De 76-jarige Anna Aarts zat wegens een huidaandoening in de wachtkamer van het ziekenhuis toen de dienstdoende arts op haar af kwam, een moslima met een hoofddoek. Aarts raakte direct vervuld van weerzin en weigerde door de arts geholpen te worden. Het Zaans Medisch Centrum stelde eerst voor een andere arts in te schakelen maar na enkele dagen stelde het ziekenhuis voor dat Aarts een ander ziekenhuis zou zoeken. Het ziekenhuis heeft als beleid dat het patiënten weigert die medewerkers bedreigen of bejegenen op een wijze die in strijd is met artikel 1 van de Grondwet, noodsituaties uitgezonderd.
"“Ik voel me díep beledigd door die hoofddoek. Vrouwen hebben hier in Nederland zo hard gevochten voor vrijheid. En de islam schendt mensenrechten, met name die van vrouwen. Ik ben daar zo verdrietig van dat ik denk: Raak me niet aan. (…) . “Ze is misschien geen Taliban, maar ze gelooft wel in precies dezelfde Koran. Ik ga haar toch niet aan haar vragen: Welke interpretatie volgt u van de Koran?”"
De moslims hatende vrouw houdt alle moslims verantwoordelijk voor de misdaden die door de daders ‘uit naam van de islam’ zijn gepleegd. Aarts is eerder veroordeeld wegens het beledigen van een willekeurige moslima in een supermarkt. Ze kreeg 180 euro boete maar ziet zichzelf als een heldin: “Ik voelde me net Hugo de Groot. Ik sta hier vanwege mijn kritiek op een religie.”
Waar de ongebreidelde haat vandaan komt, wordt uit het artikel niet geheel duidelijk. Aarts zegt dat ze ‘slachtoffer van de islam’ is. Ze zou traumatische ervaringen hebben vanwege een Afghaanse vriend die van zijn geloof viel en daardoor last kreeg met moslims.