Fijne jongens toch, die vijanden van al-Assad
• 01-09-2013
• leestijd 5 minuten
Ondertussen zegt de Israëlische premier Netanyahu dat de zionistische staat geen agenda heeft in Syrië. Sure
We hebben het zaterdagavond gehoord, de Amerikaanse regering wil de Syrische dictator Bashar al-Assad met toestemming van het U.S. Congress op de vingers tikken voor de vermeende inzet van chemische wapens. Om te stellen dat het enthousiasme eraf loopt bij president Obama, gaat te ver. Gezien de afwijzende publieke opinie over een nieuw militair avontuur van de VS is dat logisch. Obama’s geloofwaardigheid staat echter op de tocht, omdat hij de inzet van chemische wapens in Syrië verleden jaar als rode lijn stelde.
Obama wil al-Assad niet van de troon stoten, beducht als hij is voor een chaos in Syrië waarin fundamentalisten de macht naar zich toe kunnen trekken. De immer oorlogzuchtige neoconservatieven zijn daar minder verontrust over, want ze dringen aan op een regimewisseling.
FPI Onder de vleugel van het neoconservatieve Foreign Policy Initiative (FPI) verscheen vorige week een brief van 66 voormalige overheidsmedewerkers en ‘buitenlandspecialisten’. Om de VS “en andere naties die daartoe bereid zijn” op te roepen “een directe militaire aanval tegen de pilaren van het al-Assad regime te overwegen”. Zeker, Obama is de baas. Maar weet dat voorafgaand aan de Amerikaanse interventies in Irak en Libië soortgelijke brieven bij het Witte Huis werden besteld.
De brief van het FPI werd ook ondertekend door Joe Lieberman, een oud-politicus met buitengewoon warme gevoelens voor de staat Israël. Dat laatste aspect mag niet onderschat worden. Steun aan “gematigde rebellen” in Syrië dient volgens het FPI niet alleen gericht te zijn op de val van al-Assad, maar ook op het blokkeren van de in Iran levende nucleaire ambities. Ondertussen zegt de Israëlische premier Netanyahu dat de zionistische staat geen agenda heeft in Syrië. Sure.
Erdogan Hoe gematigd hadden de neocons de “gematigde rebellen” willen hebben? Zo gematigd als de Turkse premier Erdogan? Gematigd is niet meer het woord sinds hij het Turkse secularisme om zeep helpt. Maar hij staat (nog) aan westerse kant en daar gaat het om. Toch ziet een aantal ondertekenaars van de FPI-brief hem allerminst zitten. Niet in de laatste plaats vanwege zijn aversie tegen Israël. De beperkte afstraffing van al-Assad die Obama zich voorstelt gaat Erdogan echter evenmin ver genoeg en daarmee staat hij in deze wel degelijk aan de kant van de neocons.
De FPI-brief werd ook ondertekend door de Franse filosoof Bernard-Henri Levy. Diens bedenkingen uit 2011 over de moslimbroederschap werden twee weken geleden nog door Erdogan genoemd als “bewijs” dat Israël de hand had in de coup/revolutie in Egypte. Nogal een tegenstelling, want Erdogan dweept met de moslimbroederschap. Maar wat betreft al-Assad zal hij het dus roerend met Levy eens zijn.
Al-Nusra Steun aan “gematigde rebellen” moet volgens het FPI tevens tegenwicht bieden aan de Syrische al-Qaeda vertakking al-Nusra. De “gematigde rebellen” spelen echter al een tijdje de tweede viool, terwijl al-Nusra vooroploopt in de oorlog tegen al-Assad. De neocons weten dat ook en dat maakt hun verhaal ongeloofwaardig. In de praktijk zal het hen weinig kunnen schelen wie in Syrië de scepter zwaait, zolang het maar een tegen Iran gekant regime is. Iran is de ultieme vijand en in die zin is een al-Qaeda getint regime niet onacceptabel voor de neocons. Al-Qaeda is soennitisch, geen vriend van Iran en pleegt nimmer aanslagen op Israëlische doelen. Al het andere is van secundair belang voor de vrienden van Israël.
