In de bibliotheek las ik een boek van een Amerikaanse voormalige commando. Omdat zulke boeken de lezer mentale weerbaarheid beloven, zijn ze populair in deze onzekere tijd. ‘Door mijn ervaringen tijdens vuurgevechten te bestuderen, word je geestelijk sterker’, is meestal de centrale stelling van de schrijver. Ik vind dat hilarisch, en pak er daarom af en toe een van de plank in de bieb.
Het boek las lekker weg, ik werd meegenomen naar een gebedshuis in Irak, waar de voormalige commando een handgranaat naar binnen had gegooid. Hij vertelde hoe er volledige stilte heerste tussen de dode lichamen, ze hoorden slechts een kraan druppelen. Bij nadere inspectie bleek dit geluid afkomstig van een afgerukte arm waar het bloed uitsijpelde.
Ik droomde weg boven de bladzijden, en vroeg me af hoe ik me moet gedragen als het echt oorlog wordt. Gerard Reve was er duidelijk over: ‘Als het oorlog is, moet je oorlogen’. Dit werkwoord is een handvat, je kunt ermee uit de voeten wanneer iemand het laatste witbrood voor je neus wegkaapt in de supermarkt. In zo’n geval overmeester je diegene, tenzij de persoon fysiek sterker lijkt dan jij.
Vanwege een gebrek aan wezenlijke levenslust komt het niet snel tot grootschalig geweld in West-Europa, we kibbelen nu eenmaal liever over gender-dingetjes via Twitter en Facebook. Op termijn treft de Russische veroveringshonger waarschijnlijk ons grondgebied, maar het duurt nog minstens een generatie voordat ze een goed leger hebben opgebouwd.
Tot die tijd laven we ons aan de belevenissen van voormalige commando’s om de almaar oplopende prijzen in de supermarkt psychologisch aan te kunnen. Er zijn overigens Nederlandse vertegenwoordigers van het genre: Sander Aarts, die zichzelf ‘de best getrainde militair van Nederland’ noemt, en Dai Carter, hij schijnt bekend te zijn van het televisieprogramma ‘Kamp Van Koningsbrugge’.
Om met Reve te eindigen:
Ik vind dit leven al geweldig. En straks nog
het eeuwige leven in de Hemel. Je vraagt je wel eens af:
‘Waar hebben wij het aan verdiend?’
Meer over:
opinie