Foodporn: Zwarte pieten maken

De discussies maken me ziedend, het gedweil met onzin-anekdotes, hartverscheurende verslagen van ontredderde families (blank en zwart), kakofonieën van de verongelijktheid: het zal maar je hobby zijn om wekelijks een nieuw debat te voorzien van je mening. Gelukkig heb ik het liever over eten. Over de goede dingen in de samenleving. Over kunst, opera, gastronomie: zwarte pieten. Want even googlen en je komt in een wervelwind van recepten over onze favoriete zwarte vriend. Discriminerend eten – gevaarlijk lekker.

Taaitaai maken Voor de taaitaai hebben we nodig: –          190 gram basterdsuiker –          100 gram honing –          30 gram stroop –          1 dl water –          230 gram witte bloem –          200 gram roggebloem –          10 gram bakpoeder –          1 ei, losgeklopt –          4 gram zout –          Kruiderijen: vers geraspte nootmuskaat, een verpoederde kruidnagel, 1 theelepel kardemom,  1 theelepel piment, 1 theelepel gemberpoeder, 1 eetlepel kaneel, 15 gram anijspoeder, desnoods wat gemalen laurier voor een hintje drop

Vermeng basterdsuiker, honing en water tot een suikersiroop en zorg dat alle suiker is gesmolten. Meng met de overige ingrediënten en kneed tot een robuust deeg. Laat enkele uren in de koelkast rusten, zodat het deeg makkelijker uit te rollen is. In elke goede kookwinkel vind je taaitaaifiguren (denk aan de zwarte piet, in hout gegraveerd). Kneed het deeg goed in de figuur, snijd af en stort op een bakplaat. Ondertussen zorg je ervoor dat je de oven hebt voorverwarmd op honderdzestig graden.

Bak de poppen af in het midden van de oven, gedurende een twintig minuten. De taaitaaipoppen zijn klaar als de buitenkant stevig en krokant is en vanbinnen goed gegaard. Laat de poppen op kamertemperatuur komen en geniet van een stukje oer-Hollandse traditie. Wil je ze extra taai? Stop ze dan eerst een paar dagen in een plastic zak. Heerlijk: wat een nostalgie.

 

Lees iedere vrijdag Foodporn. Culinaire verhalen die er toe doen. Tips, suggesties? Mail de redactie, we komen naar je toe. 

Volg Mark Wagemakers ook op Twitter of kijk op zijn website.