Het leuke aan het boek van de Franse econoom Thomas Piketty is niet alleen dat het de rechtse opiniemakers op de kast weet te jagen, maar bovenal dat het de zelfbenoemde ‘pragmatici’ van het midden ontmaskert. Dat blijken namelijk helemaal geen pragmatici te zijn, maar ideologische scherpslijpers.
Een goed voorbeeld van zo’n centristische hardliner is Willem Vermeend, een van de machtigste mannen in de Paarse kabinetten. Dit weekend verscheen een interview met hem in de NRC, omdat hij samen met Rick van der Ploeg een boek over Piketty uitbrengt, dat in september verschijnt.
“Piketty? Knap boek, maar het klopt niet”, is de nonchalante titel van het interview. De stelling van Piketty is dat het kapitalisme een natuurlijke neiging vertoont tot concentratie van kapitaal in steeds minder handen. We staan op het punt terug te keren naar de situatie van de belle epoque aan het einde van eind 19e eeuw. Een tijd waarin de rijkdom zeer ongelijk was verdeeld, waarin de elite het geld niet zozeer verdiende door gedane arbeid, maar eerder overerfde van schatrijke ouders. Volgens Vermeend klopt de stelling van Piketty niet, omdat de meeste rijken van nu high-tech entrepreneurs zijn:
“[D]e meeste rijken van nu zijn totaal anders. Dat zijn entrepreneurs. Die steken het geld dat ze verdienen zo snel mogelijk weer in nieuwe bedrijfjes, innovatie en technologie. En dus in de samenleving. De meeste banen worden immers gecreëerd door dat soort nieuwe bedrijven.”
Dat de allerrijksten voornamelijk high-tech entrepreneurs zijn, is op zich al pertinent onwaar. Het is een wat minder schaamteloze variant op de stelling van Halbe Zijlstra, onlangs bij Knevel en Van den Brink, dat verhoging van de vermogensbelasting vooral de persoon raakt “die ondersteboven gereden is door een dronken automobilist, gehandicapt geworden is en daar een zware schadevergoeding aan over heeft gehouden”. Maar Vermeend zegt nog iets anders, het zou ook de sector zijn de meeste banen creëert. Het voorbeeld dat hij daarvoor aanhaalt is veelzeggend: “Zie hoe Kodak door Instagram naar de Filistijnen is geholpen. En in Nederland Free Record Shop door Spotify. En Oad door booking.com.”
Voor de goede orde: er werkten vorig jaar 13 mensen bij Instagram, 300 bij Spotify, en 6000 bij Booking.com. Alleen al in Nederland zijn er door deze technologiebedrijven meer banen “naar de Filistijnen geholpen” dan dat er wereldwijd zijn bijgekomen.
Willem Vermeend begrijpt technologische ontwikkeling gewoon niet zo goed: dat leidt historisch gezien juist tot reductie van de factor arbeid. Vermeend zou eens het boek ‘Who owns the future’ van Jaron Lanier moeten lezen, dat gaat over technologie en baanloze groei. Dat boek kan Vermeend goed gebruiken om te begrijpen waarom het voorbeeld Kodak/Instagram – 100.000 banen versus 13 banen – niet echt helpt om mensen ervan te overtuigen dat de high-tech sector een banenmachine is. En dat daarom de superrijken ongemoeid moeten worden gelaten.
Verder stelt Vermeend dat vermogen niet belast moet worden want dat leidt tot minder bedrijfsinvesteringen. Hij vermeldt er niet bij dat bedrijfsinvesteringen op dit moment al een dieptepunt hebben bereikt. En wel omdat er een gebrek aan vraag is. Die vraag is er niet, omdat de koopkracht van iedereen behalve de allerrijksten is afgenomen. Ewald Engelen schreef er een fascinerende column over, waarin hij een rapport van DNB aanhaalt:
“‘Al sinds de eeuwwisseling is het reële nettoloon niet meer gestegen.’ Met desastreuze gevolgen voor de binnenlandse bestedingen. Dat verklaart tevens de historisch lage bedrijfsinvesteringen: ‘Voor bedrijven die op de binnenlandse markt zijn gericht, heeft het vanwege de zwakke binnenlandse vraag weinig zin om te investeren.’”
Een belangrijke rol hierin is weggelegd voor de overheid, die het afgelopen decennium vermogen steeds minder is gaan belasten, en arbeid meer. ‘Droeg het bedrijfsleven in 2000 nog voor pakweg twaalf procent bij aan de schatkist, in 2013 was dat nog maar vier procent’ zo schrijft Engelen. In Nederland verloopt de klassenstrijd via de fiscus, zo concludeert hij. En de rijken zijn aan het winnen. Willem Vermeend heeft daar, als belangrijkste hervormer van het belastingstelsel, zelf een handje in gehad.