GroenLinks was er klaar voor
• 07-12-2010
• leestijd 3 minuten
Ondanks het feit dat de partij water bij de wijn heeft gedaan om maar te
kunnen regeren, is GroenLinks telkens weer buiten de boot gevallen
GroenLinks bestaat twintig jaar. Het Documentatiecentrum voor Nederlandse Politieke Partijen (DNPP) greep deze gebeurtenis aan om een bundel over GroenLinks uit te brengen, waarin deze bijzondere partij van verschillende kanten wordt belicht. Het boek bestaat uit twee delen, een historisch en een politicologisch deel. Omdat het historische deel verreweg het interessantst is, zal dit deel de meeste aandacht krijgen.
In de jaren tachtig ontstonden er in verschillende Europese landen ‘groene’ partijen. Deze partijen stonden aan de linkerkant van het politieke spectrum en waren zeer begaan met het mileu. GroenLinks behoort ook tot deze groene partijfamilie, maar kent een andere voorgeschiedenis. De meeste groene partijen waren ontstaan uit buitenparlementaire bewegingen. GroenLinks daarentegen was een fusie van vier partijen.
De voorlopers van GroenLinks waren de Communistische Partij Nederland (CPN), de Pacifistisch-Socialistische Partij (PSP), de Politieke Partij Radicalen (PPR) en de Evangelische Volkspartij (EVP). Omdat CPN en EVP in 1986 uit de Kamer verdwenen en de PSP twee van haar drie zetels verloor, besloten de vier partijen in 1989 om samen onder de naam Groen Links (met spatie) de Tweede Kamerverkiezingen in te gaan. In 1990 werd de partij formeel opgericht en een jaar later was de fusie compleet, toen de vier oude partijen werden opgeheven.
Groen, links en rechtser De identiteit van de nieuwe partij was groen en links. De groene component werd vooral belichaamd door de PPR, de linkse component door CPN en PSP. In de loop van de tijd kroop de partij steeds meer richting het centrum, met als gevolg dat het ‘groene’ het ‘linkse’ een beetje ging overvleugelen. Misschien zou de partij tegenwoordig beter GroenPaars kunnen heten, gezien de voorkeur voor Paars Plus van Femke Halsema afgelopen zomer.
De beweging van GroenLinks richting het centrum ging gepaard met een beweging van de straat naar staat: de partij ging het parlement steeds belangrijker vinden en nam afstand van haar actieverleden. In 2008 stapte Wijnand Duyvendak op als Kamerlid, omdat hij in de jaren tachtig betrokken was geweest bij een inbraak bij het Minsterie van Economische Zaken. Zeer recentelijk (daarom staat het helaas ook niet meer in de bundel) namen Halsema en coming man Tofik Dibi via Twitter afstand van de actievoerders Mohamed Rabbae en René Danen, die Geert Wilders via een rechtzaak proberen te bestrijden. GroenLinks wil invloed uitoefenen en aantrekkelijk worden gevonden als toekomstige regeringspartner, en moet noodgedwongen dus een beetje rechtser worden.
GroenLinks was er klaar voor
Van 1989 tot 1994 was GroenLinks in het parlement nog een echte linkse getuigenispartij. Onder het leiderschap van Paul Rosenmöller (1994-2002) ontwikkelde GroenLinks zich echter tot een constructieve oppositiepartij, die met alternatieven kwam. GroenLinks popelde om te regeren en als Pim Fortuyn niet was vermoord en het politieke klimaat niet zeer was verrechtst, dan was het in 2002 misschien ook gelukt. GroenLinks was er klaar voor. Nederland had in het eerste decennium van het nieuwe millennium echter helemaal geen behoefte aan een progressieve regering, en GroenLinks kwam als de multiculturele partij bij uitstek in het verdachtenbankje terecht.
Onder het leiderschap van Halsema (2002-) sloeg de partij (deels noodgedwongen) een vrijzinnigere koers in, die in 2003 en 2006 geen zetelwinst opleverde maar in 2010 wel. In 2006 en in 2010 kwam GroenLinks serieus in aanmerking om in de regering te komen, maar beide keren ging het feest niet door. In 2006 omdat GroenLinks een inschattingsfout maakte en verwachtte dat de PvdA het nooit eens zou worden met de conservatieve ChristenUnie, in 2010 omdat de VVD én de PvdA uiteindelijk niets zagen in Paars Plus. Weer was GroenLinks er klaar voor, maar weer bleef de partij in de oppositie.
De geschiedenis van GroenLinks is uiteindelijk dus best tragisch. Ondanks het feit dat de partij water bij de wijn heeft gedaan om maar te kunnen regeren, is GroenLinks telkens weer buiten de boot gevallen. Misschien heeft de partij in de toekomst meer geluk. Voor Halsema cum suis moet het echter een schrale troost zijn dat het DNPP een boeiende bundel heeft gemaakt, een must voor iedereen die zich voor de geschiedenis van progressieve politiek in het algemeen, en die van GroenLinks natuurlijk in het bijzonder, interesseert.
N.a.v.: P. Lucardie en G. Voerman, Van de straat naar de staat? GroenLinks 1990-2010 (Boom: Amsterdam 2010). ISBN 9789461053602