Een op drie Nederlandse kinderen slachtoffer seksueel geweld
• 28-05-2014
• leestijd 2 minuten
Nationaal Rapporteur Corine Dettmeijer: Meer meldingen moeten worden onderzocht, daders worden nu vaak niet gepakt
Elk jaar worden 62.000 kinderen voor de eerste keer slachtoffer van een vorm van seksueel geweld. Eén op de drie kinderen maakt het uiteindelijk ooit mee. Dat staat in een rapport over de aanpak van seksueel geweld tegen kinderen, opgesteld door de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, Corine Dettmeijer.
Dettmeijer overhandigde het
rapport woensdag aan minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie. De Volkskrant vat samen:
Meisjes worden relatief vaker slachtoffer van seksueel geweld dan jongens: 41 procent van hen krijgt ermee te maken, tegenover 23 procent van de jongens. Eén op de tien meisjes maakt ongewilde manuele seks mee, één op de twintig orale of genitale seks. Niet iedereen ziet zichzelf als slachtoffer, jongens relatief minder vaak dan meisjes.”
“Oudere kinderen (16-17 jaar) lopen meer risico dan jonge kinderen. Overige risicogroepen zijn kinderen met een beperking, kinderen uit gezinnen waarin verslaving of criminaliteit voorkomen, of uit samengestelde gezinnen of eenoudergezinnen.
De gevolgen lopen uiteen. Sommige slachtoffers ervaren nagenoeg geen problemen. Bij velen heersen echter gevoelens van schaamte, nachtmerries of langdurige psychische, medische of seksuele gevolgen.
Wrang is dat slechts drie uit de tien meldingen leiden tot een aangifte bij de politie. Dettmeijer:
Dat is schokkend weinig en duidt erop dat de drempel te hoog is en omlaag moet. Want dit betekent ook dat daders niet aangepakt worden
De Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel geweld wil dat meer meldingen worden onderzocht. Veel slachtoffers vertellen pas jaren later, of nooit, wat hen is aangedaan. Mensen in hun omgeving zien niet wat hen is overkomen, aldus Dettmeijer.
Daders Hoeveel mensen dader zijn van seksueel geweld tegen kinderen is niet duidelijk. De Volkskrant schrijft:
De verdachten die bekend zijn, zijn vrijwel altijd mannen. Niet iedere verdachte heeft een seksuele voorkeur voor kinderen: 20 procent is pedofiel. Een kwart van de verdachten is zelf minderjarig. Meer dan een kwart heeft een verstandelijke beperking. De helft is nog niet eerder in beeld geweest bij justitie. In driekwart van de bij de politie gemelde gevallen is de beschuldigde een bekende van het kind, in een vijfde is het een familielid.