Dierendag is eigenlijk mensendag
• 04-10-2013
• leestijd 5 minuten
Werelddierendag is een commercieel en
folkloristisch schouwspel waar dieren niets aan hebben
Traditioneel worden dieren op deze dag in het zonnetje gezet. Dat varieert van de oproep om vandaag eens geen vlees te eten tot “geef je hond, kat, kip, konijn, fret of slang eens een extra aai”. Ook zien we ondernemers met oproepen komen waar dieren bij zijn betrokken: de Makro vond het nodig iedereen uit te nodigen om met een kameel naar een vestiging te komen. De eerste kreeg 1.000 euro. Mensen verdienen goed geld aan dierendag en dierendag is er vooral om mensen te plezieren. Is het mogelijk om iets serieuzer om te gaan met 30 miljoen gezelschapsdieren, 550 miljoen landbouwhuisdieren, honderdduizenden dieren om mee te experimenteren en tientallen miljoenen in het wild levende dieren?
Er moet een nationaal rapporteur Dierenwelzijn, Diergezondheid en Dierethiek komen die onafhankelijk en deskundig op 4 oktober rapporteert over de aard en omvang van het welzijn en de gezondheid van dieren in Nederland. We weten namelijk te weinig over de aard en omvang van het gebruik en de gevolgen hiervan op dieren in Nederland.
Er is veel meer zicht nodig op de omgang met dieren en de ethische vraagstukken die spelen. Natuurlijk er is een Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA). Deze bestaat uit 40 deskundigen en zij komen 2 maal per jaar bijeen. Per vraagstuk kan een forum worden ingesteld, meestal bestaat zo’n forum uit maximaal 10 deskundigen. Het forum stelt een zienswijze vast. De opzet en het eindresultaat worden ter beoordeling aan de voltallige Raad voorgelegd. De RDA kan zo de minister en staatssecretaris van Economische Zaken adviseren. Is er een zienswijze dan wordt het forum weer opgeheven. De RDA heeft zijn tijd gehad.
40 deskundigen die allemaal afkomstig zijn of een verleden hebben met een organisatie of een groepering kunnen nooit geheel vrij een oordeel vellen. Er wordt vanuit gegaan dat de 40 mannen en vrouwen namelijk zonder last of ruggespraak een standpunt innemen. In de praktijk kun je zien wie welke achtergrond heeft en welk standpunt daarom inbrengt. Het doel van de Raad is ook nog eens “het bij elkaar brengen van wetenschap, praktijk en politiek om tot maatschappelijk breed gedragen dierbeleid te komen”.
Defensief De meeste Nederlanders weten niet eens wat de RDA is, waarschijnlijk denken zij dat het een amateurvoetbalclub, een bestrijdingsmiddel of een geheim wapen is. Hoe kun je tot een breed gedragen dierbeleid komen als je zo onzichtbaar bent in de samenleving en werkt als een groep van oude wijze heren en dames die in achterkamers met elkaar spreekt over het welzijn, de gezondheid en de ethiek?
Of moeten we wachten op het bedrijfsleven zelf om tot betere maatregelen te komen voor dieren? Het bedrijfsleven heeft nog zelden durf en slagkracht getoond. Zowel de veehouderijsector als de branche voor gezelschapsdieren handelen defensief en in meestal in het belang van de eigen goedgevulde portemonnee.
Er is een sense of urgency om met een andere bril naar het gebruik van dieren te kijken, om tot een nieuw sociaal contract te komen waarbij een evenwicht is tussen belangen van mensen en belangen van dieren. Een waardenvrije wetenschap en een waardenvrije rapportage, daar is grote behoefte aan om ons te helpen tot een nieuw evenwicht te komen in de relatie van mens tot dier.
Laten we daadwerkelijk komen tot een goed zicht op dierenwelzijn en tot een debat in Nederland. Het is belangrijk dat er een Nationaal Rapporteur komt die rapporteert aan de regering over de aard en omvang van dierenwelzijn, diergezondheid en dierethiek. De Nationaal Rapporteur monitort de effecten van het beleid dat op deze terreinen wordt gevoerd en komt met concrete aanbevelingen om het dierenwelzijn en de diergezondheid in Nederland te verbeteren. Zij opereert volstrekt zelfstandig en onafhankelijk en wordt ondersteund door een deskundig stafbureau. En ieder jaar op 4 oktober – op Werelddierendag – komt zij met haar bevindingen vastgelegd in een rapport dat aangeboden wordt aan het kabinet en besproken wordt in het parlement. Vogelvrij Gezien de ernst van de situatie mag je namelijk verwachten dat de politiek snel in actie komt. De zorg over de vele miljoenen dieren is er en mensen willen weten wat er zich afspeelt in de veehouderij, in de natuur, de huiskamer en het laboratorium. Allemaal plaatsen waar dieren nog steeds veelal vogelvrij zijn. Als we alleen al kijken naar de plofkip dan weten we allemaal dat een maatschappelijke discussie over de omgang met dieren en de doelen waar zij voor worden gehouden hard nodig is.
Ook wanneer we kijken naar 30 miljoen gezelschapsdieren kunnen we concluderen dat er sprake is van een black box. Niemand weet hoe het met het welzijn van de gezelschapsdieren in Nederland precies is gesteld. ‘Tuurlijk, er zijn ongetwijfeld mensen die RDA en andere rapporten uit de kast toveren, alleen dode letters in kartonnen dozen, bureauladen en ordners geven ons geen goed totaal overzicht.
Om een voorbeeld te noemen. In Nederland zijn jaarlijks 200.000 slachtoffers van huiselijk geweld en meer dan 100.000 kinderen van mishandeling. Dat weten we met zekerheid omdat hier onderzoek naar wordt gedaan en er binnen de landelijke en lokale keten alles aan wordt gedaan om dit te voorkomen en om slachtoffers de hulp en opvang te geven die nodig is. Als we al ieder jaar 300.000 mensen mishandelen in dit land, hoeveel dieren worden er dan achter de voordeur van dierminnend Nederland geslagen, geschopt, gemarteld en gedood? Niemand weet het omdat er geen onderzoek, geen beleid en geen acties zijn.
Een Nationaal Rapporteur Dierenwelzijn, Diergezondheid en Dierethiek kan het kabinet vragen om te komen tot een nationaal beleid- en actieplan voor dierenwelzijn. En deze rapporteur komt vervolgens dan ieder jaar met een stand van zaken rapportage en met aanbevelingen. Laten we het debat, het beleid en de rapportages over dierenwelzijn, gezondheid en ethiek naar een hoger gewenst niveau tillen. Niet alleen meer grappen en grollen maken over dieren, geen grijze mensenmuisen die praten over dieren in een achterkamer en geen maatschappelijk debat aan de koffie- of borreltafel. Op basis van een onafhankelijke en deskundige Nationaal Rapporteur kunnen we het debat over dieren goed voeren en waarschijnlijk andere en betere keuzes maken waar draagvlak voor is in de samenleving op basis van de eigen waarde die dieren bezitten.