Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Financier verzwaring elektriciteitsnet uit investeringsfonds

  •  
28-01-2020
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
87 keer bekeken
  •  
Enkhuizen

© cc-foto: Luc Coekaerts

Waarom wordt er in ons land relatief toch zo weinig geïnvesteerd terwijl het land bulkt van het kapitaal en een ongekend sterke leenpositie heeft?
Op de valreep van 2019 bracht het kabinet haar ‘Groeistrategie voor Nederland op de lange termijn’ uit. Het kabinet geeft daarin haar visie op het versterken van het duurzame verdienvermogen van Nederland, niet in de laatste plaats om de stijgende kosten van de vergrijzing voor een dalende beroepsbevolking betaalbaar te houden. Deze groeistrategie vormt de basis voor het investeringsfonds (‘WopkeWiebesfonds’) dat met veel tam tam op Prinsjesdag is aangekondigd en waarvan de Tweede Kamer in het eerste kwartaal van 2020 een uitwerking ontvangt.
Er valt veel over deze strategie te zeggen. Winst is in ieder geval dat – naast traditionele investeringen in R&D, innovatie en infrastructuur – de zesde pijler uit de groeistrategie gericht is op het benutten van de noodzakelijke transities in drie sectoren; de energieproductie, de industrie en de landbouw. Nederland stoot in vergelijking met haar buurlanden relatief erg veel CO2 en stikstof uit, loopt achter in de genoemde cruciale transities, maar kan die achterstand met de juiste keuzes ombuigen in een ecologische én economische voorsprong.
Wat wel zorgen baart is dat er in de Groeistrategie nog heel veel nadruk ligt op een klassieke benadering, waarin het investeringen in de aanbodzijde van onze economie centraal staat. Nu leiden meer publieke investeringen natuurlijk ook tot een groeiende vraag, maar er zijn meer moderne oplossingen mogelijk die transities versnellen én ons verdienvermogen duurzaam versterken.
Daarvoor is het belangrijk om goed te analyseren waarom het rijke Nederland, relatief weinig in eigen land investeert. Nederland bulkt van het kapitaal. Het is de enige substantiële economie in de EU met een staatsschuld onder de 50% BNP. Het nationale overschot op de begroting bedroeg in 2019 meer dan € 14 miljard. Wij hebben het hoogste overschot op de betalingsbalans in de EU, dat is met 11,2 % (ongeveer € 90 miljard) ver boven de in de EU acceptabel geachte bovengrens van 6%. Onze pensioenfondsen beheren een enorm kapitaal van € 1.500 miljard, waarvan maar liefst € 1.300 miljard in het buitenland wordt belegd. En we zien dat beleggers uit binnen- en buitenland geld toeleggen om te mogen beleggen in (veilige) Nederlandse staatsobligaties. Nieuw is dat zogenaamde groen obligaties zo gewild zijn, dat ze tot 5 keer toe overtekend worden.
Waarom wordt er in ons land relatief toch zo weinig geïnvesteerd terwijl het land bulkt van het kapitaal en een ongekend sterke leenpositie heeft? De verklaring is dat Nederlanders in het afgelopen decennium weinig hebben geprofiteerd van de stijgende economische groei, extra dienen te betalen voor de energietransitie en veel van hun bestedingsruimte kwijt zijn aan het aflossen van de hypotheek of het sparen voor het pensioen. Sparen doen ook onze (niet-financiële) bedrijven volop. Zij bezitten enorme spaaroverschotten, zeker vergeleken met buitenlandse concurrenten, maar lijken ook veel voorzichtiger te zijn om in eigen land nieuwe risico’s te nemen, ook uit angst voor jojo-beleid in de aanpak van klimaatverandering.
Kortom, het ontbreekt bij burgers aan koopkracht en bij bedrijven aan zekerheid. Op beide punten is het de overheid die volop aan de knoppen zit. Het dient veel daadkrachtiger een koers uit te zetten als het gaat om de aanpak van klimaatverandering en de stikstofcrisis. En ja, de overheid dient ook meer te investeren. Daarbij kan en moet zij ook kiezen voor investeringen die koopkrachtwinst voor burgers kan opleveren, hen sneller laat profiteren van de energietransitie en ook tot een duurzame versterking van de vraag leidt. Daarbij kan de overheid het ook zo inrichten dat die versterking van de vraagzijde ook bijdraagt aan de versnelling van de noodzakelijke transities. Vóór alles biedt de energietransitie nu een uitgelezen kans.
Met het klimaatakkoord is de ambitie vastgelegd dat Nederland in 2030 voor 70% van onze elektriciteitsproductie gebruikmaken van hernieuwbare energie. Dit vereist een forse versterking van onze stroominfrastructuur, die ook essentieel is voor de elektrificatie van de industrie.
De netbeheerders, Tennet voor het hoofdnet, en decentrale beheerders zoals Aliander, Stedin en Enexis hebben de komende jaren samen voor minstens € 15 miljard aan geplande investeringen staan. Investeringen die betaald zullen worden uit een hoger vastrecht dat burgers en bedrijven als onderdeel van hun energierekening dienen te betalen.
Beter én goedkoper is het om deze 15 miljard via groene obligaties als Nederlandse staat te lenen. Dat maakt 15 miljard euro vrij voor verlaging van het vastrecht en dus aan lastenverlichting. Dat kan en zal direct de koopkracht van burgers versterken en het draagvlak voor de energietransitie versterken.
Via een convenant kan de overheid met bedrijven afspreken dat zij het voordeel van een veel lager vastrecht investeren in energiebesparing en verdere elektrificatie van hun productieprocessen. En samen zullen overheid en bedrijven ook in de ontwikkeling van groene waterstof dienen te investeren, zodat we in Nederland energie over seizoenen heen kunnen opslaan en hele hoge temperaturen kunnen creëren zonder CO2-uitstoot. Er is dus volop ecologische én economische winst te behalen als de noodzakelijke verzwaring van ons elektriciteitsnet uit het nieuwe investeringsfond wordt gefinancierd!
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.