Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Frans Leijnse: ‘De vroege selectie in het Nederlandse onderwijs vergroot de kansenongelijkheid’

  •  
21-06-2022
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
1980 keer bekeken
  •  
leijnse

© Foto: Jaap Jansen

De staat van ons onderwijs is ‘belabberd’. Iedereen heeft zijn mond vol over kansengelijkheid, maar de selectie in het onderwijs op 12-jarige leeftijd vergroot de ongelijkheid. Dat zegt oud PvdA-Kamerlid en voormalig voorzitter van de HBO-raad Frans Leijnse in de podcast Betrouwbare Bronnen. “Tegen kinderen wordt op hun twaalfde gezegd: jij hebt veel kansen en jij minder. Dat is veel te vroeg”, zegt Leijnse. “Juist op hun twaalfde worden ze heel nieuwsgierig naar de wereld om zich heen. Als je dan al conclusies trekt, is dat wetenschappelijk gezien totaal drijfzand. De voorspellende waarde van de citotoets en het schooladvies is ongeveer nul. Je kunt op 12-jarige leeftijd niet zeggen: dit wordt een heel goede professor in de sociale wetenschappen en dit wordt een heel goede loodgieter. Je moet die kinderen drie jaar bij elkaar houden en per kind maximaal bekijken wat erin zit. En dan op 15-jarige leeftijd bepalen: die kan misschien naar de universiteit en die kan beter een andere opleiding volgen.”

Leijnse schreef er een boek over: Standenonderwijs, hoe afkomst nog steeds onze schoolloopbaan bepaalt. “42 procent van de kinderen gaat naar het vmbo. Dat betekent dat ze bepaalde vaardigheden niet meer kunnen ontwikkelen. Dan worden dus hun achterstanden niet ingelopen, maar juist vergroot.”

In de podcast pleit hij gepassioneerd voor de driejarige ongedeelde brugklas waarin elk kind individueel begeleid wordt. Vorig jaar schreef de Onderwijsraad hier ook al een rapport over, maar sindsdien is het opmerkelijk stil. Veel te stil, meent Leijnse. Het idee lijkt op het plan voor de middenschool waarmee PvdA-minister Jos van Kemenade kwam in de jaren ’70. Leijnse betreurt het dat ook zijn eigen PvdA het idee heeft laten vallen. “Zo’n driejarige brugklas is nu – door allerlei maatschappelijke ontwikkelingen - nog veel meer nodig dan toen.”

Leijnse hekelt het onderscheid tussen universiteiten en hogescholen. “Er zijn verschillen tussen hogescholen, tussen universiteiten en tussen universiteiten en hogescholen. Maar het zijn bijna altijd graduele verschillen. De diversiteit is veel groter dan de tweedeling hogescholen/universiteiten suggereert. Mijn stelling is: laat de hogescholen zich ook ontwikkelen met meer onderzoek en bachelor en master-opleidingen. Zoals in het Verenigd Koninkrijk destijds premier John Major het onderscheid tussen hogescholen en universiteiten heeft weggenomen door ze allemaal university te noemen.”

Volgens Leijnse krijgen de huidige hogescholen relatief veel minder geld voor onderwijs en onderzoek dan de universiteiten. “Minister Robbert Dijkgraaf stelt nu 300 miljoen euro extra beschikbaar om jonge onderzoekers aan universiteiten meer ruimte te geven. Uitstekend. Maar dan geeft hij aan de hogescholen, een sector die anderhalf keer zo groot is, 50 miljoen. Het HBO moet altijd blij zijn met een klein plakje, terwijl bij het WO een groot brood wordt neergelegd. Je moet dat standsverschil wegnemen.”

Leijnse was Tweede-Kamerlid en daarna senator voor de PvdA. Hij is groot voorstander van een gezamenlijke Eerste-Kamerfractie van PvdA en GroenLinks, waartoe beide partijen onlangs besloten. Hij verwacht dat het kabinet Rutte IV niet om ‘een grote fractie van Verenigd Links’ heen kan. Misschien leidt de machtsvorming in de Eerste Kamer zelfs wel tot de val van het kabinet, zegt hij. “In ieder geval zul je door die ontwikkeling een enorme druk krijgen op de Tweede-Kamerfracties van PvdA en GroenLinks om de samenwerking ook daar te intensiveren. Want het is natuurlijk van de gekken als je in de Eerste Kamer een eenduidig geluid hebt en een machtpositie, om dan in de Tweede Kamer met twee woordvoerders te blijven spreken. Als vanzelf blijkt dan dat het niet alleen defensief handig is om je niet uit elkaar te laten spelen, maar ook offensief om met gezamenlijke fractievergaderingen te gaan werken. En dan ligt naar de volgende Tweede-Kamerverkiezingen de stap naar één lijst voor de hand.”

Die lijst moet wat hem betreft worden aangevoerd door ‘een kopgroep’ met onder anderen Frans Timmermans, Marjolijn Moorman, Jesse Klaver ‘en misschien Paul Rosenmöller’. Die laatste leidt nu nog GroenLinks in de Eerste Kamer. “GroenLinks heeft zich in de loop der jaren ontwikkeld tot een partij die heel goed in de sociaaldemocratische partij van Joop den Uyl had gepast. GroenLinks trekt veel meer jongeren dan de PvdA en er is daar ook veel meer discussie dan in de PvdA.”

Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.