We worden langzaam maar zeker in een strak keurslijf geperst
Vroeger leefden wij in een keurslijf van strakke normen en religieuze taboes. Wij liepen in het gareel dat op onze rug was geladen door dominee, pastoor en glurende buren. Daarna vonden de ontzuiling en de bevrijding van de jaren zestig plaats. Sindsdien viert het individualisme hoogtij.
Iedereen heeft het recht zich vrijelijk te ontplooien. Je mag zeggen, denken en doen wat je wilt zolang je maar niet de vrijheid van een ander aantast om ook op zo’n manier te leven. Individualisme en democratie hangen dan ook nauw samen. De dominante ideologie van het moment, het liberalisme – althans de versie die nu opgeld doet – stelt de individuele vrijheid centraal.
In de jaren zestig dachten velen dat je voor zo’n vrije ontplooiing wél het collectief nodig had. De toenmalige leider van de PvdA Joop den Uyl, sprak dan ook over de spreiding van kennis, inkomen en macht. Die gedachte is zelfs in zijn eigen partij op de achtergrond geraakt. Algemeen is het geloof in “de maakbaarheid van de maatschappij” verlaten: bij individuele vrijheid hoort ook individuele verantwoordelijkheid. Dat zijn twee kanten van dezelfde medaille.
Op deze ideologie van persoonlijke vrijheid en persoonlijke verantwoordelijkheid is de afgelopen decennia het nodige afgedongen. Ze zou tot ongelijkheid leiden en tot een oneerlijke verdeling van maatschappelijke kansen.
Nu blijkt ze ook de vrijheid te bedreigen. Dat komt door een combinatie van twee gedachten. Ten eerste: elk individu moet de gevolgen van zijn keuzes persoonlijk dragen. Ten tweede: voorkomen is beter dan genezen. Op grond daarvan mag men het individu verplichten aan preventie te doen. Deze combinatie leidt tot een nieuw geloof, dat in de maakbaarheid van het individu. Signalen daarvan zijn overal zichtbaar: politici verklaren dat de overheid achter de voordeur moet komen nog voordat ouders hun kinderen laten ontsporen. Verzekeringsmaatschappijen willen boetes geven aan klanten met een “ongezonde” levensstijl. Tegenspraak wordt onmiddellijk als “hufterigheid” gedefinieerd.
In de wijken hangen lijstjes met gedragsregels die veel verder gaan dan het gebod om afval in de daartoe bestemde bakken te werpen. Als u verliefd wordt op een partner uit het verkeerde land – zeg: Mexico, zeg: Sri Lanka – dan laat de overheid de inburgering niet aan u over maar straft u eerst met een lange en akelige procedure om u tot opgeven te bewegen en neemt dan die inburgering zélf ter hand. Excentriciteit wordt steeds meer ondergebracht bij allerlei psychische ziektebeelden die de slachtoffers een levenslang stempel en therapie bezorgen.
Zo ontstaat langzaam maar zeker een maatschappelijke en psychische eenheidsmal waarin elk individu dient te passen. Wie afwijkt, wordt geconfronteerd met sancties. Omdat overal camera’s hangen, omdat de overheid al uw internetverkeer mag nagaan, omdat uw smartphone uw locatie verraadt, bent u ook altijd en overal te controleren. Zo ver is het nog niet, althans niet met de meeste mensen maar het zal toch moeten gebeuren als straks bijvoorbeeld gezond gedrag wordt afgedwongen.
Het probleem is: alles wat er nu gebeurt op het stuk van de controle van het individu ziet er heel redelijk uit. Natúúrlijk is een gezonde levensstijl belangrijk voor je uiteindelijk welbevinden. Zéker is het nodig schijn- en gedwongen huwelijken te voorkomen. Roken ís dodelijk en het tást de vruchtbaarheid aan. Terecht wordt wie zich misdraagt, van de metro naar de cel verplaatst. Maar al die maatregelen en beleidslijnen door al die instanties bij elkaar leiden tot een keurslijf voor de burger, zo strak als hij het zelfs tijdens het hoogtepunt van de verzuiling niet kreeg aangemeten.
Deze samenleving moet oppassen dat zij niet ten prooi valt aan een nieuwe totalitaire verleiding. Denk daaraan als u met oudjaar uw zelf gekochte en uitgekozen vuurwerk afsteekt.