Erdogan luistert liever niet naar gezaghebbende economen
• 09-02-2015
• leestijd 6 minuten
Dat Erdogan de Turkse centrale bank publiekelijk tot renteverlaging probeert te verleiden getuigt van zijn kortetermijnvisie, die niet voorbij de verkiezingen reikt
Door goedkopere olie kon de rente van de Turkse centrale bank omlaag, maar gezaghebbende economen hadden andere plannen. Erdogan luistert liever naar een samenzweringstheoreticus als economieadviseur, omdat die een met oog op de verkiezingen voor de AKP gunstiger economisch beleid voorschrijft.
De lagere olieprijs stemt vicepremier en economiesupervisor Ali Babacan optimistisch over de Turkse economie. Voor Turkije, dat in 2013 voor 56 miljard dollar energie importeerde en over de eerste acht maanden vorig jaar voor 36 miljard, is goedkopere olie dan ook een flinke opsteker. Met iedere tien dollar die de olie in prijs daalt neemt het tekort op de handelsbalans met 4,4 miljard dollar af.
Olieprijs De olieprijs kan nog verder dalen, misschien wel tot onder de 20 dollar per vat, maar de meningen verschillen. BP-baas Bob Dudley ziet niet snel een terugkeer naar boven de 100 dollar en verwacht een stabilisering op 60 dollar. Dudleys collega Claudio Descalzi van het Italiaanse Eni SpA verwacht daarentegen dat het weer richting 90 dollar kan gaan tegen het einde van het jaar. OPEC secretaris-generaal Abdalla El-Badri houdt zelfs rekening met een prijsstijging naar 200 dollar, omdat de olie-industrie niet meer investeert in nieuwe projecten.
Zeker is dat de olie vorige week niet in prijs daalde, maar iets duurder werd. Dat komt door stakend personeel van Amerikaanse olieproducenten, waardoor het geen trend hoeft te worden.
Nadelen Babacan herkent in goedkopere olie ook nadelen voor Turkije. Russische toeristen zullen volgens hem minder uitgeven in Turkije en de export naar Rusland, in 2013 het vierde afzetgebied voor Turkse producten, zal “wat lager” worden.
Vorig jaar werd al 12,3 procent minder afgezet naar Rusland en vorige maand liep de export naar het noordoostelijke buurland met 32 procent terug vergeleken met januari 2014. De provincie Antalya, waar men het naast toerisme van agrarische export moet hebben, lijdt daar met name onder. Vijf groente- en fruitexporteurs verklaarden op de rand van een faillissement te staan. In hoeverre dergelijke offers afbreuk doen aan het voordeel van goedkopere olie blijft een punt van discussie.
Lagere rente Omdat de inflatie door de lagere olieprijs terugliep (de meeste andere prijzen dalen zeker niet) kon de Turkse centrale bank (TCB) de rente verlagen. Dat TCB-gouverneur Erdem Basci het bij een half procent hield is verklaarbaar gezien de gecompliceerde situatie op de internationale markten, na het besluit van de Europese Centrale Bank (ECB) om obligaties op te kopen (Quantitative Easing-QE) en de daaraan voorafgaande waardestijging van de Zwitserse frank.
Hoewel Erdogan er zwaar op tegen was verhoogde de TCB vorig jaar rigoureus de rente, om de lira tegen verder onheil te beschermen. Erdogans verstandhouding met Basci werd er niet beter door. Terwijl die eerder opperbest was, want in 2007 werd Basci op voorspraak van Erdogan benoemd. Vervolgens hield Basci ondanks de druk van Erdogan echter vast aan de onafhankelijkheid van de TCB.
Reputatie Op zich is het niet uitzonderlijk dat regeringsleiders centrale banken tot maatregelen trachten te bewegen. Zo valt het onderhoud op dat de Duitse bondskanselier Angela Merkel had met ECB-gouverneur Mario Draghi voorafgaand aan het Europese besluit tot Quantitative Easing over te gaan.
Het verschil is dat Erdogan de media gebruikt om Basci onder druk te zetten. Gênant voor de TCB-gouverneur, omdat bij een verlaging van de rente, hoe gering ook, de indruk ontstaat dat hij voor Erdogan door de knieën gaat. Dat is niet goed voor de reputatie van de TCB in het buitenland, en voor de lira evenmin.
Basci houdt echter voet bij stuk. Recentelijk overwoog hij weliswaar een volgende kleine renteverlaging, maar toen de inflatie in januari tegenviel stelde hij een beslissing uit tot eind februari. Wederom tot woede van Erdogan. Zo toonde Basci nog altijd niet naar diens pijpen te willen dansen. Erdogan zal doorgaan met hem het bloed onder de nagels vandaan te halen, wellicht in de hoop dat hij opstapt.
Islamitische wetten Erdogan pleit om verschillende redenen voor een lagere rente. Omdat islamitische wetten rente verbieden, maar ook omdat de inflatie er volgens hem lager door wordt. Hij denkt bij een lagere rente echter vooral aan meer economische groei en werkgelegenheid op korte termijn.
