Hagoorts verspilling
• 13-03-2013
• leestijd 3 minuten
De naam van Nederland 1, 2 en 3 veranderen in NPO is een dure ceremonie. Het maakt Uitzendinggemist.nl niet populairder
‘De radio en tv zenders van de publieke omroep krijgen een andere naam. “Een principe-besluit”, volgens Henk Hagoort voorzitter van de raad ven bestuur van de NPO. Welk principe vraag je je dan af, maar dit terzijde. Die naamsverandering is bedoeld om het merk van de publieke omroep te versterken. Henk Haagoort wil daarmee volgens de NRC “met de merknaam” NPO tegenwicht bieden aan grote merknamen als Youtube en Apple. The mouse who roared.
Volgens de toelichting wordt het voor de kijker en luisteraar duidelijker. Hoe bedoelt u? Let op: “De link tussen Nederland 1 en Uitzendinggemist wordt nu onvoldoende gelegd (hoezo en volgens wie?). Als je straks een programma op NPO1 gemist hebt, kijk je dat terug op NPO.nl of op de NPO-app
(Natuurlijk) NPO staat voor wat we zijn: Nederlands en voor het publiek! Je vraagt je af waar zo’n dwaze gedachte vandaan komt. Waarom het bekendere Nederland 1, Radio1, 3FM en Uitzending gemist inruilen voor het onbekende NPO1, NPO nog eens 1 maar dan voor de radio, NPO wat? 3FM en NPO.nl enz.
Eigenlijk kan daar maar één verklaring voor zijn. De leiding van de publieke omroep is kennelijk van mening dat het internet aanbod van de publieke omroep niet voldoende bezocht wordt. En dan met name Uitzendinggemist. Want ga maar na. Door Nederland 1 NPO1 te noemen zal er echt geen kijker bijkomen. En hetzelfde geldt voor de andere zenders. En door 3FM NPO3 of iets dergelijks te gaan noemen zal er ook geen luisteraar bijkomen en ook dat zal voor de andere radiozenders gelden. Maar Uitzendinggemist kan wel een zetje gebruiken. De gedachte zal zijn: “als we Uitzendinggemist nu naar de zenders noemen, zal dat makkelijker gevonden worden en daarom ook beter bekeken worden”.
Zoiets moet het zijn, lijkt me. Nu is het waar dat Uitzendinggemist niet veel bekeken wordt. Het achteraf kijken naar programma’s via internet is niet erg populair. Laten we eens uitgaan van één van de meest populaire programma’s bij Uitzendinggemist, dat is De wereld draait door.
In de maand februari 2013 werd dat programma 650.000 keer via Uitzendinggemist bekeken. Een stukje of helemaal. 160.000 mensen keken het programma van begin tot eind! Laten we eens veronderstellen dat mensen die Uitzendinggemist via internet bekeken gemiddeld de helft van de uitzending zagen. Waarschijnlijk is het minder maar als we uit gaan van de helft rekent dat makkelijk.
Als 650.000 mensen DWDD (45 minuten) voor de helft hebben bekeken hebben zij daar samen 650.000 * ½ *45 minuten tijd aan besteed. Dat is bij elkaar iets minder dan 250.000 uur.
In dezelfde maand (februari 2013) werd DWDD ook via Uitzending-niet-gemist, dat wil zeggen op Nederland 3 bekeken. De kijktijd die daaraan werd besteed was ruim 70 maal groter. En dat zijn dan alleen nog maar de live uitzendingen. Ook aan de herhalingen van DWDD werd nog eens 25 keer zoveel tijd besteed als aan het terugkijken via Uitzendinggemist. Een terugkijktijd van minder dan 1 procent is inderdaad nogal teleurstellend.
Nu zijn er verschillende manieren om met die teleurstelling om te gaan. Je kunt de werkelijkheid accepteren en denken “jammer, had ik niet gedacht. Kennelijk is er niet zoveel behoefte aan dat Uitzendinggemist”. Je kunt ook de werkelijkheid te lijf gaan. “Nee, de belangstelling zou een stuk groter zijn als mensen Uitzendinggemist maar zouden kunnen vinden”. Als je dat laatste doet kom je op plannen als die van de voorzitter van de publieke omroep. Dan wordt Nederland 1, in een dure ceremonie omgedoopt, in NPO1 evenals Nederland 2, 3 en de radiozenders. Dat alles om wat meer mensen naar Uitzendinggemist te krijgen.
Te vrezen is dat je zo niet de werkelijkheid te lijf gaat maar de werkelijkheid jou.
Wat dan wel weer heel goed is van voorzitter van PNO, is dat ook al is er in Nederland los van zijn woordvoerder geen tweede te vinden die iets in zijn plannen ziet hij gewoon voet bij stuk houdt en denkt dat dat van toekomstgerichte daadkracht getuigt.