Hazenpad
• 18-10-2012
• leestijd 4 minuten
Over de speciale aandacht die een kind met autisme op school nodig heeft
‘Je hoeft ons natuurlijk niets te vertellen over autisme’, had ze me over de telefoon meegedeeld. ‘Ik zoek juist het andere verhaal, vanuit ouderperspectief’. We kenden elkaar niet en toch wilde ze graag dat ik sprak op haar afscheidsreceptie.
Ruim 40 jaar had ze gewerkt aan de verbinding van zorg in onderwijs. ‘Van autisme daar weten de genodigden op de receptie alles van, ze hebben er dagelijks mee te maken, ze weten hoe de hazen lopen’. Okay.
Twee weken later kwam ze bij me om mijn presentatie – als ouder van een kind met specifieke opvoedingsbehoeftes – voor te bespreken. Als ik wil weten wat Gijs nodig heeft om te groeien, moet ik iedere dag goed kijken waar hij staat op welk gebied. Waar zijn zwakte zit (autisme) en waar zijn kracht (autisme). Het zijn net ‘gewone’ mensen: zwakte is ook kracht.
Al tijdens de eerste 5 minuten pakte ze mijn arm en zei ‘ja maar dit wist ik niet, dat het zo werkt bij mensen met autisme’. Het werd haar al vrij snel duidelijk dat er geen schoolkant of thuiskant zit aan bijzondere kinderen, simpelweg omdat je altijd met het kind te maken hebt. Een kind laat zich lastig splitsen, maar gemakkelijk verbinden. Zoveel is er echt niet nodig om de sterkste constructie ter wereld te maken: een driehoek leerling-school-ouder. Als gelijkwaardige zijdes verbonden door communicatie. Als Knex.
In het echte leven waren we ook volop aan het Knexen met de nieuwe ambulant begeleider, de nieuwe mentor en de nieuwe huiswerkbegeleider. Gijs’ zwakke overzicht wordt overschaduwd door zijn verbale talenten en zijn goede algemene kennis.
Lastig voor leraren om die slimme jongen nog eens extra te controleren of hij zijn huiswerk wel heeft opgeschreven; of hij zijn aantekeningen wel in het juiste schrift maakt; of hij begrijpt dat de regels voor een boekverslag op de schoolsite te vinden zijn; of hij inzicht in samenwerkingsopdrachten heeft. Dat hij niet van handvaardigheid houdt omdat hij zich het eindproduct simpelweg niet voor kan stellen. Dat je pas om hulp kunt vragen als je overzicht hebt van het probleem, en dit nu juist zijn probleem is!
Gijs overschreeuwt die zwakke overzichtskant met het lichaam en de woorden van een 20-jarige. Dan is het regelmatig nodig om school en thuis te verbinden. Gelukkig begrijpen we allemaal dat we de andere twee nodig hebben om een driehoek te vormen.
Die boomlange jongen kwam vorige week uit school als een zombie. Zich traag en stijf bewegend. Ogot. ‘Ik ben eruit gestuurd’ zei hij. Yes! dacht ik in mijn eigen kleine moederwereld: eruit gestuurd, gewoon als andere jongens. Hij vond het zelf ook wel terecht dat hij de les uit werd gezet, zei Gijs. ‘Wat is dan het probleem?’ vroeg ik hem. Wat volgde was een lang en warrig verslag, geheel passend bij een autistische denkwijze. Waar het op neerkwam was dat Gijs niet wist wat er van hem verwacht werd toen hij er eenmaal uitgestuurd was. Hij doolde door het gebouw en wilde zijn toevlucht zoeken in de toiletten. Dit werd hem door een toevallig passerende docent verboden. Gijs wist niet hoe de hazen moesten lopen.
Samen besloten we dat ik zijn mentor zou mailen of er een stappenplan ‘uit-de-les-gestuurd-worden’ was. Haar antwoord kwam de volgende dag: school had er nooit bij stil gestaan maar vond het uiterst logisch dat er een dergelijk protocol zou komen dat alle kinderen duidelijk maakte wat er van hen in deze situatie verwacht werd. Binnen 2 dagen was het geregeld!
Weer een driehoek die de wereld een stukje sterker maakt. Verbinden! Na ademen en voeden het belangrijkste in een mensenleven. ‘Onze MBO-studenten zijn zo jong als ze stage moeten lopen, er wordt zoveel van ze verwacht op denk- en doeniveau’ zei de directeur die wist hoe de hazen moesten lopen. Nu was het mijn beurt om te luisteren. Want ik zag Gijs al struikelen op die gebieden.
Voorwaarden om te groeien moeten wij, zijn ouders, voor hem creëren. Hij is nu pas 14, nog 2 jaar om te timmeren aan zijn zwakke kanten zodat zijn daden een beetje bij zijn woorden passen als hij 16 is. Mijn man en ik zochten en vonden een baantje voor hem: op zaterdag gaat hij werken bij een bedrijfje dat web-sites bouwt en bedrijfsfilms maakt. Zijn interesse-gebied.
Met de eigenaar spraken we af dat Gijs ook leert koffie zetten, telefoon opnemen, archief opruimen, en de boel een beetje schoonhoudt. Gijs is trots op zijn baantje. Hij fietst er zelf naar toe via – toeval! – het Hazenpad.
Altijd op zoek naar verbinding voor mijn kind. Blij dat ik me gehoord weet, dankbaar dat ik luisteren kan. Vanaf 2014 is het de taak van de gemeente om onenigheid tussen ouders en school op te lossen. Daar kan niemand winnen, en wie er het haasje wordt weten we allemaal.