Glaasje water
• 15-04-2011
• leestijd 2 minuten
'De kletsmajoor is er weer. Jij ook bijna?' sms ik naar man.
‘Was file. Dus ben ff afgeslagen bij tuinwinkel. Denk drie kwartier. Trek je dat nog?’ ‘Ik moet plassen. Durf niet meer in zijn buurt te komen. Snapt? De arme ziel is ook nog bestolen door zijn broer.’ ‘O, o,’ sms’t man.
‘Je hebt twee soorten mensen, Elkie,’ zegt Fabio als ik de trap afkom. ‘Mensen die hard moeten werken. En mensen die geld hebben. Maar die gaan de hele dag op de bank liggen vreten, vreten. Zoveel vreten. Soms worden ze tweehonderd kilo. Dat is toch dom. Waarom dóén ze dat nou?’ ‘Dat weet ik ook niet.’ ‘Jij bent niet dik.’ ‘Ik zit niet de hele dag te vreten hoor, hierboven.’ ‘Ik stofzuig, ik beweeg,’ zegt Fabio. ‘Jij doet niks. Hoe kan het dat jij zo slank bent?’ ‘Ik doe niet niks.’ ‘Ik was ook liever geen schoonmaker. Ik aai liever een vrouw dan een stuk hout of ijzer. Snapt?’ Ik geef hem een groot glas water.
‘Elkie?’ zegt hij voordat hij het glas aan zijn lippen zet. ‘Sommige mensen geven mij water als ik praat. Terwijl ik middenin een zin zit, zeggen ze: Fabio, glaasje water?’ ‘O ja?’ ‘Ja, en daarna weet ik niet meer wat ik aan het zeggen was.’ Hij houdt het glas nog altijd in zijn hand en buigt naar voren. ‘Ze geven mij water omdat ze willen dat ik stop met praten,’ fluistert hij. ‘Snapt?’ ‘Echt waar. Wat een onaardige mensen.’ Hij knikt, drinkt zijn glas leeg. Ik verdwijn het toilet in. ‘En ik hou zo van praten,’ zegt hij nog.
Dit stuk verscheen eerder op de
weblog van Elke Geurts