De Jager trekt zich niets aan van de wens van partij- of
coalitiegenoten om ex-politici te benoemen, en benoemt gewoon een a-politieke
expert Klaas Knot als directeur van De Nederlandsche Bank
Er is veel geschreven en geanalyseerd over de benoeming van Klaas Knot als nieuwe directeur van De Nederlandsche Bank. Hij zou te jong zijn, briljant, een insider omdat hij vele jaren voor DNB werkte, of toch een outsider, of te veel de man van het ministerie. Ik moest breed glimlachen toen ik het nieuws vorige week vrijdag op de radio hoorde. Niet alleen omdat ik Knot ken als een uitmuntende econoom en zeer aardige man, maar ook om wat de minister van Financiën ons voor de tweede keer geflikt heeft. Een onverwachte kandidaat op een belangrijke post neerzetten en lak hebben aan de verlanglijstjes van politieke partijen.
De Jager deed dat immers eerder toen hij de nieuwe voorzitter van de AFM benoemde: topambtenaar Ronald Gerritse. Vanwege zijn kennis en ervaring werd hij geschikt geacht voor de baan. De Jager trekt zich blijkbaar niets aan van de wens van partij- of coalitiegenoten om ex-politici op dat soort posten neer te zetten. Dat gaat vaak anders. Politieke partijen vinden dat ze bepaalde posten ‘verdienen’. Herinnert u zich bijvoorbeeld nog het gedoe rond de Nederlandse eurocommissaris in 2009. Nederland had daar een prima kandidaat zitten, Neelie Kroes. Het probleem was dat zij lid van de VVD was, en het CDA vond dat het CDA weer eens aan de beurt was om iemand voor deze prestigieuze functie te leveren. Het heeft nog even geduurd voor het toenmalige kabinet Balkenende IV begreep dat het echt zonde zou zijn om Kroes te vervangen voor een willekeurige CDA-kandidaat.
Burgemeesters, Commissarissen der Koningin, leden van de Hoge Colleges van Staat, bestuurders van (semi)publieke instellingen: de posten worden eerlijk verdeeld over politieke partijen. De politieke kleur weegt even zwaar, of soms zwaarder mee dan kennis, opleiding en ervaring, wat voor gewone stervelingen wel van belang is bij een sollicitatie.
Dat gaat wel eens mis, als de bestuurder wel de juiste politieke kleur heeft, maar niet de capaciteiten voor het uitvoeren van de functie. Een lidmaatschap van de PvdA en de vakbond garandeert niet dat je de bonussencultus bij een staatsbank kunt veranderen. Een lidmaatschap van de als financieel degelijk bekend staande VVD betekent niet dat je succesvol het grootste pensioenfonds kan voorzitten. Dan gaat het niet alleen mis voor de organisatie, maar ook met het vertrouwen in onze instituties.
Stoppen met politieke kleur als criterium voor een benoeming dient een pragmatisch doel, en moet niets te maken hebben met populistisch gemekker over achterkamers of banencarrousels. Het doel moet zijn dat we de beste vrouw of man voor de baan willen. Dat is goed voor de betreffende organisatie en goed voor het vertrouwen van de burger, al dan niet in functie als consument. Dat soms een ex-politicus de beste vrouw of man is kan dan voorkomen. Wij denken weer aan Neelie Kroes. De kans dat je de beste kandidaat buiten de kring der ex-politici vindt is immers ook groter. Tenslotte is maar 5% van de Nederlandse bevolking lid van een politieke partij, en slechts een fractie daarvan ex-politicus. De visvijver met uitmuntende kandidaten zonder politieke kleur is beter gevuld dan het vijvertje met ex-politici.
Mijn voorspelling is dat minister de Jager het vertrouwen in onze financiële toezichthouders, en wellicht daarmee ook onze financiële sector vergroot door de niet-politieke benoemingen. Dat is meer waard dan welke gedragscode of wet dan ook.