Medicijnproducenten omzeilen publicatieplicht door negatieve onderzoeksresultaten uit vakbladen te houden
De farmaceutische industrie houdt negatieve uitkomsten van medicijnonderzoek uit de publiciteit. Dat schrijft de Volkskrant donderdag. Driekwart van de negatieve resultaten wordt niet in vakbladen gepubliceerd, maar op weinig gelezen websites. Dat concludeert promovendus Jarno Hoekman in zijn proefschrift waarop hij vandaag aan de Technische Universiteit Eindhoven promoveert.
Volkskrant:
Hoekman bekeek samen met zijn collega-promovendus Sjoerd Hardeman 329 recente studies naar diabetesmedicijnen, waarvan viervijfde door de industrie werd gefinancierd. Van de 44 onderzoeken met een negatief resultaat publiceerden de farmaceuten er 10 in vakbladen; de rest op websites. Bij positieve resultaten was die verhouding andersom. Publiek gefinancierd onderzoek kwam vrijwel altijd in een vakblad, ongeacht de uitkomsten.
Sinds 2007 geldt voor medicijn- onderzoeken een publicatieplicht. Studies komen in een openbaar register en het resultaat moet bekend worden gemaakt. Die regel werd ingevoerd om te voorkomen dat negatieve studieresultaten worden achtergehouden. In het verleden is het voorgekomen dat medicijnen op de markt kwamen op basis van positief onderzoek terwijl later bleek dat negatieve resultaten in een bureaula lagen. Voorbeelden zijn de pijnstiller Vioxx, diabetesmiddel Avandia en een aantal antidepressiva.
Maar met de nieuwe regeling, concludeert Hoekman, is die vertekening van resultaten niet voorbij. “Als je een beeld wilt geven van het effect van een medicijn moet je alle studies kennen.” Maar zelfs als die internetstudies worden meegewogen, ontstaat een probleem want ze zijn niet door deskundigen gecontroleerd, zoals voorafgaand aan publicatie in een vakblad gebeurt. Daardoor kan niet worden ingestaan voor de betrouwbaarheid van de resultaten.