
In Nederland zitten we nu in het formatieproces. Dit proces zou nog weleens langer kunnen duren dan gewenst. Als we vanaf 1945 rekenen, duurt het gemiddelde formatieproces rond de honderd dagen — ongeveer drieënhalve maand dus. De laatste drie formatieperiodes waren echter ruim over de tweehonderd dagen. Aangezien D66 de kleinste grootste partij ooit is, is de kans groot dat deze formatie langer gaat duren dan wenselijk. Er zijn minstens vier partijen nodig voor een meerderheid, die allemaal wensen hebben voor een coalitieakkoord.
Maar goed, einde verhaal? Kun je weer verder scrollen? Nog niet. Want er is iets opvallends aan de hand. De VVD reageert op GroenLinks-PvdA met een intensiteit die grenst aan obsessie — niet rationeel, maar bijna persoonlijk. Alsof samenwerking met links een groter gevaar is dan mensen die AZC’s en raadszalen met vuurwerk bekogelen. Wat zit daarachter? Twee verklaringen dringen zich op. Samen vormen ze misschien wel een derde — dus laten we de ruis meteen wegknippen en kijken naar wat er werkelijk speelt.
Hoe dan ook zal de VVD macht moeten inleveren — dat weten ze zelf ook. Maar Dilan Yeşilgöz lijkt haar verlies alvast te hebben omgezet in strategie. Haar aanpak doet denken aan wat de Estse premier Kaja Kallas ooit de Russische school van onderhandelen noemde: val alles aan, eis het onmogelijke, en beschouw elke concessie daarna als overwinning. Oekraïne als metafoor voor iets totaal onredelijks — Donbas als de buit die ze uiteindelijk krijgt. Een paar ministersposten, wat invloed op financiën, en de illusie dat ze nog steeds de regie heeft. Zo verandert verlies in narratief: macht kwijt, maar het frame behouden. En dat is voor de VVD misschien de grootste winst van allemaal.
Optie twee is op een manier nog cynischer. Hoewel de demissionaire constructie met BBB waar ze nu in zitten compleet bizar is, maakt deze constructie VVD machtiger dan ooit. Met BBB hoeven ze amper water bij de wijn te doen. Zo had Justitieminister David van Weel toestemming om traangas in het water van waterkanonnen te vermengen. Hier zou een coalitie met D66 en GroenLinks/PvdA nooit akkoord mee gaan bijvoorbeeld.
Door de formatie te vertragen, houdt de VVD precies wat ze wil: macht zonder mandaat. Ze zijn al demissionair, dus ze kunnen niet “afgezet” worden. En zolang de impasse voortduurt, kunnen ze beleid doorduwen dat in een volwaardig parlementair debat geen schijn van kans zou maken. Zo gijzelen ze niet alleen hun politieke tegenstanders, maar ook de democratie zelf — onder het mom van bestuurlijke stabiliteit.
Optie drie kan een beetje van beiden zijn. Iets krijgen dat je niet hebt, en niet uit handen geven wat je nog hebt. Hoewel dat zeker meespeelt, dekt dat niet de volledige lading. Het is een stuk fundamenteler. De VVD voelt het einde van haar tijdperk naderen. Veertig jaar neoliberale vanzelfsprekendheid loopt op haar laatste benen. Ze hebben dit geprobeerd af te remmen door samen te werken met extreemrechts, maar daardoor werd de regering onbestuurbaar.
Ze voelen het, ook al zeggen ze het niet. De wind van de tijd is gedraaid. De vanzelfsprekendheid waarmee neoliberalen ooit konden zeggen dat “de overheid niet de oplossing is, maar het probleem”, klinkt nu hol. Mensen willen geen efficiëntie meer, maar rondkomen. Geen flexibele markt, maar vaste grond. En dus klampt de VVD zich vast aan wat rest: het frame van redelijkheid, de pose van bestuurservaring.
Maar dat verhaal is op. En dat weten ze. Daarom is deze formatie geen strijd om de macht, maar een strijd om betekenis. Om wie de toekomst mag definiëren nu het neoliberale experiment zijn houdbaarheidsdatum voorbij is. De formatie sleept zich voort, en dat is precies de bedoeling. Wat we zien is niet alleen politieke traagheid, maar een gecontroleerde aftakeling van een tijdperk dat weigert te sterven.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.