Geen woord over de bankencrisis
• 16-10-2010
• leestijd 3 minuten
In het regeerakkoord staat geen woord over bankregulering.
Aan de bedragen kan het niet liggen. Sinds 2008 is er 100 miljard euro bijgedrukt en gefourneerd aan banken en verzekeraars en werd er 200 miljard euro aan kredieten gegarandeerd. Sindsdien is in de financiële sector in essentie niets ander gebeurd dan het veranderen van de boekhoudregels. Het regeerakkoord vraagt zich niet af of geld bijdrukken (door de Europese Centrale Bank (ECB), waarover straks meer) een goede maatregel is en al helemaal niet hoe het in de toekomst vermeden kan worden. Het bezuinigen van 18 miljard heeft geen enkele betekenis voor de oplossing van de bankencrisis.
Dat alle geld ontstaat door een gelijktijdige toename van de schulden geldt niet alleen voor de ECB. Het geldt ook voor gewone banken. Als een bank een hypotheek verstrekt, dan drukt het geld bij. Dat geld verlaat de bank als schuld. En als een krediet verstrekt wordt, dan gebeurt dat met bijgedrukt geld, waardoor de geldhoeveelheid groter wordt. De overheid stimuleert dit door hypotheekrenteaftrek en renteaftrek van winstbelasting.
Geldcreatie en schuldcreatie gaan hand in hand. De kredietcrisis is het gevolg van een explosie van schulden maar daarmee dus ook van de geldhoeveelheid. Hierdoor zijn de prijzen van goederen gestegen (inflatie), maar ook de prijzen van huizen en aandelen, die voor het overgrote deel met schuld worden gefinancierd. Die lijken dan veel waard, maar dat is deels verkapte inflatie. De gestegen huizen- en aandelenprijzen flatteerden zo de bankbalansen.
Over schuld moet ook rente betaald worden, waardoor de schuld toeneemt. Tegelijkertijd wordt de geldhoeveelheid niet groter, die blijft gelijk. De consequentie is dat al het geld dat er is (de totale geldhoeveelheid) kleiner is dan het bedrag dat openstaat aan schulden. Het gevolg is dat er simpelweg niet genoeg geld is om alle schulden af te betalen. Meer geld bijdrukken is geen optie, want dat vergroot de schulden weer (en door de rente nog meer).
Faillissementen zijn in het geldsysteem ingebouwd. Een failliete bakker op de hoek is vaak een persoonlijke tragedie, maar uit maatschappelijk oogpunt niet zo erg. Echter, als er genoeg bakkers failliet gaan, dan gaan de banken ( bij wie de bakker een schuld heeft die hij niet kan afbetalen) failliet.
Banken zijn zeer wankel, omdat ze weinig eigen vermogen hebben. Enkele wanbetalingen is al genoeg om ze in de problemen te brengen. ING heeft bezittingen ter waarde van 1.200 miljard euro. Tegelijkertijd bracht het verlies op de zogenaamde Alt-A hypotheken (risicovolle hypotheken, waar de staat zich in 2008 garant voor heeft gesteld) van 10 miljard deze bank al in de problemen. Waarom? Omdat van die 1.200 miljard 35 miljard eigen vermogen is, en de rest geleend. Als drieënhalf van zulke hypotheekpakketten net zo in waarde dalen als de Alt-A hypotheken, kan ING al niet meer aan zijn verplichtingen voldoen. Dit alles overigens onder de veronderstelling dat die 1.200 miljard niet geflatteerd is.
Geld bijdrukken is een korte termijn-oplossing, het lost uiteindelijk niets op. Het verplaatst alleen schulden van de private sector naar de overheid. En omdat de geldhoeveelheid vergroot wordt, kan er (hyper)inflatie ontstaan.
Er zal een ander geldsysteem moeten komen, of in ieder geval zullen de schulden moeten worden verminderd. Concrete maatregelen zijn het afschaffen van de hypotheekrenteaftrek (inmiddels een kostenpost van 15 miljard euro), het verhogen van kapitaaleisen voor banken waardoor ze minder kunnen lenen, het afschaffen van renteaftrek van de winstbelasting, het voorkomen dat private equity en hedge funds met geleend geld speculeren, het ontmoedigen van schuld gefinancierd beleggen door een BTW op financiële transacties (Tobintaks). Een andere goede maatregel zou zijn dat banken pas bonussen en dividend mogen uitkeren als alle schulden aan spaarders zijn afgelost (winstinhouding).
Het is de vraag of het overheden en toezichthouders lukt om de schuldenberg op ordentelijke wijze af te wikkelen. Er wordt nu iets aan bankregulering gedaan door het zogenaamde Basel 3-akkoord. Dat is op zichzelf positief, maar de maatregelen zijn uitgesteld tot 2019 en het werkelijke probleem (een gelijktijdige explosie in schulden, geldhoeveelheid en aandelen- en huizenprijzen) wordt er niet door opgelost. Juist van regeringspartijen die zich laten voorstaan op deugdelijk financieel beleid had véél meer mogen worden verwacht.
David Hollanders schreef dit stuk samen met politicoloog Jasper Laros