
's Maandags pas ik dus op. Mijn meiden zijn gemixt qua kleur en afkomst, en maken zich alleen in het Nederlands verstaanbaar. In deze taal heb ik ze vandaag wijsgemaakt dat als zij wortels eten, zij de mooiste ogen zullen krijgen. In diezelfde taal zochten wij vanavond (tevergeefs) naar het paard van Sint. Er brandden overal lampjes. Maar Sint noch Pieten, noch het Paard waren ergens te bekennen. Hand in hand keerden wij terug naar huis. Hun mutsjes verscholen hun brunette krullen. Hun blote handjes voelden best koud in mijn handpalmen. Hun koude vingertoppen hielden ze voor geen centimeter bezig. Deze meiden van mij leefden volop, en alleen maar in de hoop dat wij het Paard van de Sint ergens zouden vinden. Hun hoop op Sint maakte mij eigenlijk best verdrietig.
"Jullie beginnen dit leven net pas. En, eerlijk gezegd, er is geen Sint, en ook geen Piet. Er is geen goede Fee. Er is eigenlijk niks meer en minder dan Wij. Wij zijn de enige werkelijkheid. Wij van nu bepalen jullie heden en jullie toekomst. En die van de bomen en van de lucht om jullie heen. En van het lot van onze (huis)dieren."
Sietse, een hond, is hier een favoriet, maar er volgen ook katten: Saar, Vojislav, Čedomir, Stanislav, Kees. Mijn meiden groeien ook op met visjes. Mijn meiden houden van het leven en van alles wat leeft. Zelfs van figuren die niet bestaan, maar door middel van verhalen ergens rondslingeren. Het is het leven dat hen bezighoudt en van hen een waardig en meelevend mens gaat maken. Zolang ik, en alle andere betrokken volwassen, hen bij maar die waarde van een eerlijk leven blijven betrekken, dan kunnen zij veel later, na mijn dood, tegen een medemens zeggen: "Als mens ben ik rechtvaardig."
En ik gun ze die opvoeding. De opvoeding die hen waarden en normen aanleert. Dat alles wat leeft een eerlijk leven waard is en als zodanig ook nog het recht en de moed mag hebben om voor het eigen leven op te komen. En als een levend wezen in zijn rechten benadeeld is, dat mijn meiden zo opgevoed zijn dat zij voor de benadeelde rechten gaan (en durven) op te staan.
Terwijl ik dit schrijf, belt hun moeder mij op.
"Zelfs op Jeugdjournaal hebben zij het over de noodpakketten..."
"Zou jij er voor willen zorgen dat ook mijn broertje voorzien is met een noodpakket, aub?.."
"En als het zo ver komt, kom jij bij ons, aub?"
Ik hing op. Daarvoor zei ik nog, enigszins lachend: "Ah, dit hebben we alles meegemaakt en noodpakketten zijn geen oplossing. Wij redden ons wel, als het zo ver komt. Hebben we toen ook gedaan en maak je je geen zorgen."
Ga vooral verder met je opvoeding als moeder. Die de nieuwe mensjes de waarden en normen aanleert dat het leven ons grootste goeds is en onze rijkdom. Maak van je kroost een rechtvaardig mens. Een mens dat te allen tijde vrede en rechtvaardigheid nastreeft. En dat doe je en bereik je door middel van dialoog en compromissen. Fuck de noodpakketten. Als het leven zover komt dat ons leven van noodpakketten afhankelijk is, dan heeft de beschaving zichzelf wederom opgegeven.
"Zie ginds komt de stoomboot..."
Moe van alle stomen van afgelopen jaren die ik meemaakte, verlang ik naar een boot die niet stoomt, liefste Sint, alstublieft.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.