We onthouden beter wat we verzinnen dan wat we ontkennen
Omdat het vertellen van onwaarheden een belangrijke strategie is voor mensen, gaat er veel energie in zitten. Onderzoekers hebben gekeken naar de twee manieren van liegen waar mensen gebruik van maken.
Ze vergeleken verhalen die compleet verzonnen waren met verhalen waarbij iets gewoon ontkend werd. Hoe goed weet de leugenaar later nog wat hij heeft verteld? De eerste manier blijft beter hangen, blijkt. Daarom onthouden we wat we ooit bedacht hebben om een oncomfortabele waarheid een beetje prettiger aanzien te verschaffen uiteindelijk beter dan wat er werkelijk gebeurd is.
Of het nu iets is om ons voor te schamen of omdat we een betere indruk willen maken, de leugen wordt geïntegreerd in ons levensverhaal. Dat kost echt veel werk voor de hersenen en daarom raakt het in de hersenen ‘ingebrand’.
Als je echter iets gevraagd wordt en je hebt geen zin de waarheid te vertellen en ontkent het gewoon, dan heeft de machinerie van de verbeelding in je hersenen niets hoeven doen en geen nieuwe waarheid hoeven bouwen. Zo´n ontkenning onthoud je niet zo goed. Dat proces van het onthouden van wat je bedacht hebt als nieuwe waarheid begint al na 48 uur.
Ineens begrijp ik wat er in de politiek gebeurt. Dat is en groot festival van verzonnen verklaringen om de schijn op te houden. Discussies in het parlement en in nieuwsprogramma’s lokken telkens nieuwe uitweidingen en details van de bedachte waarheid uit. Zo kunnen we bijvoorbeeld onszelf wijs maken dat we een humaan asielzoekersbeleid hebben, dat de mensen die hier al jaren met hun gezin op een oordeel wachten eigenlijk misdadigers zijn. Sommige politici geloven daar echt in, terwijl het in werkelijkheid heel anders is.
Politici doen er daarom niet goed aan om alleen maar iets kort te ontkennen. Op het laatst weten ze namelijk niet goed meer wat ze allemaal ontkend hebben. Dan raken ze in de war en dan zijn hun dagen geteld.