Fundamenteel onderzoek in het gedrang
• 28-06-2011
• leestijd 2 minuten
Fundamenteel onderzoek gaat om kennisvermeerdering en -verdieping, zonder dat daarvoor een vooropgesteld economisch of maatschappelijk doel aan ten grondslag ligt
Maxime Verhagen wil 350 miljoen euro bestemd voor fundamenteel onderzoek overhevelen naar innovatieve projecten die Nederland economisch sterker moeten maken. Jonge wetenschappers maken bezwaar tegen deze gang van zaken omdat hiermee het fundamenteel onderzoek in Nederland uitgehold wordt.
De overheid heeft het bedrijfsleven gevraagd om innovatieve projecten in 10 sectoren te benoemen waar het onderzoeksgeld aan besteed moet worden. Deze zogeheten topteams hebben inmiddels hun rapporten gepresenteerd. Het uitgangspunt is om gerichter onderzoek te doen, waar sneller een economische waarde uit voortkomt. Verhagen vindt de bezwaren van de wetenschappers vooral koudwatervrees, maar gaat voorbij aan het feit dat fundamenteel onderzoek zich niet direct laat herleiden naar economische waarde. Noch is het zo dat dergelijk onderzoek zich laat sturen door economische of maatschappelijke ontwikkelingen. Fundamenteel onderzoek gaat om kennisvermeerdering en -verdieping, zonder dat daarvoor een vooropgesteld economisch of maatschappelijk doel aan ten grondslag ligt. Dat valt ook niet te bepalen omdat er sprake is van een volledige blackbox situatie. Veel van dit type onderzoek blijft ook vaak liggen op de plank omdat er nog geen toepassing voor is.
Het is merkwaardig dat Verhagen nu innovatieve projecten gaat subsidiëren die door het bedrijfsleven als potentieel economisch rendabel worden gezien. Want in plaats van dat Verhagen de schuldvraag over het gebrek aan samenwerking en synergie tussen wetenschap en onderzoekers, neerlegt bij de wetenschap, kan men zich afvragen waarom het bedrijfsleven in Nederland dit soort projecten dan zelf niet oppakt? Een potentieel rendabel project heeft een Return on Investment. Blijkbaar is het Nederlandse bedrijfsleven niet bij machte of ter wille om zelf het initiatief te tonen.
Het is in deze niet de wetenschap die aan het infuus van de Overheid hangt, maar het bedrijfsleven dat pas risico’s durft te nemen op het moment dat Den Haag gaat mee financieren. Is dit nu de volprezen marktwerking? Inderdaad heeft Nederland te lang en teveel subsidies gespendeerd om wetenschap en bedrijfsleven aan elkaar te koppelen. Teveel van die maatregelen, vooral door het CDA genomen, [Balkenende innovatieplatform] zijn jammerlijk mislukt. Niet vanwege kennis en kunde gebrek bij de wetenschappers, maar eerder door de passieve houding van het Nederlands bedrijfsleven. Het investeringsniveau van het Nederlandse bedrijfsleven ligt dan ook laag in vergelijking met andere West-Europese landen. Dat los je dus niet op door als overheid 350 miljoen van fundamenteel onderzoek over te hevelen naar het bedrijfsleven. De afhankelijkheid wordt dan alleen maar groter. De overheid kan wel zorgen voor gunstige randvoorwaarden en soepele regelgeving. Maar 350 miljoen weghalen bij fundamenteel onderzoek is als het gas uitzetten onder een pan met borrelend heet water.