De Europese Centrale Bank gaat kwantitatieve verruiming (quantitative easing) toepassen en staatsobligaties opkopen, lees hier hoe het werkt
Europa slingert de geldpers aan en gaat staatsobligaties opkopen. Dat heeft Mario Draghi donderdag bekend gemaakt op de bestuursvergadering van de Europese Centrale Bank (ECB) in Frankfurt. Draghi trekt per maand 60 miljard euro uit voor de aankoop van schuldpapieren en andere financiële producten. Het programma wordt in ieder geval voortgezet tot eind september volgend jaar. Draghi gaat dus zeker 19 maanden lang 60 miljard euro uitgeven. Dat komt neer op een bedrag van 1.140 miljard (of 1,14 biljoen) euro.
Het aanzetten van de ‘geldpers’ gaat overigens niet letterlijk om het bijdrukken van biljetten, maar om kwantitatieve verruiming (ook wel quantitative easing, of QE, genoemd): een eufemisme voor het pompen van grote hoeveelheden ‘gratis’ geld in de economie. Centrale banken voeren dan nieuwe geldbedragen in de computer in, waardoor er geld ‘uit het niets’ gecreërd wordt, daarom spreekt men in de volksmond over het aanzetten van ‘de geldpers’. Er is geen limiet aan de hoeveelheid geld die een centrale bank mag scheppen.
De volgende stap is dan om het nieuwe geld in de economie te injecteren. In theorie zou dat kunnen door een paar duizend euro over te maken op de bankrekening van elke inwoner en elk bedrijf in de eurozone, maar dat gebeurt in de praktijk eigenlijk (of helaas) nooit. Liever brengen centrale banken dit geld in omloop door bestaande, langlopende leningen op te kopen van financiële instellingen, zoals banken, en van grote beleggers. Hierdoor beïnvloedt de centrale bank de rente (= de prijs) van dit soort langetermijnleningen, die vervolgens daalt.
Het gevolg hiervan is dat overheden, bedrijven en huizenbezitters goedkoper kunnen lenen, wat de vraag naar krediet en het uitgavenpatroon stimuleert. Aan de aanbodzijde wordt de centrale bank feitelijk de kredietverstrekker, door het opkopen van leningen als staatsobligaties, bedrijfsobligaties en hypotheken. Het risico op wanbetaling door de kredietverstrekker, gaat daarmee ook over naar de centrale bank. Het afstoten van deze risico’s geeft banken weer ‘lucht’ op de balans en ruimte voor nieuwe kredietverlening aan bedrijven, overheden en huishoudens.