Een hele hete zomer in Palestina, zonder water, met uitzicht op een groene Israëlische nederzetting en nog altijd geen uitzicht op een bezoek aan Nederland
Oh wat heerlijk. Het is vandaag even niet zo heet. Er zijn wolken aan de blauwe lucht die regelmatig even voor de zon schuiven. En er waait zowaar een windje. Je hoort het ruisen van de blaadjes in de grote olijfboom in onze tuin.
De afgelopen weken was vreselijk. Wat een hitte. ‘Nar’, zeggen ze hier in het Arabisch, ‘vuur’. Je hebt nog niet gedoucht of het zweet druipt alweer van je af. De meeste mensen blijven overdag zoveel mogelijk binnen met een ventilator of de airco aan.
Na weken hitte, droogte en stof, begon ik enorm naar regen te verlangen. Ik had nooit gedacht dat ik dat ooit zou zeggen, maar Nederland leek ineens een paradijs. Met zoveel regen, met plassen, sloten, rivieren, kanalen, meertjes en de zee, die voor iedereen toegankelijk is! Ik wil niets liever dan naar Nederland. Maar onze dochter heeft nog altijd geen geboortecertificaat met ID nummer gekregen van de Israëlische autoriteiten, dus we hebben geen paspoort voor haar en kunnen niet reizen. (Lees daarover meer in mijn eerste blog)
Ondertussen was het oorlog. En in dezelfde zee gaan zwemmen waaraan op dat moment ruim anderhalf miljoen Palestijnen werden gebombardeerd was op zijn zachtst en cynisch gezegd ook niet zo’n aantrekkelijke gedachte. Bovendien hebben de meeste van mijn Palestijnse vrienden geen toegang tot de Middellandse Zee, omdat ze achter de Muur opgesloten zitten.
Dus. Wat doe je dan? Een vriendin uit Bethlehem vertelde dat ze een zwembadje had gekocht en dat ik met onze baby Louisa bij haar kon komen om lekker in het water te poedelen. Dat leek me geweldig. We spraken af voor eind van de week, want op dit moment hadden ze geen water, maar dat zou hopelijk tegen het einde van de week wel weer komen.
Geen water. Ja, dat gebeurt regelmatig in de Palestijnse steden en dorpen in de Westbank. De Palestijnen hebben zelf geen toegang tot hun watervoorraad onder de Westbank. Die wordt gecontroleerd door de Israëlische waterleidingmaatschappij Mekorot. Mekorot pompt het water onder de Westbank weg en verkoopt het vervolgens aan de Palestijnse waterleidingmaatschappij, maar in te kleine hoeveelheden en voor een hoge prijs. Daarom moet de Palestijnse waterleidingmaatschappij het water verdelen, want er is niet voldoende om alle huizen elke dag van water te voorzien.
In de zomer komt het water vaak maar één of twee dagen per maand uit de kraan. Het wordt per buurt verdeeld. Meestal volgens een vast schema, maar dat werkt niet altijd. Zodra het water komt, gaat iedereen heel hard aan het wassen, poetsen en schoonmaken en tegelijkertijd worden de watertanks die mensen bovenop het dak hebben geplaatst gevuld met water. De meeste huizen hebben meerdere tanks en maken gebruik van een pomp om het water in die tanks te pompen. Sommigen hebben nog een oude waterput in de tuin die ook gevuld wordt. Dan stopt de toevoer weer en komt er geen druppel meer uit de kraan voor de rest van de maand. Als de tanks ook leeg raken en het water is nog niet terug, dan zit je dus zonder water. Je kunt geen afwasjes doen, geen wassen draaien, het toilet niet doorspoelen, niet schoonmaken, niet douchen en geen zwembadje vullen.
Mijn man en ik runnen een café in de Westbank en ook wij hebben daar regelmatig te maken met het opraken van het water. En dat is niet handig, als je een café runt. Niet alleen werkt je koffiemachine dan niet meer, maar ook kun je geen keuken runnen zonder water of het café schoon houden. Dus dan kun je de tent wel sluiten.
Als het nou zo was dat er een algemeen watertekort was, waar iedereen onder leed, dan zat je samen in hetzelfde schuitje (in de woestijn dan dus), maar terwijl de Palestijnen zonder water zitten, hebben de ruim half miljoen joodse Israëli’s die in de nederzettingen in de Westbank wonen wel 24 uur per dag water.
Volgens Israëlische statistieken krijgen de joodse kolonisten in de Westbank 70 keer zoveel water per persoon dan de Palestijnse inwoners van datzelfde gebied. De nederzettingen zien er dan ook uit als groene oases, met veel palmbomen, groene tuintjes, parken, plantsoenen en zwembaden. En we hebben het echt over een afstand van soms nog geen 500 meter tussen de huizen aan de rand van de Israëlische nederzetting en de eerste Palestijnse huizen van het aangrenzende dorp.
Water is een eerste levensbehoefte en moet eerlijk verdeeld worden. En ik zal nooit meer klagen over de regen in Nederland.
Kristel Letschert komt oorspronkelijk uit Utrecht, maar woont en werkt al een aantal jaar in de Palestijnse gebieden. Vanuit Beit Safafa, een Palestijns dorp aan de Israëlische kant van de muur, houdt ze voor Joop wekelijks een blog bij over wat het betekent om, getrouwd met een Palestijn, op de Westbank te wonen.