Op Lowlands hadden politici de kans om een jong publiek te inspireren. De meeste falen miserabel. Een ouwe rot als Herman Wijffels doet het nog beter
Bijna anderhalf miljoen kiezers van onder de veertig stemmen niet. Bij jongeren is het nog erger: onder de 25 maakt 41 procent geen gebruik van zijn stemrecht. Dat klinkt als een alarm voor de politiek. Zondag rukten wat lijsttrekkers en andere kandidaten uit naar de India-tent op Lowlands om daar de moeilijk bereikbare doelgroep toe te spreken.
Omdat Rutte nog aan het bijkomen is van de kabinetscrisis stuurde de VVD-leider als plaatsvervanger Halbe Zijlstra. Leuk geintje van de VVD, want de staatssecretaris van Cultuur werd vorig jaar nog persona non grata verklaard door festivaldirecteur Eric van Eerdenburg.
Geld of mensen Zijlstra praat niet over mensen, hij praat over geld. Hij houdt een cijferneukerig verhaal over staatsschuld, begrotingstekort en de keiharde bezuinigingen die hij als oplossing ziet. Hij beweert zonder stotteren dat het niet nodig is om veel mensen hoog op te leiden, zoals Nederland nu doet. Beter kunnen we weinig mensen héél hoog opleiden. Het gaat hem om de “kwaliteit”. Maar het klinkt als ouderwets behoud van kennis en dus macht voor the happy few. Vooral als je bedenkt dat Halbe en de VVD aan de wieg hebben gestaan van de langstudeerboete.
Het jeugdige publiek lijkt dat niet vergeten te zijn en moet door presentator Andrew Makkinga moeizaam overgehaald worden om Zijlstra toch een applausje te geven, omdat hij zich in ‘het hol van de leeuw’ heeft durven begeven.
SP’er Sharon Gesthuizen vertelt een moeilijk verhaal met een hard oordeel over Nederland: het is hier lang geen paradijs. We kunnen bijvoorbeeld vrij goed voorspellen welke kinderen later de criminaliteit in gaan maar we doen vrijwel niks met deze wetenschap, legt Gesthuizen uit. Criminaliteit komt voort uit sociale ongelijkheid en die wil Gesthuizen de wereld uit helpen. De SP lijkt trouwens een wat ingewikkelde verhouding te hebben met de rest van de wereld. Natuurlijk wil ze gelijkheid voor iedereen overal, maar dat moet niet ten koste van Nederland gaan. De jonge leeuwen in de India ruiken bloed. De volgende vragen over Europa blijken iets te moeilijk voor de nummer zeven van de kandidatenlijst van de SP.
Groene jeugd Een stuk beter vergaat het Jolande Sap. Op een festival dat een prominente plek geeft aan ontwikkelingshulporganisaties, fairtrade merken en veel groene initiatieven is de GroenLinks-leider duidelijk meer op haar plaats. Saps oproep om “radicaal” te kiezen vóór een duurzame economie, tégen de “plofkip”, vóór (homo)emancipatie en tégen de PVV en discriminatie wordt met groot applaus ontvangen door de jonge Lowlandsgangers. Ze krijgt het pas moeilijk als er naar de toestand binnen haar eigen partij wordt gevraagd. De perikelen rond de lijsttrekkersverkiezing hebben de partij geen goed gedaan. Hoe kun je een land, laat staan de wereld verbinden als je het binnen je eigen partij niet voor elkaar hebt?
D66 deelt veel van de standpunten van GroenLinks over duurzaamheid, onderwijs en innovatie. Volgens D66-voorman Alexander Pechtold begint het echter allemaal met vertrouwen. Voor een land in een relatief luxe positie zijn we in Nederland behoorlijk cynisch, vindt hij. Bij D66 ontbreekt echter het bewustzijn dat er veel mensen in Nederland zijn die zich niet in zo’n luxe positie bevinden. Voor deze mensen is het moeilijk om vertrouwen te hebben als ze merken dat zij elke keer aan het kortste eind van de geschiedenis trekken.
