Een verklaring voor de aderlating van de PvdA
• 16-03-2017
• leestijd 4 minuten
"De rode weg uit No Commitment Land …en terug naar Nederland"
Ik zal niet beweren dat ik elk aspect van deze aderlating voor de PvdA kan verklaren. Maar een deel wel. Eén verklaring is wat de PvdA zelf ook zegt: als je verantwoordelijkheid neemt word je gestraft. Dat heeft echter wel iets te maken met een mentaliteit dier hier sinds de jaren ’70 steeds sterker is geworden, een mentaliteit van vrijblijvendheid, waarbij het accent steeds ligt op ‘rechten’ en nauwelijks op de plichten die het dragen van verantwoordelijkheid met zich meebrengt. De PvdA heeft met deze trend een aparte ervaring. Ze hebben er onwijs van geprofiteerd, door volkswoede op te stoken en die te verzilveren met zetels. Maar ze hebben er ook de prijs voor betaald, iedere keer dat ze beloftes niet konden waarmaken. Ik vermoed dat de slimmere PvdA’ers onder ogen zien dat hun partij de gevangene is geworden van een electoraat dat wil dromen.
‘No-commitment land’ noem ik dit land al een jaar of 20. Wat ik er mee bedoel is wat ik als kind al duidelijk zag bij D66 aanhangers die zowel moeite hadden met Democratisering als de ‘verloedering’, zoals zij het noemden, ‘die in de jaren ’60 begon’. Een bizarre dissonantie tussen de idealen en de praktijk. Ik zag het ook bij het CDA van na Aantjes, dat meer op had met Milton Friedman dan met Jezus. Bij de VVD zien we het natuurlijk ook: de partij presenteert zich als conservatief en eurosceptisch maar kiest iemand als Guy Verhofstadt als z’n woordvoerder in Europa.
Bij linkse partijen manifesteert het zich in een solidariteit met zoveel elkaar achtergestelde groepen dat ze met niemand nog echt solidair zijn. Het multiculturele drama is voor ons allemaal af en toe lastig omdat het ons bang maakt voor aanslagen, die in de praktijk echter meestal uitblijven. Maar voor twee groepen is het een dagelijks drama: voor allochtonen die geen aansluiting vinden en voor autochtonen die in achterstandswijken de praktische verantwoordelijkheid voor deze groep krijgen te dragen, omdat dat is hoe de linkse solidariteit in de praktijk uitpakt.
Toen we allemaal nog wat minder hip waren en wat minder solipsistisch uitgingen van onze eigen individuele waarneming zette een maatschappelijk probleem ons als groep aan tot zelfreflectie, waarna we onze verantwoordelijkheid namen. ‘De boel bij elkaar houden’ was niet alleen een ideaal, het was onze praktijk. In die tijd hadden partijen als CDA en PvdA gemiddeld ieder 40 of meer zetels. Maar tegenwoordig haken kiezers simpelweg af als ze niet meer kunnen wegdromen bij een politicus..
Tot ellende van de Partij van de Arbeid beperkt zich die neiging niet meer tot crisisperiodes waarbij de PvdA harde, pijnlijke maatregelen moet nemen. Getuige de afgelopen periode, de duidelijk prettiger was voor de armen dan de periode Balkenende en Rutte I manifesteert die neiging zich nu standaard zodra hun partij regeringsverantwoordelijkheid draagt. Er bestaat een ingebakken aversie tegen het leven buiten de oppositiebankjes bij links. En dus stappen hun kiezers moeiteloos over naar GroenLinks of nog vreemder: D66, een partij die het kabinetsbeleid vrijwel altijd steunde. De enige stabiele linkse partij is de partij die nooit zal regeren: de SP.
Voor de PvdA (maar ook voor GroenLinks, mocht het gaan regeren) geldt daarnaast dat het zich de vraag moet stellen wat socialisme nu eigenlijk inhoudt in een post-nationale wereld. Wat bedoel je met gelijkheid? Waartóe wil je de burger verheffen? En wat is ‘volksverheffing’ zonder ‘volk’? In een grenzeloze wereld, geregeerd door vrijhandel is de arbeider continu in conflict met klasse genoten uit goedkopere landen. Voor wie van de tw ee kiest links? De emancipatie van vrouwen en homo’s is een doorn in het oog van die andere groep die links graag emancipeert, de moslims. Waar staat links?
En wat is gelijkheid nou precies? De totale opheffing van elk inkomensverschil tussen een bedelaar in Mumbai en een advocaat in Manhattan? Of is gelijkheid een illusie en is alleen de ‘minst oneerlijke ongelijkheid’ een realistisch ideaal? Dat laatste is vanwege het subjectieve ‘minst oneerlijke’ niet universeel maar iets dat cultureel en in hoge mate nationaal bepaald is. Amerikanen bijvoorbeeld kennen naar onze maatstaven meer ongelijkheid dan wij, maar ervaren dat niet zo. In hun beleving krijgt iedereen van God de kans die hem is toebedeeld. Ik vermoed dat een dergelijk idee ook in India leeft. Anders zou ik niet weten hoe ze hun schrijnende armoe verdragen.
Maar de linkse politieke beweging zal de grootste moeite hebben om de natiestaat opnieuw te omarmen omdat het voor linkse mensen onverenigbaar is met hun zelfbeeld van weldenkende, rationele individuen. Rationeel gezien bestaat ‘de natie’ immers ook niet. Het is uiteraard een ‘imagined community’, maar om Meindert Fennema te citeren: ‘daardoor nog niet minder relevant’. Volgens mij heeft de PvdA dat vannacht weer eens mogen ervaren.