Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Genoeg van de zure Nederlander

  •  
17-08-2012
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
383 keer bekeken
  •  
BNNVARA fallback image
Dat moraliserende rechtscalvinisme verziekt al veel te lang de sfeer in dit koude, natte landje
Wanneer de verkiezingen dichterbij komen zal ook de welbekende daverende retoriek weer eens de vaderlandse media doen trillen. In deze tijd van crisis, met het clichematige geschreeuw om ‘leiderschap’, valt te verwachten dat politici weer eens een wedstrijdje gaan doen wie de stoerste is.
Een elan van machismo zal over de lijsttrekkersdebatten heendalen. Wat zo typerend is aan Nederland, is dat het machismo altijd een calvinistisch kantje heeft. Politici zullen gaan slaan op de trom van het macho-calvinisme: een oerhollandse boterham met ontevredenheid, gezet in de competitieve taal van het wereldomvattende testikeldom.
Onnederlands machismo Machismo is geen Nederlands begrip. Het woord komt uit Zuid-Europa en het heeft veel te maken met de culturele wijze waarop mannelijkheid daar geuit wordt. Dat is: een man die vooral zichtbaar is buitenshuis, die openlijk veel vrouwen versiert, die de bloemetjes buiten zet en het breed laat hangen. Machismo staat voor uiterlijke status, voor het zorgvuldig onderhoud van de masculiene facade. Maar dan wel van het soort mannen dat tot in lengte van dagen bij hun moeder blijft wonen.
Dat soort machismo hoort niet bij Nederlanse mannen. Nederlandse mannen en vrouwen zijn er zelfs een beetje bang voor. Denk maar aan de angst voor het gesis op straat van het uit Marokko geimporteerde machismo. Dat neemt niet weg dat Nederlandse mannen hun manier hebben gevonden om een hierarchie te formeren. Dat doen ze echter niet door middel van zichtbare opschepperij en openbare uitingen van viriliteit, maar via het zuinige, zelfopofferende en zure calvinisme, dat hier al sinds de zestiende eeuw het levensplezier bederft.
Zure zelfopofferende hardwerkende Nederlanders Calvinisten geloven werkelijk dat het ons nederige zondaars niet gegund is om plezier te hebben of een leven te leiden wat overeenkomt met onze innerlijke behoeftes. Nee, wij moeten werken in het zweet ons aanschijns. Veertig uur op zijn minst, en eigenlijk wel zestig. Langzamerhand is bij de ontkerkelijking de religieuze achtergrond van dit streven verdwenen en vervangen door zogenaamd economische motieven: denk aan de staatsschuld, de economische groei of de verschrikkelijke concurrentie uit India en China. De zelfopofferende calvinist is veranderd in een ‘hardwerkende Nederlander’.
Het machismo – in retorische zin – zit hem in de mate van zelfopoffering. Hoe harder je werkt, hoe meer je jezelf opoffert, hoe meer je bij de stoere jongens hoort. En als je minder werkt, werkloos bent, bij de overheid werkt, kunstenaar bent, ‘links’ stemt of via stakingen opkomt voor je recht, ben je een afhankelijke parasiet, een profiteur, een inferieur persoon die plezier maakt met behulp van andermans zuurverdiende belastingcenten.
Vooral die zuurverdiende centen. De Nederlandse macho-calvinist moet natuurlijk heel veel leuke dingen opzij zetten om zich elke dag weer naar zijn vervelende baan te slepen. Die baan is blijkbaar niet leuk, want waarom zou hij anders een ‘hardwerkende’ Nederlander zijn? Dan zou hij een vrolijkwerkende Nederlander zijn en dat klinkt toch weer heel anders en is retorisch niet zo effectief. Feit is blijkbaar dat veel Nederlanders een onprettige loonwinning hebben anders waren ze niet zo gevoelig voor dat hardwerkende stijlfiguur. Die narigheid maakt dat ze op het einde van de dag zitten met een restfrustratie, een murkige opeenstapeling van ontevredenheid, gefnuikte dromen en een gevoel tekortgedaan te zijn. Wellicht hadden ze liever meer tijd doorgebracht met hun kinderen, iets creatiefs gedaan dat geen marktwaarde heeft, of gewoon eens de tijd te genomen om werkelijk over de dingen na te denken. Van die dingen die de meeste mensen zich pas vlak voor hun dood realiseren.
Restfrustratie Om echter die restfrustratie te kanaliseren wordt die door rechtse retoriek naar buiten gericht. Dan komt machismo weer om de hoek kijken, want er zijn altijd anderen om op te spugen, om bovenop te gaan staan. Dat kunnen die luie Grieken uit Zuid-Europa zijn, gevaarlijke staatsondermijnende moslims, uitkeringstrekkers, De ‘linkse grachtengordel’, de overlastgevende Polen enzovoort. Zolang de hardwerkende Nederlander zijn frustraties buiten zichzelf plaatst, hoeft hij niet na te gaan denken waarom hij alweer zo hard werkte (en zulk vervelend werk deed).
Misschien wel het meest onuitstaanbare aan het calvinistische machismo is dat die zo ontzettend moralistisch is. Het is die nare protestantse werkethiek die voortdurend maar wordt aangehaald, met de dreinende boodschap dat ‘we’ weer harder moeten werken (40 uur!) en de broekriem aanhalen. Is het nou zo moeilijk om gewoon eens toe te geven dat het helemaal niet nodig is om steeds harder te werken en rijker te worden? Dat we ver genoeg zijn qua techniek en ontwikkeling om iedereen in dit land meer dan genoeg te laten hebben om gelukkig te zijn met 0-groei? Dat we alleen maar onze prioriteiten wat anders moeten leggen en de koek iets beter moeten verdelen?
Dat moraliserende rechtscalvinisme verziekt al veel te lang de sfeer in dit koude, natte landje. Laten we er dit keer gewoon eens niet in meegaan. Genoeg is genoeg. Ophouden. De zon schijnt. Tijd voor iets heel anders.

Meer over:

opinie, leven
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.