Een vijftal berichten in het nieuws (nos.nl) van afgelopen week waren opvallend en zijn wat mij betreft typerend voor de staat waarin onze democratie zich bevindt. Zij vormen de basis voor mijn betoog in dit artikel. Renske Leijten verlaat Tweede Kamer; weg uit giftig Den Haag. Zes miljard per jaar extra nodig voor bijstand en minimumloon. Overheid moet luisteren naar coronasceptici. Kamer schuift parlementaire enquête Coronabeleid op de lange baan. Ook na begrafenis 17-jarige Nahel gaan rellen in Frankrijk door.
Het valt mij op dat de meeste mensen nog steeds in het romantische beeld leven van de samenleving zoals in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw, waarbij de democratie en politiek het nog voor het zeggen had en de economie slechts een onderdeel vormde van de samenleving. Zij vergeten dat 40 jaar geleden onze maatschappij structureel is veranderd met het in de achterkamertjes genomen besluit tot de invoering van de neoliberale economie, de radicale en dogmatische vorm van kapitalisme. Die in onze politiek inmiddels door alle partijen wordt ondersteund, behalve SP, Partij voor de Dieren en Bij1 van Sylvana Simons. Onze samenleving is niet liberaal, onze samenleving is niet sociaal, onze samenleving is niet christelijk. Al deze menselijke waarden zijn opgeofferd voor de materialistische waarden van de neoliberale economie, die onze politiek en democratie heeft gegijzeld. Daarmee zijn de om de zoveel jaar terugkerende verkiezingen verworden tot een ritueel zonder inhoud, dat enkel nog het neoliberale systeem legitimeert.
Neoliberale economie betekent onbegrensde ruimte voor de vrije markt, waarbij de dynamiek gebaseerd is op het darwinistische overlevingsmechanisme van het recht van de sterkste, een van de pijlers van ons narratief. Voor het neoliberalisme hebben mens en natuur geen intrinsieke waarde, maar zijn het gebruiksvoorwerpen voor het systeem, krijgen hun waarde op de vrije markt. Dat is een vergaande radicalisering van het kapitalisme. Het pact tussen materialisme en kapitalisme vindt in het neoliberalisme zijn hoogtepunt, waarbij de economie niet langer een neutraal onderdeel uitmaakt van de maatschappij, maar dwingend is geworden. Een geloof, een religie die in hoge mate ons mens- en wereldbeeld bepaalt. Niet openlijk zoals in een dictatuur, maar langzamerhand en verborgen heeft dit systeem zijn invloed verspreid op bijna al onze leefgebieden en werkvelden. In een normale en humane maatschappij wordt een kapitalistisch vormgegeven economie begrensd door een transparante en integere overheid die zich inzet voor bescherming van de mens, de natuur, maar ook de democratie. De politiek, om te beginnen bij toenmalig premier Ruud Lubbers, maar doorgezet door al zijn opvolgers, Kok, Balkenende en uiteraard Mark Rutte, heeft juist een grote stap teruggedaan en de neoliberale economie gefaciliteerd en onze samenleving laten bepalen. De politiek heeft zijn sociale, christelijke en liberale basis verloochend. Partijen zijn gezwicht voor het neoliberale sprookje, dat gelooft dat als mensen aan de bovenkant maar steeds rijker worden, dit automatisch doorsijpelt naar beneden, naar het volk. De werkelijkheid laat steeds meer zien dat dit een grote illusie is. Schokkend dat wij met z’n allen, in slaap gesust door onze materiële welvaart, hardnekkig vasthouden aan de waandenkbeelden van het neoliberalisme. Alsof de keizer die poedelnaakt voor ons staat, inderdaad kleren aanheeft.
De buiging die de politiek voor het neoliberalisme maakt, heeft grote gevolgen voor onze democratie en de invloed van de burger. Ten eerste de grote kloof en toenemend wantrouwen tussen politiek en burger. Als de overheid niet langer mens gericht is, maar geld en materie centraal zet, dan is het logisch dat burgers zich in toenemende mate niet gezien voelen en in de steek gelaten. De afgelopen parlementaire enquêtes (Groningen, toeslagenaffaire) komen telkens tot diezelfde conclusie. Schrikbarend is dat de weinige politici die zich dan wel hard maken voor de burger en menselijke waarden, zoals Renske Leijten van de SP, uit de politiek stappen. Leijten spreekt niet voor niets van een giftig politiek werkklimaat. Zij is hevig teleurgesteld in de stroperige uitvoering van de conclusies uit de parlementaire enquête van de toeslagenaffaire. Met de beloofde enquête over het discutabele coronabeleid maakt de politiek het nog bonter. Men schuift die gewoon op de lange baan en maakt daarmee duidelijk dat burgers, die recht hebben op transparant beleid, absoluut niet serieus worden genomen. En maakt daarmee het vertrouwen in de politiek en de democratie nog kleiner.