Pechtold toont zich hiermee een zuivere tegenpool van de SP, die het best wat minder zwartgallig mag inzien. Exacte tegenpolen zijn deze partijen ook op het Europa-standpunt, maar net als bij Sharon Gesthuizen komt ook bij Pechtold dit verhaal het slechtst uit de verf. Aan het publiek kan hij in ieder geval niet bevredigend uitleggen waarom Europa zo belangrijk is.
Provincialisme , boe! Je kan ook naar het andere uiterste afdrijven. CDA’er Mona Keizer doet haar provinciale achtergrond even later wel heel veel eer aan door een lofzang af te steken op Nederland en dat vervolgens te vernauwen tot haar eigen geboorteplaats Volendam. Het is zooo fantastisch om weer thuis te komen in Nederland na een vakantie!, glundert de nummer twee. Ze voegt er nog net niet aan toe: en de rest van deze baggerwereld weer veilig achter je te laten. Nee, Keizer is duidelijk geen wereldburger.
Ook vergist ze zich gruwelijk in het publiek waar ze voor staat door muzikanten van haar heilige geboortegrond te roemen. Ze had moeten weten dat namen als Jantje Smit en Nick en Simon je op Lowlands, waar mensen niet in de jaren vijftig willen leven, op een gegarandeerd boe-concert komen te staan.
Diederik Samsom, het afgetrainde lijf in nauwsluitend overhemd, alsof hij ook fysiek klaar wilde zijn voor deze strijd, praat snel door de ideeën heen die de PvdA heeft voor het oplossen van de economische crisis. Verhoging van de AOW-leeftijd, een sociaal leenstelsel voor studiefinanciering en verduurzaming van de energiemarkt. Maar deze oplossingen, zo erkent hij, zullen geen garantie zijn, omdat de crisis daarvoor te complex is en een internationale aanpak vereist is.
Samsoms verhaal lijkt nog wel de meeste snaren te raken bij het jonge publiek. Jongeren weten donders goed dat de wereld een complex geheel is en voelen zich veel meer wereldburger dan de oudere generaties. Ze laten zich echter nog niet zo makkelijk overtuigen van het sociale karakter van een sociaal leenstelsel voor stufi.
Wijffels’ inconvenient truth Tot zover de boodschappen van de politici. Twee dagen daarvoor was er een andere man op Lowlands verschenen, met een heel ander verhaal. Herman Wijffels, grootmacht in het Nederlandse politieke landschap, hield zijn toehoorders een ‘inconvenient truth’ voor.
In zijn lezing betoogt Wijffels dat de huidige economische crisis hand in hand gaat met de ecologische crisis. We hebben te lang van de aarde gevreten zonder er iets voor terug te geven en we willen steeds meer waardoor het nooit genoeg kan zijn. Dat kan natuurlijk niet zo verder en daarom tekent de crisis ook het einde van een tijdperk, het industriële tijdperk. Wijffels gaat nog verder. Deze crisis is zo fundamenteel dat hij een rol zal spelen in de volgende stap in onze evolutie, zegt hij. Het gaat niet meer over ‘survival of the fittest’, maar over ‘survival of the species’. Oftewel, ons overleven als soort hangt af van hoe wij deze crisis oplossen.
Om (deze crisis) te overleven moeten we anders omgaan met de middelen en mensen die we hebben én we moeten ons anders organiseren. Het financiële systeem, dat immers een grote rol in de crisis speelt, moet op de schop, banken moeten weer in dienst staan van de reële economie en niet van eindeloos winstbejag.
In de politiek moeten regering en oppositie elkaar veel minder bestrijden en vaker samen op zoek naar een oplossing. Natiestaten zijn ook op hun einde, de mensheid moet zich mondiaal gaan organiseren. Tegelijkertijd wordt het individu belangrijker, omdat de bevolking tegenwoordig slimmer en mondiger is. De jeugd heeft de toekomst, dus drukt Wijffels zijn publiek op Lowlands op het hart dat ze vooral moeten doen wat ze leuk vinden en waar ze goed in zijn.
Het vreemde is dat bij de politici van dit verhaal bijzonder weinig terugkomt. Een gemiste kans, want het verhaal van Wijffels viel duidelijk beter in de smaak bij het jonge publiek dan het overgrote deel van de politieke blabla.