Het huidige Amerikaanse beleid vrijwel overal ter wereld staat buitenrechtelijke executies toe
Na twee mislukte oorlogen in Afghanistan en Irak maken de Verenigde Staten in hun zogenaamde war on terror steeds vaker gebruik van drones. Deze onbemande vliegtuigen worden ingezet om vermeende militanten zonder enige vorm van proces te doden. De VS prijzen de vliegtuigjes om hun doelmatigheid. In werkelijkheid veroorzaken de drones vele burgerdoden, laten ze omvangrijke gebieden in grote angst leven en staan ze haaks op het internationaal recht. Daarom pleiten wij voor een moratorium op het gebruik van bewapende drones.
Met de groeiende inzet van drones door het Amerikaans leger neemt ook het verzet hiertegen toe. Op 7 oktober werd voor het eerst specifiek tegen de drone aanvallen geprotesteerd in Pakistan. Daarnaast neemt ook de kritiek van juristen en mensenrechtenorganisaties begrijpelijkerwijs toe.
Zo concludeerde Mary Ellen O’Connell – expert op het gebied van internationaal recht in gewapende conflicten – onlangs dat de honderden drone aanvallen buiten erkende gewapende conflictgebieden schendingen van het recht op leven zijn. Ze noemt Pakistan, Jemen en Somalië als voorbeelden van gebieden waar dit onder meer gebeurt. Daarnaast concludeert onder meer Amnesty International dat het huidige Amerikaanse beleid vrijwel overal ter wereld buitenrechtelijke executies toestaat. De VN-rapporteur voor buitenrechtelijke executies, Christof Heyns, legt specifiek de link met de oorsprong van de zogenaamde oorlog tegen het terrorisme, wanneer hij zegt moeite te hebben om zich voor te stellen hoe een droneaanval in 2012 een gerechtvaardigde reactie kan zijn op de gebeurtenissen van 11 september 2001.
De constante aanwezigheid van drones in tribale gebieden heeft angstaanjagende gevolgen. Met een drone aanval kan de dood op elk moment toeslaan, uit het niets. De bevolking leeft permanent in angst. Veel Pakistanen lopen hierdoor met ernstige psychische klachten rond. Dat geldt ook voor kinderen, die daarom regelmatig van school worden gehaald. Omdat grotere groepen een potentieel doelwit zijn, worden samenscholingen, zelfs tijdens een begrafenis, zoveel mogelijk vermeden. In feite is het openbare leven goeddeels onmogelijk geworden. Deze en andere nadelige gevolgen worden uitvoerig beschreven in een recent rapport van twee gerenommeerde Amerikaanse universiteiten, Stanford en de New York University. Terecht luidt de conclusie dat in de Pakistaanse tribale gebieden mensen door de drones worden geterroriseerd.
Naast de grootschalige ontwrichting van de samenleving, is het beleid van president Obama ook contraproductief. De onderzoekers vonden bewijs dat aanvallen met drones leiden tot rekrutering voor gewapende groeperingen. Het risico van een tegenaanval neemt toe. Eerder al concludeerde de New York Times dat drone aanvallen Guantanamo Bay hadden vervangen als het beste rekruteringsgereedschap voor militante bewegingen. Opiniepeilingen uit Pakistan wijzen daarnaast op de enorme en groeiende afkeer van het Amerikaanse beleid.
De groeiende afkeer van de aanvallen wordt onder meer verklaard door het grote aantal burgerdoden. Het Britse Bureau of Investigative Journalism heeft de meest uitgebreide en betrouwbare database over burgerdoden. Alleen al in Pakistan zouden bij zo’n 350 aanvallen ongeveer drieduizend mensen zijn gedood. Honderden daarvan waren burgers en tot nu toe staat de teller op 176 kinderen. Volgens het eerder genoemde onderzoek van twee Amerikaanse universiteiten is slechts 2% van het aantal slachtoffers van droneaanvallen een (hooggeplaatste) militair.
Dat de Amerikanen ondanks al het bewijs blijven volhouden dat het aantal gedode burgers op hooguit twee handen te tellen is, komt door een volstrekt ongeloofwaardige rekenmethode. Een paar maanden geleden onthulde de New York Times dat de regering-Obama bij drone aanvallen in feite alle mannen van militaire leeftijd in een getroffen gebied als militanten beschouwt.
Hier bovenop komen steeds vaker meldingen binnen van droneaanvallen op reddingswerkers, die per definitie in strijd zijn met het internationaal recht. Na een eerste golf van aanvallen, snellen mensen uit de omgeving en hulpverleners toe om zorg te bieden aan overlevenden. Geregeld volgt er na een eerste aanval echter een tweede. De toegesnelde reddingswerkers worden dan gedood. VN-rapporteur Heyns noemt dergelijke aanvallen oorlogsmisdaden.
De inzet van drones verandert ook de wijze van oorlogvoering. Er wordt reeds gesproken van zogenaamde ‘cubicle warriors’, soldaten die tussen negen en vijf de vijand bestoken en om zes uur weer bij het gezin aanschuiven voor de maaltijd. Ongetwijfeld comfortabel voor de piloten zelf, maar de grote afstand maakt het toebrengen van (grootschalig) leed ook veel eenvoudiger.
De illegale, disproportionele en contraproductieve inzet van drones dijt helaas steeds verder uit. Het is een veeg teken dat de Amerikaanse luchtmacht inmiddels meer drone piloten dan gewone piloten opleidt. De Nederlandse regering zwijgt in alle talen over de rampzalige gevolgen van dit nieuwste moordwapen. In plaats van een krachtige veroordeling, wil ook onze regering drones aanschaffen die met raketten kunnen worden bewapend. De regering zou er beter aan doen om in internationaal verband te pleiten voor een moratorium op het gebruik van bewapende drones.