Imam Gülen zit niet lekker in zijn vel de laatste tijd. Hij delft niet alleen
het onderspit tegen Erdogan, het rommelt ook binnen zijn
beweging
Door de mijnramp in Soma raakte het wat op de achtergrond, maar premier Erdogan verdrijft de volgelingen van imam Fethullah Gülen nog altijd uit de Turkse staat. Aanvankelijk ging het hem vooral om justitie en politie, waar Gülen veel invloed wist te verwerven, maar ook andere staatsinstanties komen aan de beurt. Zo ontkwam de aandelenbeurs in Istanboel een paar weken geleden evenmin aan Erdogans zuiveringswoede.
Dat Erdogan de invloed aan banden wil leggen van een religieuze beweging die zich buiten het democratische proces bevindt, valt op zich te rechtvaardigen. Alleen neemt hij het niet zo nauw. Onlangs zei hij er geen probleem mee te hebben wanneer het een ‘heksenjacht’ wordt genoemd. Een beladen woord, dat doet denken aan de Amerikaanse McCarthy-commissie in de jaren vijftig, toen het al verdacht was om een communistische overbuurman te hebben.
Erdogan zal Gülens naam nimmer noemen. In plaats daarvan spreekt hij consequent over de ‘parallelle staat’. Een paar weken geleden suggereerde hij dat de voorzitter van het Constitutioneel Hof, Hasim Kilic, daartoe behoort.
Kilic was niet betrokken bij praktijken van Gülens aanklagers, zoals het vervalsen van bewijs in de beruchte Ergenekon- en Balyozprocessen. Nee, Kilic maakte een einde aan de ban op Twitter, waarmee hij Erdogan aan de grondwet herinnerde. Dat is genoeg om door de premier tot de parallelle staat te worden gerekend.
De parallelle staat wordt zo een verzamelnaam voor Erdogans tegenstanders. De daarin verpakte associatie met Gülen is een vertekening van de werkelijkheid. Het protest rond Istanboels Gezipark en de reactie op de mijnramp in Soma maakten op zich al duidelijk dat de kritiek veel breder is. Sterker, veel tegenstanders van Erdogan willen niets met Gülen te maken hebben.
Erdogan kan dan inspelen op paranoïde geesten met beweringen over een samenzwering, maar zijn bizarre theorieën moeten vooral verhullen dat de kritiek een reactie is op een beleid waarin de fijnzinnigheden van een democratische rechtstaat ver te zoeken zijn. Stille Gülen Gülen houdt zich ondertussen stil, heel stil zelfs. Drie maanden geleden slingerde hij nog regelmatig woedende uitspraken over Erdogan de wereld in. Tot en met een vervloekingsgebed aan diens adres aan toe. Maar niets van dat alles meer.
Gülen zit niet lekker in zijn vel de laatste tijd. Hij delft niet alleen het onderspit tegen Erdogan, het rommelt ook binnen zijn beweging. De Amerikaanse Gülenwatcher Aland Mizell constateert dat prominente ‘fethullaci’ het niet helemaal meer met elkaar eens zijn.
Ilhan Isbilen, een volgeling van Gülen die eerder in het parlement zat voor de AKP, maar daar nu als onafhankelijk lid rondloopt, staat volgens Mizell tegenover Abdullah Aymaz. Deze columnist van Gülens krant Zaman, en naar verluidt de nummer twee binnen de beweging, vindt steun bij Naci Tosun, een hoge ome bij Kaynak, de nauw aan de Gülenbeweging verbonden producent van schoolmateriaal.
Özdemir Gülen krijgt meer te verduren. Een groep studenten van Said Nursi, de islamgeleerde op wiens opvattingen zijn religieuze ideologie is gebaseerd, doet ook al moeilijk. Zij presenteerden een persverklaring waarin Gülen verweten werd de boeken van Nursi te hebben aangepast. Kemalettin Özdemir, de zoon van Said Özdemir, een oud-student van Nursi, verliet de Gülenbeweging.
Veren Özdemir is niet de enige. Meer prominente volgelingen laten Gülen in de steek. Langer geleden deed Nurettin Veren dat al. Nadat Gülen in de VS was beland, had Veren bezwaren en wilde hij Gülen spreken. De imam ging daarbij uit zijn dak van woede. Hij wilde Veren met een stok te lijf gaan en riep op om hem te vermoorden. Althans, dat schreef de Turkse journalist Ahmet Sik in zijn geruchtmakende boek Het leger van de imam.
Corakli Zoals ik enige tijd geleden al constateerde, hield Gülens ooit zo trouwe adjudant Latif Erdogan het ook voor gezien. Dat hij sindsdien zijn woordje doet op AKP-gezinde televisiekanalen is pijnlijk voor Gülen.
Selim Corakli, die een Gülenkrant in Macedonië begon en jarenlang bij tal van geledingen van de beweging betrokken was, brak eveneens met Gülen. Hij klapte uit de school over Gülens manipulaties, over diens lust naar macht en over de geheimzinnigheid rond de doelstellingen van de beweging.