Erdogan zal niet dwarsliggen. Wanneer het om Iran gaat is hij ondanks zijn anti-Israëlische retoriek niet te belazerd om de belangen van de zionistische staat te dienen. Dat bleek toen Turkije instemde met een op Iran gericht NAVO-radarsysteem op haar grondgebied waar ook de zionistische staat profijt van trekt. Hoewel zijn voorkeur naar de moslimbroederschap uitgaat, is Erdogan verder niet heel erg tegen al-Nusra. Toen de VS deze organisatie op de lijst van terroristische clubs plaatste, tekende hij bezwaar aan. Vervolgens schrok hij zich het leplazarus toen al-Nusra aanslagen begon te plegen op Turkse doelen. Maar het belang van een soennitisch regime in Syrië staat hoe dan ook voorop voor Erdogan. Wie daar naar streeft kan onder de gegeven omstandigheden moeilijk nog om al-Nusra heen.
Saoedi-Arabië Ik loop op de zaken vooruit. De echt harde bewijzen dat het al-Assad was die met chemische wapens in Damascus toesloeg schitteren vooralsnog door afwezigheid. Bewijzen die hard nodig zijn, want het blijft de logica tarten om in de nabijheid van een VN-inspectieteam chemische wapens te gebruiken, in de wetenschap dat Obama’s rode lijn daarmee wordt overschreden. Overkill ook, als je bedenkt dat de regeringstroepen aan de winnende hand waren. Hij is geen schatje, maar achterlijk is de in Groot-Brittannië opgeleide al-Assad zeker niet. Of hij moet suïcidaal zijn, maar dan had hij zijn stropdas al eerder aan een palmboom geknoopt.
De Amerikanen zijn zeker van hun zaak, maar dat waren ze ook toen ze beweerden dat Saddam Hoessein uranium inkocht in Afrika. Er wordt gezegd dat dergelijke fouten nu zijn uitgesloten, maar het vrijgegeven bewijs is eerder een omschrijving daarvan. De geruststelling dat we de Amerikaanse regering verder maar moeten vertrouwen, blijft onheilspellend klinken.
Ondertussen stapelen de geruchten zich op dat de nachtmerrie in Damascus een false flag van al-Nusra was, met de intentie een Amerikaanse actie te provoceren. Volgens verklaringen van “gematigde rebellen” moesten zij voor al-Nusra projectielen bewaren, waarvan de chemische lading verzwegen werd. Daar hebben de “gematigde rebellen” nu knap de pest over in, waardoor ze er niet mee zitten om te verklappen dat het spul door Saoedi-Arabië werd geleverd.
Prins Bandar Zo duikt opeens een oude bekende op: de Saoedische Prins Bandar. Deze voormalige ambassadeur van Saoedi-Arabië in de VS kreeg door zijn vriendschap met George W. Bush de bijnaam “Bandar Bush”. Hij is zeer geliefd bij de CIA en sprak lovend over de Bin Ladens, die zich toch wat minder van het zwarte schaap in hun familie distantieerden dan aanvankelijk werd gezegd. Leuke combinatie, toch? Bijna vanzelfsprekend dat sommige lieden Bandar als de kwade genius achter de 9/11 aanslagen beschouwen.
Verleden jaar ging nog het gerucht dat Bandar was vermoord door Syrië, als vergelding voor een aanslag op het hoofdkwartier van de Syrische geheime dienst. Afgelopen week bleek hij niet alleen springlevend, maar ook opeens directeur van de Saoedische inlichtingendienst. De “gematigde rebellen” zeggen dat Bandar in die functie chemische wapens leverde aan al-Nusra. Daar zou men hem liefkozend “al-Habib” ( liefje ) noemen.
Putin Verder verschenen berichten over een recente ontmoeting tussen Bandar en de Russische president Putin. Berichten die leren dat Bandar goedkope Saoedische olie aan de Russen beloofde. Ook stelde hij voor tijdens de Olympische spelen in het Russische Sotchi bescherming te bieden tegen Tsjetsjeense terroristen, waarover Bandar toegaf dat ze door Saoedi Arabië worden gecontroleerd. Uiteraard werd als tegenprestatie van Putin verwacht dat hij al-Assad zou dumpen.
Bandar hield Putin een sappig bot voor, maar tevergeefs: de Russische president liet de Arabische prins weten dat hij het uit kon zoeken in zijn zandbak.
Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (Uitgeverij EPO, Antwerpen, 2012). Volg Peter Edel ook
op Twitter.