Foodporn; een linkse hobby
• 14-09-2012
• leestijd 3 minuten
Een scheutje olijfolie en een paar takjes verse dille maken het af. De
geuren, de kleuren, de smaken; zo proeft liefde op het eerste gezicht
Passie is een woord dat zo vaak wordt gesproken, dat het braakneigingen oproept. Maar toch, tóch is passie de belangrijkste drijfveer in – in ieder geval – mijn leven. Mijn passie, die tinteling in de onderbuik, die lichte roes in het hoofd, het fijne gevoel van een lichte dronk.
Mijn roes ontstaat wanneer ik achter het fornuis sta. Als ik een compositie in mijn hoofd heb gemaakt van groenten, zuivel, zetmelen, koolhydraten, vlees, of vis, of gevogelte. Mijn zoektocht op de markt naar perfecte ingrediënten.
De kop en graten van een lijngevangen, dagverse kabeljauw – hoe vies dat ook klinkt – voor een vederlicht sausje. Een saus op basis van een droge Grüner Veltliner, een blaadje gekneusde laurier, een glimmend sjalotje, een ragfijn gesneden teentje knoflook uit de Lautrec, een paar gekneusde witte peperkorrels, een klont gezouten roomboter en een snufje zeezout. Daarbij gaar ik een boeket heerlijk ruikende groenten. Fnuikend verlekker ik me achter mijn vierpittertje, om een mooi gesneden wortel, een stuk venkel, wat gesneden bosui, een witte ui en een handvol wilde spinazie, de zevende culinaire hemel in te stoven. Pasta, een godsgeschenk uit Italië, kook ik beetgaar, met een flinke snuf zeezout en druppel olijfolie over de uitgelekte tagliatelle. Als de olie dankzij de warmte van de pasta een temperatuur bereikt van rond de 28 graden Celsius, komen de aroma’s vrij en ruik je de olijfgaarden, het vakmanschap, de zon – de liefde.
Als pronkstuk een prachtig stuk kabeljauw, met het huidje eraan. Geschubd, en met een klein klontje boter en een drupje neutrale olijfolie bak ik het vijf minuten op de velkant, waardoor de huid knapperig wordt. Knisperend als een nieuwe lentemorgen. Daarna draai ik het om, zet ik het vuur laag en laat ik het nog een minuutje of drie, vier garen. Strooi ik er wat zout overheen als het de pan uit komt, draai ik aan de pepermolen en dek ik het af met wat folie om de smaken in te laten trekken en het nog een beetje na te laten garen.
Nu het meest waanzinnige; het samenspel op het bord. Een laagje groenten, een mooi opgerold feest van de pasta en daarbovenop het hoofdnummer; de kabeljauw. De gezeefde, opgekookte, gebonden en opgeschuimde saus gaat over de vis. Een scheutje olijfolie en een paar takjes verse dille maken het af. De geuren, de kleuren, de smaken; zo proeft liefde op het eerste gezicht. Zo smaakt mijn ultieme geluk. Zo voelt het om écht gelukkig te zijn.
In een tijd waarin de plofkip ‘hotter’ dan ooit is, de soep veelvuldig te heet wordt opgediend om te eten en menigeen met een aardappel in de keel over haute cuisine spreekt, neem ik je mee naar mijn wereld, die van de culinaire journalistiek. Ik, als fervent links hobbyist, laat zien waar het goede van het leven vandaan komt. Met reportages van exquise restaurants, kooksessies met welbespraakte gasten, reisverhalen en unieke verhalen over heerlijk eten. Geen slap gelul, maar enkel met restaurateurs, diëtisten, culinaire grootheden en prachtige ingrediënten.
Lees vanaf nu iedere vrijdag Foodporn. Over culinaire verhalen die er toe doen. Tips, suggesties? Mail de
redactie, we komen naar je toe.
Mark Wagemakers schreef Het Roze Boekje (2011)