Je mag het op die manier niet stellen, maar het voelt wel zo. Als belastingbetalers zijn wij allemaal aandeelhouder van TenneT, het bedrijf dat eigenaar is van de elektriciteitskabels in Nederland. Honderd procent van de aandelen zijn staatsbezit. Dit alles is een uitvloeisel van de privatisering. Sinds 2008 zijn de productie, distributie en verkoop van energie in handen van onderling concurrerende bedrijven die betalen voor het gebruik van het TenneT-netwerk. Het is het Prorail van de energievoorziening.
Is het fijn om TenneT-aandeelhouder te zijn? Iedereen dacht dat het enige doel van dit staatsbedrijf was om ervoor te zorgen dat altijd en overal in Nederland de gewenste hoeveelheid elektriciteit kon worden geleverd als iemand die wilde kopen. Maar de directie was ambitieuzer: in 2010 ging het staatsbedrijf internationaal. Het kocht het hele elektriciteitsnet op van het Duitse E-on. Nu gingen ze groot geld verdienen. Binnenkort kon U, lieve belastingbetaler, zich dankzij het zakelijk inzicht van de TenneT-directie in de handen wrijven. De kost gaat voor de baat uit.
En zo is de basis gelegd voor een nieuw schandaal. Bij E-on zullen ze wel blij zijn dat ze die ouwe kolerezooi nog op tijd aan de Nederlanders wisten te slijten want – zo meldt de Volkskrant vandaag in een aanbevelenswaardige analyse – er is 15 miljard nodig om het Duitse net zo op te kalefateren dat de energieleveranciers daar ook in de nabije toekomst hun stroom bij de klant kunnen krijgen. Er zijn vooral grote investeringen nodig, omdat Duitsland binnen afzienbare tijd af wil van kernenergie en dat heeft ook gevolgen voor het netwerk. Dat is een klein ietsiepietsie meer dan de geniale directeuren van TenneT verwachtten, want die dachten met vier miljard uit de brand te zijn.
Raad eens bij wie de rekening wordt neergelegd? Als Nederlands staatsbedrijf kan TenneT moeilijk het energiedistributienetwerk van onze grootste buurman, bondgenoot en handelspartner verwaarlozen. Op donderdag 16 april komt de Duitse minister van Economische Zaken Philip Rössler bij collega Verhagen op bezoek om te vragen hoe of dat het zit met die centen.
Gelukkig kunnen U en ik de dans ontspringen. Dat danken wij niet aan TenneT of minister Verhagen van economische zaken maar aan het Duitse politiek-economische complex. Daar heeft men al lang het vertrouwen in TenneT verloren. Er is een consortium gevormd van twee grote verzekeringsmaatschappijen om het Duitse net terug te kopen. Daar moet TenneT vast op toeleggen, want zijn onderhandelingspositie is zwak, maar buiten zo’n smadelijke aftocht lijkt is er geen alternatief.
Je hoeft geen Nobelprijswinnaar te zijn om te beseffen dat nationale beheerders van infrastructuur zoals netbeheerders, in principe geen taak hebben op het gebied van buitenlandse expansie. Zij dienen zich bezig te houden met (de verbetering van) de nationale infrastructuur. Dan hebben zij het druk genoeg.
TenneT heeft zichzelf én Nederland bij onze grootste handelspartner geblameerd. Wij staan daar voor elektriciteitspaal met onze grote mond en te kleine portemonnee. Als de rozen- en chocolademuntenuitdelers in Den Haag nog om een onderwerp verlegen zitten: dit is nou iets voor kamervragen en een stevige verkiezingsspeech.
Update dinsdag 20.57 uur:
Een groot aantal Duitse dagbladen citeert een woordvoerster van TenneT, Ulrike Hörchens die zegt dat het bedrijf geen verkoop van het Duitse net overweegt. In Duitse regeringskringen is men van mening dat het bedrijf dan ook de noodzakelijke vijftien miljard moet investeren. Een staatsbedrijf zou geen moeite mogen hebben om dat bedrag op te hoesten.
Met dat verhaal komt de Duitse minister van economische instantie donderdag bij Maxime Verhagen.
Natuurlijk kan deze “nee” zeggen maar dan komt de Duitse overstap van kern- naar duurzame energie in gevaar. Dat kunnen wij ons als economisch aanhangsel van Duitsland niet veroorloven.