne-energie was gedoemd om voor eeuwig met geldslurpende subsidies in leven te worden gehouden, zo hielden de sceptici ons voor.
In de echte wereld maakten subsidies zichzelf echter in een recordtempo overbodig. De laatste vijf jaar werden gekenmerkt door technologische doorbraken, hard dalende prijzen – zonnepanelen zijn 60 procent goedkoper dan in 2011 – en stormachtige groei van opwekcapaciteit.
Subsidie Dat veel landen subsidies voor solar in dezelfde periode juist sterk afbouwden heeft die groei geen strobreed in de weg gelegd. Maar de sceptici – waaronder The Economist – brachten een nieuwe beer in stelling: zon- en windenergie dreigen de economie op te blazen. De onderliggende redenatie is dat het aanbod van stroom uit zon en wind piekt als de vraag laag is. Dit zou tot rampspoed op twee fronten leiden.
Ten eerste zou de enorme aanbodpiek aan groene stroom het netwerk zo overbelasten dat de gehele stroomvoorziening in gevaar komt. De tweede claim van sceptici is dat groene stroom traditionele energiebedrijven de kop kan kosten. Stroom uit wind en zon krijgt in veel landen voorrang op het net, dus een aanbodpiek dwingt de traditionele energiebedrijven om hun fossiele centrales af te schakelen. Dan verdienen ze niets en gaan ze misschien wel failliet, terwijl ze van zo’n vitaal belang zijn voor de economie.
Er zitten nogal wat gaten in dit verhaal. Waarom zou het net overbelast raken als je genoeg fossiele centrales afschakelt? Op een zonnige, winderige middag in oktober 2013 was een groene piek goed voor 60 procent van de totale Duitse stroomproductie. Het Duitse net gaf geen krimp. En dan zijn mogelijkheden voor opslag en smart grids nog niet eens meegenomen. Maar dat zal voor veel sceptici teveel Jules Verne zijn.
En waarom zijn de fossiele centrales van zo’n vitaal economisch belang? Als er meer duurzame energie wordt opgewekt, heb je minder fossiele centrales nodig. Op oude kolencentrales zit dus niemand meer te wachten, terwijl flexibele op gas gestookte centrales een goede combinatie kunnen vormen met de assymetrie van zon en wind.
PR-verhaal Het is in dat opzicht tekenend dat traditionele energiebedrijven – zelf vaak de luidste sceptici – hun eigen PR-verhaal niet slikken en vol inzetten op duurzame energie. Zon speelt hierbij een hoofdrol: zo was solar goed voor 70 procent van de nieuwe opwekcapaciteit die Amerikaanse energiebedrijven in januari en februari 2014 installeerden. Slechts 8 procent van de nieuwe opwekcapaciteit was fossiel.
Focus op zon bij traditionele energiebedrijven in de VS is slechts een van de tekenen aan de wand dat solar aan de vooravond van een grote doorbraak staat.
Koste n Totale kosten per geïnstalleerde kilowatt opwekcapaciteit – een combinatie van ‘harde’ kosten voor materiaal en ‘zachte’ kosten voor financiering en installatiewerkzaamheden – blijven spectaculair dalen, zowel voor particulieren als voor grote systemen. Door de hoge stroomprijs voor huishoudens is eigen opwek voor particulieren in de meeste ontwikkelde landen al even goedkoop of goedkoper dan ‘grijze’ stroom, zo becijferde adviesbureau McKinsey in een recent artikel. Het verschil wordt alleen maar groter. Voor de VS verwacht McKinsey dat de totale kosten per geïnstalleerde kilowatt solar in 2020 minder dan de helft zullen zijn van de huidige prijs van 4 dollar.
Zachte kosten Onzin, zullen sceptici roepen, de prijs van zonnepanelen kan onmogelijk in het huidige tempo blijven dalen. Die observatie klopt, ware het niet dat de ‘harde’ kosten voor materieel inmiddels nog maar een minderheidsdeel uitmaken van de totale kosten. Volgens McKinsey zullen juist die ‘zachte’ kosten nog sterk gaan dalen.
Hoeveel het uitmaakt om ‘zachte’ kosten om op innovatieve wijze te drukken, blijkt uit het prijskaartje van particulier zonnesystemen in Duitsland, de regerend wereldkampioen solar. In dat land liggen de totale kosten per kilowatt capaciteit slechts half zo hoog als in de VS.
Het verschil zit met name in de grotere Duitse kostenefficiëntie bij installatie en werving van klanten, blijkt uit onderzoek van het Rocky Mountain Instituut. Ook Nederland loopt nog ver op Duitsland achter.
Die efficiency betaalt zich ook uit in het marktaandeel van solar: Duitsland wekte in 2013 5,3 procent van haar elektriciteit op met solar. In de VS ligt het percentage in 2013 weliswaar op 0,2 procent, maar in de laatste 18 maanden is er net zoveel nieuwe capaciteit bijgebouwd als in de dertig jaar ervoor.
Alles wijst er op dat solar aan het begin staat van een spectaculaire boom. Benieuwd welke onhoudbare beer op de weg sceptici deze keer zullen verzinnen.