‘Hoe waagt u het de weloverwogen uitspraken van mijn cliënt ‘uitlatingen’ te noemen. Dat klinkt als scheten. Door zijn uitspraken zo te benoemen doet u mee aan het donkerbruin maken van de uitspraken van mijn cliënt.
‘Goedemorgen meneer Wilders.’
‘Hoe durft u mijn cliënt een goede morgen toe te wensen. Begrijpt u niet dat door uw toedoen de heer Wilders geen enkele goede morgen meer heeft.’
‘Heeft u dan slecht geslapen, meneer Wilders?’
‘Hoe haalt u het in uw hoofd te denken dat door dit Noord Koreaans showproces mijn cliënt geen oog dicht zou doen. Dat is een schromeloze overschatting van de rechtbank van deze heersende elite.’
‘Meneer Wilders, ik stel voor om door te gaan met dit proces en enkele van uw uitlatingen onder de loep te nemen.’
‘Hoe waagt u het de weloverwogen uitspraken van mijn cliënt ‘uitlatingen’ te noemen. Dat klinkt als scheten. Door zijn uitspraken zo te benoemen doet u mee aan het donkerbruin maken van de uitspraken van mijn cliënt. Door zijn mond met een uitlaat te vergelijken draagt u bij aan de demonisering van mijn cliënt en aan de verruwing van het klimaat, meneer de rechter. Uit de mond van mijn cliënt komen geen giftige uitlaatgassen.’ ‘Meneer Wilders, kunt u mij zeggen wat u het beste woord acht voor uw…, voor wat u zegt?’
‘Ik spreek namens mijn cliënt als ik u zeg dat u van mijn cliënt niet kunt verwachten dat hij u de taal aanreikt voor dit verderfelijke politiek proces. Dat zult u toch zelf moeten doen.’ ‘Meneer Wilders, u beroept zich op uw zwijgrecht. Dat op een moment dat velen van u verwachten dat u spreekt, dat u uitlegt aan het volk waarom u zegt wat u zegt.’
‘Wat is dit voor een belachelijke uitnodiging. Dit is geen persconferentie. Dit is een proces. Mijn cliënt is hier niet om iets uit te leggen. Mijn cliënt is hier om zwijgend aan te horen hoe u dit schandelijke proces dat nooit gevoerd had mogen worden toch gaat voeren. U bent -tegen mijn zin in- niet gewraakt en dat wreekt zich nu. U minacht de gang van het recht alleen al door hier te staan.’
‘Zal ik dan maar gaan zitten?’
‘Hoe durft u mijn serieuze opmerking op deze wijze belachelijk te maken. Ziet u wel dat dit een showproces is om mijn cliënt monddood te maken?’
‘Maar, ik probeer hem juist aan het spreken te krijgen.’
‘Alleen al door deze opmerking bewijst u dat u mijn cliënt opnieuw op een discriminerende uitspraak wilt betrappen?’
‘Bedoelt u te zeggen als advocaat van de heer Wilders dat de heer Wilders al eerder discriminerende opmerkingen heeft geplaatst?’
‘Meneer de rechter, nu is de maat vol. Ik eis dat u er evenals mijn cliënt het zwijgen toe doet.’