Keles Ook Ahmet Keles liet Gülen zijn rug zien. Vijfentwintig jaar lang was hij een van Gülens meest trouwe volgelingen. Naar eigen zeggen doneerde hij de verlovingsring van zijn vrouw en het spaargeld van zijn kind aan de beweging toen die het Tv-kanaal Samanyolu begon. In recente verklaringen legt Keles veel uit over de hiërarchische structuur van de beweging. Ook noemde hij de Amerikaanse inlichtingendienst CIA. Volgens Keles haalde de CIA Gülen naar de VS.
Opvallend, die verwijzing van Keles naar de CIA. Omdat de eerder genoemde oud-volgeling Nurettin Veren ook al over banden tussen Gülen en de CIA sprak. Is ook het een en ander voor te zeggen. Zoals twee vooraanstaande oud-medewerkers van de CIA onder Gülens Amerikaanse pleitbezorgers. En de overlappende belangen van Gülen en de CIA in Centraal-Azië gedurende de jaren negentig.
Als ik daar over schrijf kan ik in NRC Handelsblad lezen dat ik volgens oud-Europarlementariër en Gülensympathisant Joost Lagendijk aan een obsessie lijdt over de CIA. Kennelijk hebben oud-volgelingen van Gülen daar ook last van. Vreemd toch… Uitleveringsverzoek Erdogan verzocht Washington om Gülens uitlevering. Bestaat geen kans op; vindt de Amerikaanse machtselite Gülen veel te aardig voor. Daar zal men het hoogst vermakelijk hebben gevonden dat Erdogan zo door hem getreiterd werd met aantijgingen over corruptie (waarmee nog niet gezegd is dat Gülen in dit verband in opdracht van de VS handelde).
Erdogan zegt Gülen graag in Turkije te willen hebben, maar ik vraag me af of hij daar wel echt garen bij zou spinnen. Conservatief-religieuze Turken kunnen weer erg onder de indruk van Gülen raken als hij naar het vaderland terugkeert. Als een kind dat niet meer in Sinterklaas gelooft, maar dat opeens weer wel doet als de goedheiligman zijn voet aan wal zet.
Het zal zeker niet voor iedere AKP-stemmer opgaan, maar toch. Velen onder hen hebben Gülen jarenlang als de Mahdi (soort islamitische messias) vereerd en dat maakt Erdogan niet zomaar ongedaan. Veelzeggend vond ik een uitspraak van een Anatolische ondernemer. Hij zei met zijn hoofd op Erdogan te stemmen, maar ook dat zijn hart nog altijd bij Gülen ligt.
Aghia Sophia Wat kan Gülen doen om zijn aanspraak op de ultrareligieuze Turken te herbevestigen? De uit de AKP vertrokken parlementariër en Gülenvolgeling Hami Yildirim stelde onlangs voor om van de beroemde Hagia Sophia in Istanboel weer een moskee te maken. Het imposante bouwwerk was in het Byzantijnse Rijk een kerk, waarna de Ottomanen er een moskee van maakten. In de jaren dertig werd het een museum, wat het tot op heden is.
Leden van de ultranationalistisch-islamistische Grote Eenheidspartij (BBP) demonstreerden voor de Hagia Sophia omdat ze er graag willen bidden, wat lastig gaat tussen al die toeristen. Ook vicepremier Bülent Arinc van de AKP zei enige tijd geleden te hopen dat de Hagia Sophia weer een moskee wordt, maar de AKP heeft momenteel andere zorgen.
Dat Hami Yilidrim er onlangs een ballonnetje over opliet kan begrepen worden als een charmeoffensief van Gülen in de richting van conservatief Turkije. Lijkt op het eerste gezicht weinig voor te stellen, maar zoals ik eerder al schreef zijn niet alle AKP-stemmers Gülen vergeten.
Nederland In ieder geval stapelen de problemen zich op voor Gülen. Niet alleen in Turkije en binnen zijn eigen gelederen, maar ook een beetje in Nederland, waar in de Tweede Kamer wantrouwen blijft bestaan over zijn beweging.
Maar niet getreurd, want er zit een meevaller aan te komen voor de Nederlandse fethullaci. Een nieuw, in opdracht van de regering uitgevoerd onderzoek, zou wel eens mild uit kunnen vallen. Dat wil zeggen, het zou een herhaling kunnen worden van het onderzoek dat Martin van Bruijnessen eerder naar de beweging deed.
Toen hoorden we Erdogan daar niet over, maar er is veel veranderd. Goed, het is mogelijk dat het Erdogan weinig kan schelen dat in het kleine Nederland een relatief positief onderzoeksrapport over de beweging van zijn aartsvijand verschijnt. Maar de Gülenbeweging werd alleen in Nederland een politieke kwestie. Dat valt op, ook in Ankara. Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (Uitgeverij EPO, Antwerpen, 2012). Volg Peter Edel ook op Twitter.