Ten tweede de steeds grotere kloof tussen rijk en arm, haves en have-nots, winners en losers. De schuld hiervan wordt eenzijdig gelegd bij een steeds grotere groep mensen, die niet meer mee kunnen voldoen aan de toenemende eisen van onze neoliberale, geld gestuurde maatschappij en daardoor afhaken. Een sterk staaltje van blaming the victim. Zij hebben geen enkele waarde voor de neoliberale economie en worden dus aan de kant gezet, verwaarloosd en moeten het zelf maar uitzoeken. Mensen aan de onderkant van de samenleving komen structureel 6 miljard per jaar tekort om een menswaardig bestaan te kunnen leven, zoals onderzoek laat zien in het eerdergenoemde bericht van de NOS.
Ernstig is dat mensen die kritisch zijn op ons neoliberale narratief, dat een bundeling is van materialistische en kapitalistische waarden en uitgangspunten, worden weggezet als wappies, asocialen, extreemrechts, staatsgevaarlijk, als verspreiders van nepnieuws. Vooral tijdens de coronacrisis werd dit collectieve mechanisme zichtbaar, een tendens die zich helaas voortzet en onze samenleving negatieve trekjes geeft van groepsdenken en totalitarisme. Met een verdere polarisering en uitholling van democratische waarden als gevolg, waarbij de onmacht en woede van burgers wordt geframed, gebagatelliseerd en dus geen plek krijgt. Terwijl juist naar deze mensen moet worden geluisterd, zegt het eerdergenoemde nieuwsbericht bij de NOS. Ik begrijp dan dat gewelddadig verzet nog je enige middel is als je als burger zo klem zit, zo gevangen zit in het systeem. Zoals in de buitenwijken in Parijs, waar de rellen al bijna een week duren. Het is een teken dat wij als democratie hebben gefaald en het contact met verschillende groepen burgers zijn verloren. Het is schokkend om te zien dat de politiek zo weinig moeite doet om de kloof tussen burger en politiek te overbruggen, het vertrouwen terug te winnen.
Als maatschappelijk werker gaan mensen en de samenleving mij aan het hart. Ik maak mij grote zorgen over het ondergeschikte belang van mens en natuur (klimaatcrisis) veroorzaakt door het dominante, neoliberale systeem dat al 40 jaar lang vrij baan krijgt van de politiek. In dit artikel wil ik aantonen dat het economische systeem dat wij aanhangen niet deugt, grote schade toebrengt aan samenleving en democratie. Mijn vraag in deze is; hoe verzet je je dan tegen een systeem, dat niet deugt, maar waar al 40 jaar lang democratisch voor wordt gekozen en daarmee wordt gelegitimeerd? Hoe maak je jezelf zichtbaar, zodat je je gezien voelt? Moeten wij activistisch, maar ook gewelddadig verzet per definitie afkeuren, omdat dit niet binnen de letterlijke demonstratie lijntjes past van de beleidsmakers, waartegen juist wordt geprotesteerd omdat het duidelijk is dat zij verkeerd beleid maken? Zelf probeer ik mijn boosheid en onmacht om te zetten in het schrijven van artikelen, maar ook in het op een eigen manier vormgeven van mijn maatschappelijk werk, waarbij ik de (kwetsbare) mens centraal zet en gericht ben op zijn mogelijkheden om te groeien. Daarnaast stem ik op een partij, die zich expliciet uitspreekt tegen het neoliberale systeem, dat zichtbaar destructief is voor mens, natuur, samenleving een democratie. Wat is jouw manier van verzet? En vind je activistisch of gewelddadig verzet zoals in Frankrijk per definitie af te keuren en hoe zou je willen dat de politiek op dit verzet zou reageren?