Hangjongeren kunnen heel wat van corpsballen leren

Vindicat atque polit betekent (het) handhaaft en beschaaft, aldus de informatie van de gelijknamige Groninger Studentenvereniging. Persoonlijk zou ik dat vindicat liever met “verdedigt” vertalen. Dit Latijnse werkwoord draagt iets in zich van “het opnemen voor”. De sociëteit van genoemde vereniging heet mutua fides wat wederzijds vertrouwen betekent. Als het Arabieren waren geweest en niet jongelui van beiderlei kunne met een aardappel in de keel, dan hadden Wilders en VNL al lang vragen aan de minister gesteld want als lid van de vereniging kun je blijkbaar een hersenoedeem oplopen. In de naamkeuze is dus duidelijk sprake van taqiyya , het liegen om de ongelovige buitenwereld om de tuin te leiden. Beschaving is wel de laagste prioriteit van deze Groninger Studentenvereniging. Dat van die meisjes, wier foto met telefoonnummer en al is gepubliceerd zou in het geval van een Arabische connectie onmiddellijk geleid hebben tot vergelijkingen met de slavinnen van IS.

Maar – nogmaals – het zijn jongelui met een aardappel in de keel. Hun motto’s komen uit de klassieke oudheid en niet uit de hadith. Zij maken deel uit van de joods-christelijke-humanistische beschaving. Toch bestaan er wat mentaliteit betreft grote overeenkomsten tussen de leden van dit studentencorps en overlastgevende hangjongeren. De onderlinge verhoudingen worden door strenge regels bepaald, bij het studentencorps mores geheten, zeden. Er zijn leiders en pispaaltjes. Tegenover de buitenwacht echter trekt men een lijn. Ze zijn bij Vindicat atque polit wel slimmer dan Ismail de Zaanse tuigvlogger want die plaatste de mishandelingen online. De deftige heertjes en hun dametjes vertonen hun wangedrag niet aan de openbare weg. Ze hébben om zo te zeggen dat buurthuis. De onmaatschappelijkheid is iets voor binnenskamers. Zij schraagt een misplaatst superioriteitsgevoel, de gedachte dat je boven de regels staat, althans dat er voor jou om je bijzondere positie aparte regels bestaan. Aan de buitenwereld heb je schijt. Dit ploertendom is er immers alleen maar op uit om je vrijheid aan banden te leggen.

De meeste mensen groeien hier na een paar jaar uit. Dat geldt voor corpsballen net zo goed als voor hangjongeren. Een minderheid blijft erin hangen. Zij eindigen als bankier, ondernemer of leider van een criminele organisatie. Zij tonen een grote minachting voor mensen die hen in de weg staan. Als hun wetten in de weg staan of praktische bezwaren, dan schuiven zij die zonder gewetensbezwaar opzij. Daarbij lopen voormalige hangjongeren meer risico dan reünisten van het studentencorps, zo leert de praktijk. Op hen wordt consequent gelet. Zij krijgen cameratoezicht en extra inzet van de politie. Het studentencorps niet. Daar volgt als het niet anders kan, een andersoortige aanpak. Dat is na de incidenten van de afgelopen week opnieuw gebleken.

De senaat van Vindicat en de praeses zijn niet zoals Ismail de tuigvlogger opgepakt om in voorarrest enkele dagen over de eigen positie na te denken. Aanvankelijk zag het er zelfs naar uit dat het studentencorps zijn zaakjes intern mocht regelen. Dat is na een vingerwijzing van minister Bussemaker anders geworden. De Groningse universiteit en de Hanzehogeschool willen nu dat de ontgroening wordt omgevormd tot een introductietijd en net als Ismail buigt Vindicat ootmoedig het hoofd. Het doel van de introductietijd zal ongetwijfeld worden om nieuwkomers met de mores van de vereniging in kennis te stellen en dat kan nu eenmaal het beste in een spel. Andere corpora waar zich in het verleden excessen afspeelden, hebben op die manier ook hun huid gered. De externe commissie van toezicht die in het vooruitzicht wordt gesteld, zal ongetwijfeld bereid zijn om daarin mee te denken.

Hangjongeren kunnen dan ook heel wat van corpsballen leren. Kijk naar Poelenburg: daar is de groep uiteengespat en de vloggende leider kaltgestellt maar Vindicat atque polit bestaat over honderd jaar nog. En oranjeprinsen worden er lid. Wat ik je brom.