Na de Tweede Wereldoorlog namen de West-Duitse autoriteiten de nodige maatregelen om te voorkomen dat extreemrechts voet aan de grond zou kunnen krijgen binnen de politie. Nu de ene na de andere rechts-radicale agent in Duitsland tegen de lamp loopt, nemen de zorgen over extreemrechtse infiltratie toe.
“Ik hoopte altijd dat het om eenlingen zou gaan, maar er zijn nu simpelweg te veel voorbeelden”, zegt Herbert Reul, minister van Binnenlandse Zaken van Noordrijn-Westfalen, tegen The New York Times. In zijn deelstaat bleken onlangs 31 agenten gewelddadige neonazipropaganda te delen. “We kwamen er bij toeval achter.”
In oktober stuitte de politie van Berlijn op een racistische chatgroep waarin 25 agenten bijdragen leverden. Zes agenten in opleiding raakten hun plaats aan de politieacademie in de Duitse hoofdstad kwijt omdat ze de Holocaust bagatelliseerden en hakenkuizen deelden in een chat. Ook in verscheidene andere Duitse steden zijn agenten met nazisympathieën ontdekt.
Binnen de extreemrechtse AfD is de politie goed vertegenwoordigd. Van de 88 Bondsdagleden van de AfD werkten er vier bij de politie – meer dan bij andere partijen. Met name in de deelstaten in het Oosten is de AfD een populaire partij bij agenten.
Neonazigroepen gebruiken politie-informatie om mensen te intimideren. Zo ontving de Turks-Duitse advocate Seda Basay-Yildiz een racistische fax. In het bericht stonden haar adresgegevens. Die bleken afkomstig te zijn uit de politiesystemen. Een agent uit Frankfurt had de informatie een anderhalf uur voordat de fax werd verzonden, opgezocht. Hij werd geschorst.
Na vervolgonderzoek werden er nog eens 38 agenten geschorst. Dat aantal baart Basayy-Yildiz zorgen. “Dat wijst op een structureel probleem.”