Een Eerste Kamer met zelfrespect verwerpt huidig belastingplan
• 20-12-2010
• leestijd 3 minuten
Het BTW-voorstel is juridisch en fiscaal onvolkomen, onduidelijk en ontijdig
De fracties van de ChristenUnie en D66 bezetten sleutelposities in de Eerste Kamer. PerspectieF en de Jonge Democraten roepen hen op om maandag het belastingplan van Rutte te verwerpen als het kabinet niet met een alternatief voor de BTW-verhoging op de kunst komt. De verhoging schuurt met het legaliteitsbeginsel en gelijkheidsbeginsel en kent veel uitvoeringsproblemen. Dit tegenhouden behoort tot de kerntaken van de senaat. Bovendien is deze maatregel de eerste test van een eventuele ‘uitgestoken hand’ van premier Rutte. De Eerste Kamer moet zichzelf als volwaardig deel van de Staten Generaal serieus nemen.
Maandag stemt de Eerste Kamer over het belastingplan van Rutte. Een onderdeel van dit pakket is de BTW-verhoging op de kunst. De senaat heeft afgelopen week unaniem een motie aangenomen die de regering verzoekt met een alternatief te komen. Bij de behandeling van het belastingplan 2011 is er ook door de Tweede Kamer vanuit verschillende hoeken kritisch gereageerd op de voorstellen. Er zijn dan ook een aantal grote problemen met deze maatregel.
De snelheid waarmee de maatregel wordt ingevoerd is onverantwoordelijk. Op dit moment wordt er half december besloten wat er per 1 januari gaat gebeuren. Theaterproducenten hebben hier onmogelijk op kunnen anticiperen. Er zijn reeds vele afspraken gemaakt met andere ondernemers en die blijken nu achteraf -door toedoen van de staat- in de prullenbak te kunnen. Dit schuurt met het legaliteitsbeginsel. De Vereniging van Vrije Theaterproducenten is hier ook al een rechtszaak om begonnen.
Het kan ook anders. De SGP wees er onlangs in de Eerste Kamer op dat toen de BTW werd verhoogd voor de reissector er een redelijke overgangsregeling werd getroffen. Dat is op dit moment niet het geval, terwijl de termijn van invoering (een halve maand) veel korter is.
Deze maatregel zal tevens veel fiscale onduidelijkheden en juridische problemen voor de overheid scheppen. Zo blijft de belasting op zwaar lichamelijk werk staan op 6%. Dit leidt tot de rare situatie dat iemand die je huis behangt dit voor een tarief van 6% BTW doet, maar decorbouwer moet 19% afdragen. De Nederlandse orde van Belastingadviseurs schreef eerder al een brief aan het kabinet waarin zij waarschuwde voor de juridische en fiscale onregelmatigheden in de uitwerking van dit beleid.
Een ander opmerkelijk punt is dat voor films het lage tarief blijft gelden. Dit zorgt natuurlijk voor oneerlijke concurrentie binnen de kunstsector. Het kabinet heeft nog niet afdoende aangegeven waarom deze vorm van cultuur ongelijk behandeld wordt.
Het terugsturen van een belastingplan is een rigoureuze maatregel, en daar zijn zowel de Jonge Democraten als PerspectieF zich terdege van bewust. We hechten aan de Eerste kamer als chambre de reflection die minder gepolitiseerd is dan de Tweede Kamer. De intentie om de cultuur meer om eigen voeten te laten staan is uitstekend en dat daarbij kritisch naar de fiscale stimulans in de cultuursector wordt gekeken is eveneens terecht. Maar het BTW-voorstel is juridisch en fiscaal onvolkomen, onduidelijk en ontijdig. Het terugsturen van wetten met zulke problemen is fundamenteel de taakstelling van onze senatoren.
Bovendien is de buitengewone starheid omtrent dit kabinetsplan merkwaardig. Het gaat om een breed gedragen sentiment in de Staten Generaal om een relatief kleine maatregel. Het Kabinet dreigt haar uitgestoken hand niet in het minst waar te maken. Maandag komt de regering met een brief waarin precies staat wat er met de wensen van de Eerste Kamer over met de BTW–verhoging gebeurt. Dat is het moment om te laten zien dat als de Eerste Kamer serieus genomen wil worden, ze ten eerste zichzelf serieus moet nemen.
Dit artikel is geschreven door Maarten Koning, Landelijk Voorzitter Jonge Democraten en door Robert Heij, Landelijk Voorzitter PerspectieF