In 2016 ontving het College voor de Rechten van de Mens ruim duizend meldingen meer over discriminatie dan in het jaar daarvoor. Dat blijkt uit de dinsdag gepubliceerde Monitor Discriminatiezaken van het College. In totaal werden 3.143 meldingen ontvangen, 600 daarvan gingen over discriminatie op basis van afkomst. Een verdubbeling van het aantal in 2015.
Volgens voorzitter Adriana van Dooijeweert gebeurt discriminatie vaak onbewust:
Wij Nederlanders zien onszelf als modern en tolerant volk. Een fout grapje moet ook kunnen, humor kleurt het leven. Discriminatie en racisme zijn beladen termen die daarmee in schril contrast staan.
In het NOS Radio 1 Journaal geeft Van Dooijeweert een voorbeeld van twee mensen die met dezelfde brief en cv solliciteren naar een stageplek. Het verschil: de een noemt zichzelf Henk, de ander Rachid:
De eerste krijgt meteen antwoord ‘wat een leuk cv, je mag langskomen voor een gesprek.’ Maar Rachid leest in de mail ‘sorry maar de plaats is al vervuld.
Aan het tijdstip van versturen is vervolgens af te lezen dat op basis van de naam is besloten Rachid niet uit te nodigen. Het College waarschuwt ervoor dat dit soort negatieve stereotypering er ook toe leidt dat de kwaliteiten van met name sollicitanten met een Marokkaanse, Turkse of Antilliaanse achtergrond systematisch worden onderschat. ‘Terwijl de kwaliteiten van autochtone Nederlanders worden overschat. Ook door werkgevers die uitdrukkelijk niet willen discrimineren.’
De meeste meldingen, ruim een kwart, gingen over discriminatie vanwege ras of afkomst. Maandag werd uit cijfers van de Landelijke Vereniging tegen Discriminatie (LVD) al bekend dat vorig jaar fors meer meldingen werden ontvangen wegens discriminatie om politieke gezindheid. In totaal 151, terwijl dat er in 2015 slechts 14 waren. De meeste meldingen kwamen van Turkse Nederlanders. Veel meldingen kwamen uit Rotterdam, waar na de mislukte coup in Turkije aanhangers – of vermeende aanhangers – van de Gülenbeweging werden bedreigd.
Andere meldingen bij de LVD gingen over het racisme dat over Sylvana Simons werd uitgestort, met een hoogtepunt in de periode dat de Zwarte Piet-discussie op zijn hevigst was. Bijzonder is hier dat in deze periode ook witte Nederlanders aangifte deden tégen Simons, omdat zij vonden dat het veranderen van Zwarte Piet ook discriminatie is.
Bij de LVD kwamen 4.596 meldingen binnen. Volgens de LVD zelf is dat slechts het topje van de ijsberg, omdat slachtoffers meestal geen aangifte doen. Het College voor de Rechten van de Mens laat weten dat de toename van het aantal meldingen bij hen niet automatisch betekent dat er ook meer gediscrimineerd wordt. Het zou volgens hen ook kunnen dat het College bekender wordt en meer mensen hun weg er naartoe weten te vinden.