Duitsland: Overwegen Google op te breken
• 16-05-2014
• leestijd 3 minuten
Politiek moet ingrijpen: zoekgigant te machtig, maakt concurrentie onmogelijk ... Duitse minister over het heroveren van de persoonlijke vrijheid op het digitaal kapitalisme
De Duitse minister van Economische Zaken Sigmar Gabriel draait niet langer om de hete brij heen: Google is zo’n machtig bedrijf geworden dat de tijd is gekomen dat de politiek ingrijpt en het bedrijf mogelijk wordt opgesplitst. De minister stelt dat die ingrijpende optie serieus moet worden bekeken om de marktwerking te herstellen: “Maar alleen als laatste redmiddel”.
De suggestie van de minister volgt nadat donderdag 400 bedrijven een klacht hebben ingediend bij de Europese Commissie wegens concurrentievervalsing door Google. De SPD-minister schrijft in zijn essay dat de digitale revolutie weliswaar een zegen is maar dat het ook tijd is de vaak ondoorgrondelijke digitalisering te demytisficeren.
“De cloud is geen wolk in de lucht zoals de advertenties ons willen doen geloven maar een bunker in Utah.” En termen als ‘smart’ en ‘intelligent’ verhullen dat er gewoon sprake is van een ongekende vergaring van persoonlijke gegevens die commercieel worden geëxploiteerd. Elk contact leidt tot een digitale echo waar vervolgens handel mee wordt bedreven. Gabriel stelt dat het tijd is paal en perk te stellen. Niet om de toekomst in de weg te staan maar om te voorkomen dat ons leven verandert op een manier waar we geen grip op hebben. Hij is ook duidelijk wie daar voor moet zorgen. Nationale staten maken geen schijn van kans tegen de datamultinationals: “Alleen de Europese Unie heeft de macht om het beleid en de regels van het spel veranderen en om nieuwe regels te bepalen.”
Hij noemt een aantal stappen die genomen moeten worden:
Ten eerste: We moeten de burgers helpen de macht over het gebruik van digitale technologie, waar ze die al kwijtraakten, te heroveren. Het principe van de democratie, de fundamentele norm van elke liberale grondwet dat ieder zelf over zijn lot kan beslissen moet ook van toepassing zijn in het data-tijdperk waar iedereen zelf moet kunnen beslissen hoeveel informatie hij over zichzelf in omloop brengt. Waar deze vrijheid wordt beperkt, bijvoorbeeld door eisen met betrekking tot rapportage of justitiële vervolging, moet dit onder wetten vallen die in overeenstemming zijn met de grondwet.
Het principe moet onaangetast blijven dat eigen gegevens persoonlijk eigendom zijn. Dit geldt vooral voor wat betreft de particuliere en de commerciële exploitatie van onze identiteit. Het moet ook gelden voor het ‘digitale personeelsdossier’, voor wat de werkgever wil weten over werknemers. Voorwaarde en eerste stap voor het herstel van digitale autonomie is het herwinnen van de nu grotendeels verloren gegane transparantie in de patronen en doeleinden van de handel in persoonsgegevens. We hebben onder andere voor het publiek een keurmerksysteem nodig, een ‘privacy stoplicht’ voor apps, software en social media. De regel is: geen detectie, geen verwerking en geen profiel aanmaken zonder dat het uitdrukkelijk door burgers is toegestaan.
Gabriel zegt over de machtspositie van Google dat ook onderzocht moet worden of het bedrijf concurrentie onmogelijk maakt of dwarsboomt. Als dat zo is moet het bedrijf worden gesplitst, zoals al eerder bij elektriciteits- en gasnetten gebeurde. “Echter, dat kan alleen een laatste redmiddel zijn.”
cc-foto: Ralph Alswang