Voorzitter van huisartsen: Pijnbestrijding moet het uitgangspunt worden
Steven van Eijck, voorzitter van de Landelijke Huisartsen vindt dat ouderen niet zomaar een chemokuur of een nieuwe heup moeten krijgen als duidelijk is dat de behandeling alleen levensverlengend is.
Op Radio 1 stelde hij dat niet de lengte, maar de kwaliteit van leven centraal moet staan bij de behandeling van patiënten.
“In ziekenhuizen komen vaak oudere patiënten die meerdere aandoeningen hebben. Technisch kunnen ze veel krijgen, een nieuwe heup of een chemokuur. De vraag die je ze dan moet stellen is of zo oud mogelijk worden het uitgangspunt is? Of is dat de kwaliteit van leven? Bij zo’n gesprek merk je vaak dat de patiënt dan toch een andere keuze maakt en niet kiest voor behandeling.”
Van Eijck wil aandacht voor intensieve gesprekken tussen arts en patiënt. Die worden door verzekeraars vaak niet vergoed, terwijl dat volgens de arts zulke belangrijke gesprekken. “De arts moet er over praten en voor de patiënt de keuzes in beeld brengen. Het laatste woord ligt altijd bij de patiënt.”
Ook bij het premiersdebat kwam deze zorg ter sprake. Van Eijck meent dat de politiek moet wegblijven bij het gesprek tussen patiënt en arts. Volgens hem zien specialisten in het ziekenhuis iemand als ‘ziek’, totdat het tegendeel bewezen is. Bij huisartsen is dat andersom. Volgens hem gebeurt het nu al vaak dat huisartsen samen met specialisten de behandelwijze met elkaar bespreken en die duidelijk in kaart proberen te brengen voor de patiënt. “Maar dit moet de norm worden”, aldus van Eijck.
Wanneer artsen zich meer richten op pijnbestrijding dan behandeling scheelt dat bovendien honderden miljoenen euro’s, aldus van Eijck.