Gunstige cijfers daarover kan Erdogan goed gebruiken bij de verkiezingen in juni. Zijn Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) hoopt dan op een niet eerder behaalde tweederde meerderheid in het parlement. Zo wordt een nieuwe, volledig door de AKP vormgegeven grondwet mogelijk, en daarmee het presidentieel systeem waar Erdogan naar streeft. Dat laatste wordt ook de inzet van de verkiezingen.
Voormalig TCB-directeur Durmus Yilmaz meent dat een lagere rente niet automatisch tot meer groei leidt. Hij meent ook dat de inflatie te hoog is voor een dergelijke stap. Als het zou werken zoals Erdogan denkt dan kunnen de boeken van Adam Smith en John Maynard Keynes “verbrand” worden, zei Yilmaz.
Erdogan reageerde op de voor hem kenmerkende wijze. Yilmaz kan het vroeger dan goed gedaan hebben zei hij, maar nu moet hij zich “met zijn eigen zaken bemoeien”. De president trekt zich weinig aan van gezaghebbende economen. Voor hem wegen de inzichten van zijn economieadviseur, de samenzweringstheoreticus Yigit Bulut, zwaarder.
Renteloze leningen Terwijl Basci zich bekommert om een structureel gezonde Turkse economie op de langere termijn, lijkt Erdogan niet voorbij de verkiezingen te willen denken.
Die nadruk op de korte termijn komt ook naar voren in meer overheidsuitgaven, zoals gesubsidieerde renteloze leningen voor kleinere ondernemers. Zij die verontrust zijn over de last die zo op de overheidsbegroting en de staatsbanken komt te liggen worden gerustgesteld. Het budget zou als geheel nauwelijks overschreden worden dit jaar, want voor de hogere overheidsuitgaven in de eerste helft van het jaar gaat in de tweede helft gecompenseerd worden.
Als de verkiezingen achter de rug zijn gaat de vinger dus op de knip. Hoewel velen menen dat de AKP de Turkse economie dient, is het in veel opzichten eerder andersom.
Quantitative Easing De verwachtingen over het Europese QE-programma zijn hooggespannen. Nadat de Amerikaanse Federal Reserve Bank (Fed) in 2008 met een vergelijkbaar programma was begonnen stroomden de korte termijn-investeringen – hot money – immers royaal naar de opkomende markten. Met zijn gunstige rendement haalde Turkije daar nog meer profijt uit dan andere emerging economies (EM’s).
De vergelijking gaat niet helemaal op, want het QE-programma van de Fed was in omvang drie maal groter dan dat van de ECB. Bovendien moet nog blijken of het feest ook na 2016 nog doorgaat. Verder kunnen bij de mate waarin EM’s van Europese QE profiteren misschien ook onderhandelingen van de ECB met Griekenland een rol gaan spelen.
Fed Fed-voorzitster Janet Yellen kan roet in het eten gooien door de Amerikaanse rente te verhogen. Wanneer dat precies gaat gebeuren is onbekend, maar de verwachting is nog altijd in de tweede helft van dit jaar. Ieder geluid dat de Fed daarover laat horen doet de dollar stijgen, wat TCB-gouverneur Basci extra behoedzaam maakt.
Economen die voorspelden dat een Amerikaanse renteverhoging kon leiden tot een sudden stop van hot money naar EM’s zijn daar iets voorzichtiger mee geworden, maar ze blijven erbij dat het allemaal stukken minder zal worden. Kan de Europese monetaire expansie daar niet voldoende voor compenseren, dan komt een definitief einde aan de periode waarin EM’s snel konden groeien door hot money. De zwakten van die markten zullen zich dan meer aftekenen, ook in Turkije.
Spaartegoeden Twee van die zwakten, de snel gegroeide schuldenlast en de directe buitenlandse investeringen die niet naar het niveau van voor de financiële crisis terugkeren, noemde ik eerder al. Een ander teer punt, de geringe spaartegoeden bij Turkse banken, nog niet.
Die spaartegoeden bedragen in Turkije 14 procent van het BNP, wat laag is vergeleken met andere EM’s, zoals China met bijna 50 procent of Maleisië met rond de 30 procent. De buffer tegen schokken, zoals een Amerikaanse renteverhoging, is daardoor in die landen robuuster dan in Turkije.
Het probleem van de geringe spaartegoeden wordt deels veroorzaakt door de gewoonte in Turkije om niet te sparen door geld naar een bank te brengen, maar door goud ‘onder het matras’ te bewaren. Verondersteld wordt dat zich daar grote hoeveelheden van dit edelmetaal bevinden.
Volgens Vicepremier Babacan zal de regering de bevolking oproepen om goud bij banken onder te brengen. Fijn plan, waarbij de vraag zich opdringt waarom de regering dit niet eerder bedacht en nu wel. Het zou als een indicatie begrepen kunnen worden dat ondanks Babacan’s zonnige optimisme als gevolg van de lage olieprijs, men op den duur toch wat minder mooi weer verwacht. Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (Uitgeverij EPO, Antwerpen, 2012). Volg Peter Edel ook
op Twitter.