Fruit, feiten & frames
• 12-04-2011
• leestijd 3 minuten
Schoolfruit functioneert vooral als troeteldossier om het nut van de EU te kunnen illustreren
‘Schoolfruit’ is in Brussel populair. Het klinkt kindvriendelijk en de media nemen de term makkelijk over van spindoctors. Of zit er een plekje aan?
Schoolfruit wordt door de EU gepropageerd in het kader van gezondheidszorg en zelfs obesitasbestrijding. De keuze voor die invalshoek is een schoolvoorbeeld van framing. Je presenteert een beleidsmaatregel onder een acceptabel klinkende dekmantel. Waarom zou je je daarover dik maken? De belangrijkste reden moet zijn dat er onder die glanzende schil iets afwijkt. Want bij schoolfruit gaat het om ordinaire handelsbelangen in een plausibele gezondheidsverpakking. Natuurlijk, appels zijn altijd beter dan mierzoete toetjes met fruitsmaak, maar ik wil het hebben over de landbouwbelangen achter ‘schoolfruit’.
Zorg is een kerntaak van de lidstaten zelf, niet van de EU. Om appels uit te delen heeft Nederland Brussel niet nodig. Het eerste jaar experimenteren met EU-schoolfruit leverde een mislukking op: van de beschikbare 90 miljoen euro is slechts 33% ‘weggezet’.
Toen de lidstaten die 90 miljoen op de fruitschaal zagen liggen en wilden toehappen kwam het ‘maar’. Ze moesten co-financieren, dat wil zeggen de helft ‘zelf’ betalen. In de landbouwcommissie van het Europees Parlement die er onlangs over vergaderde was er niemand die opmerkte dat die eerste helft óók al door de belastingbetaler ‘zelf’ was opgehoest. Voor mij is dat het rondpompen van belastinggeld, Brussel ziet dat als weggeven. Uiteraard wel onder aftrek van de kosten van de eigen bureaucratie.
Wie zou denken dat de volksgezondheidscommissie van het Europees Parlement eerstverantwoordelijke is voor schoolfruit zit er naast: het betreft een economisch belang. Bij de evaluatie van het eerste jaar ‘schoolfruit’ sprak men in de landbouwcommissie dan ook niet over de eerste resultaten bij de bestrijding van zwaarlijvigheid, maar over ‘fruit verkopen’ en over ‘consumptiesturing’. Ook ging het over de teleurstelling dat het budget niet op was gemaakt. Wie op internet d
e vergadering vanaf het parlement kijk op 16:10 uur , krijgt jeuk van die manier van denken.
“Toch is het ’n goed doel, daar schijnt iedereen ’t over eens te zijn”, zei Lars Hoelgaard, een hoge landbouwpief van de Europese Commissie. Hij kwam de landbouwcommissie uitleggen wat er mis was gegaan met het project dat hij zijn kindje noemde. De commissieleden bleven hun vertrouwen houden in schoolfruit. De huidige 90 miljoen euro vonden ze zelfs ontoereikend. De liberalen, die normaliter ‘staatsbemoeienis’ beginnen te gillen, wilden het schoolfruitbudget zelfs verhogen tot een half miljard euro.
Schoolfruit functioneert vooral als troeteldossier om het nut van de EU te kunnen illustreren. Het feit dat het project alleen kinderen bereikt tussen 6 en 10 jaar met niet meer dan 30 stuks fruit per jáár, blijft voor de meeste burgers een geheim.
Gemeenten en schoolbesturen zouden schoolfruit zelf veel slimmer kunnen regelen. Dan waren ze ook vrij om te kiezen. Nu vallen kiwi’s uit Nieuw-Zeeland en fair-trade bananen uit Bolivia er niet onder omdat ze niet uit de EU komen, hoeveel vitamientjes daar ook in zitten. Door de EU beschermde bananen uit voormalige kolonies kunnen weer wel… Schoolfruit, het klinkt fraai, maar het is en blijft handel in een gezondheidsverpakking.