
De door de Ondernemingskamer aangestelde toezichthouders Lodewijk Asscher en Ton Heerts hebben de uitdrukkelijke opdracht meegekregen om alles te doen teneinde interne overeenstemming binnen de FNV te bereiken. De rechter sprak hiervoor expliciet zijn voorkeur uit. Hij motiveerde dit met een heldere uitleg: de Ondernemingskamer dient terughoudend te zijn met ingrijpen in organisaties als de FNV. Indien de Ondernemingskamer onvermijdelijk toch moet ingrijpen, dient zij daarbij rekening te houden met de belangen van alle betrokkenen.
De toezichthouders werden expliciet teruggestuurd met de opdracht om, rekening houdend met alle belangen en partijen, hun voorstellen nader uit te werken en zo zorg te dragen voor interne overeenstemming. Het doel was helder: voorkomen dat de FNV op 17 december 2025 opnieuw terug moet naar de Ondernemingskamer, die slechts als laatste optie zou moeten fungeren.
Sinds 28 november, toen zij met deze opdracht terug werden gestuurd, hebben de toezichthouders consequent geweigerd om te overleggen. Er is geen enkele serieuze poging gedaan om binnen de FNV tot overeenstemming te komen. Er heeft zelfs niet één keer daadwerkelijk overleg plaatsgevonden. In plaats daarvan hebben de toezichthouders zich opgesteld als een hoorcommissie. Er werd niet op basis van gelijkwaardigheid argumenten uitgewisseld, laat staan geprobeerd om elkaars inzichten, in het belang van de vakbeweging en in het bijzonder van haar leden, te integreren om tot betere, gedragen keuzes te komen. De toezichthouders positioneerden zichzelf hiërarchisch boven het Ledenparlement, terwijl dit parlement het hoogste orgaan is dat de leden van de vakbeweging vertegenwoordigt. Alternatieve voorstellen van het Ledenparlement, evenals een zeer constructieve en open houding van dit parlement ten opzichte van de toezichthouders, mochten niet baten.
Uiteindelijk kwamen de toezichthouders op 11 december met een definitief voorstel voor statutenwijzigingen. Deze nieuwe statuten zijn echter niets meer dan lood om oud ijzer. Geen enkel wezenlijk punt uit de inbreng van leden, met name waar het gaat om democratie binnen de vakbond, is in het voorstel verwerkt. Het meest essentiële punt betreft de verkiezing van de voorzitter. De toezichthouders stellen een raadgevend referendum voor. Dit betekent dat zelfs een referendum geen bindende uitslag heeft. In theorie kan dit ertoe leiden dat een door de leden democratisch afgewezen kandidaat alsnog door het bestuur tot voorzitter wordt benoemd.
Het voorgestelde raadgevende referendum is een façade, bedoeld om zand in de ogen van critici te strooien. De leden willen zelf hun voorzitter kiezen, uit meerdere kandidaten. Dit is herhaaldelijk en expliciet kenbaar gemaakt. De toezichthouders negeren deze wens. Hetzelfde geldt voor het Algemeen Bestuur. Leden willen hun bestuur zelf kiezen. Dit fundamentele aspect van vakbondsdemocratie wordt volledig ondermijnd als de toezichthouders hun zin krijgen. Het Algemeen Bestuur zou worden samengesteld uit bezoldigden, benoemd worden door de Raad van Toezicht die geen enkele legitimiteit van de leden heeft. Ook de voorgestelde bondsraad wordt niet democratisch samengesteld, maar bestaat uit niet door leden gekozen afgevaardigden, benoemd naar rato van de grootte van sectoren. De toezichthouders hebben zich hiermee niet gehouden aan hun opdracht van de Ondernemingskamer.
Des te schrijnender is de rol van de algemeen secretaris van het interim bestuur, die een agenda heeft verstuurd voor een spoedvergadering van het Ledenparlement op 15 december 2025. Provocerend is daarop als agendapunt opgenomen: “Instemming met de voorstellen van L. Asscher…”. Dit terwijl op de laatste vergadering van het Ledenparlement, in aanwezigheid van dezelfde algemeen secretaris, expliciet door het Ledenparlement het besluit is genomen om verder te procederen indien de toezichthouders hen zouden blijven negeren. Het Ledenparlement wordt onder druk gezet om in te stemmen met de voorstellen en tegelijkertijd te stoppen met procederen. Deze houding van de toezichthouders gaat hiermee alle grenzen van het fatsoen te buiten. Is dit hoe zij het voorbeeldgedrag voor de toekomst van de FNV willen vormgeven? De toezichthouders bedrijven openlijke machtspolitiek binnen de bond en proberen met behulp van de werkorganisatie medestanders te mobiliseren voor hun plannen. Daarbij wordt bewust ingezet op het verscherpen van tegenstellingen tussen sectorvertegenwoordigers en het Ledenparlement.
De Ondernemingskamer zou de opdracht aan deze toezichthouders moeten intrekken, omdat zij inmiddels zelf onderdeel van de discussie zijn geworden. De FNV is gebaat bij voortzetting van intern overleg tussen alle geledingen, onder leiding van werkelijk neutrale en onafhankelijke begeleiders, om alsnog tot overeenstemming te komen. Dat alle geledingen binnen de FNV een beter functionerende en sterkere bond willen, staat niet ter discussie. Over de manier waarop dit doel bereikt moet worden, verschillen de inzichten. Wat de FNV nodig heeft, is kundige en onafhankelijke begeleiding die inhoudelijk en strategisch overleg mogelijk maakt, waarin verschillende inzichten worden geïntegreerd tot een synergie. Alleen zo kunnen de neuzen weer in dezelfde richting komen te staan.
Het wegdrukken van een deel van de bond op basis van macht en bevoegdheden lost niets op. Integendeel: het verzwakt de bond en ontneemt haar kracht in onderhandelingen met werkgevers. Een vakbond die haar wortels niet bij haar leden heeft en waarin leden geen volwaardige rol spelen in de besluitvorming, kan werkend Nederland niet legitiem vertegenwoordigen. Met de voorstellen van de toezichthouders verdwijnt de maatschappelijke legitimiteit van de vakbond.
Op 15 december aanstaande is het Ledenparlement aan zet en wat mij betreft op 17 december de Ondernemingskamer. Het parlement moet niet alleen de voorstellen van de toezichthouders afkeuren, maar ook een duidelijk signaal afgeven dat deze vorm van toezicht en machtspolitiek onacceptabel is. FNV bloeit waar leden verantwoordelijkheid tonen en niet waar toezichthouders de koers dicteren. Uiteindelijk is mijn voorspelling dat op 17 december, tijdens een schorsing bij de zitting van de Ondernemingskamer, het échte onderhandelingsspel begint, want dán is het ijzer het heetst om gesmeed te worden.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.