Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Denkles over Zwarte Piet

  •  
13-11-2015
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
123 keer bekeken
  •  
BNNVARA fallback image
Dat iets automatisch goed of waar is wanneer een meerderheid dat vindt, is een populistische drogreden
Ik heb in de krantenbak veel argumenten gelezen dat Zwarte Piet onveranderd moet blijven en de meesten zijn drogredenen. Dit is slecht, immers een verstandige samenleving vermijdt drogredenen en beslist op basis van rationele argumenten. Hieronder zal ik eerst één van deze foute argumenten weerleggen en daarna aangeven hoe een rationeel debat zou kunnen gaan.
Filosoof Sebastien Valkenberg vertelde De Telegraaf dat het debat een ‘dictatuur van de minderheid’ is. Weinig ‘doch fanatieke actievoerders,’ die het debat ‘gijzelen met hun heftige argumenten’. Zij gooien met een ‘morele rode kaart’ en intimideren iedereen met de beschuldiging van racisme. Valkenberg vindt dit een ‘hefboom van de gekrenkte minderheid’. Hij gebruikt enkel drogredenen in zijn stuk, maar ik bespreek slechts de grootste, want hiermee staat of valt zijn argument. Hij betoogt dat de overgrote meerderheid wil dat de Zwarte Piet (ZP) onveranderd blijft. En als de meerderheid iets gelooft, dan is het automatisch waar of goed. Toch? Dit is de populistische drogreden ( ad populum ).
Laat ik dit meteen weerleggen met een gedachte-experiment. Stel je voor dat alle Nederlanders (behalve Valkenberg) via een referendum beslissen om Valkenberg in een kerker op te sluiten en hem voor de rest van zijn leven te martelen. Zomaar, zonder reden. Zou Valkenberg nog steeds roepen dat de meerderheid gelijk heeft? Meldt hij zich vrijwillig bij de politie? Slechts als hij dom is. Als hij slim is, ontvlucht hij het land of vecht hij tot aan zijn dood, vooral als ook andere mensen hem helpen.
Waarom zou hij de wil van de meerderheid mogen negeren of bevechten? Omdat de meerderheid zijn mensenrechten schendt. Dit is de bedoeling van een recht, dat het voorrang heeft op de wensen van de meerderheid. 
Filosoof Ronald Dworkin heeft de rechten mooi met een metafoor beschreven: ze zijn troefkaarten. Ze zijn waarden die voorrang hebben op andere overwegingen. Ik bouw verder op Dworkin en beweer dat we rechten beter kunnen zien als argumentatieve troefkaarten – als premissen in een argument, die zwaarder wegen dan andere premissen. 
Een recht is een vrijheid. Als je beweert dat je een recht hebt, claim je slechts dat als je voldoende kracht zou hebben, je vrij zou zijn om de wereld te veranderen (of onveranderd te houden), tegen de wil van anderen; en als anderen moreel en rationeel zijn zouden ze je helpen. Met het zeggen dat je een recht hebt, probeer je de bewijslast om te keren: de anderen moeten een veel sterker argument vinden om jouw premisse te weerleggen. 
Het is bijvoorbeeld niet jouw taak te bewijzen dat je het recht op leven hebt, maar de taak van je argumentatieopponent te bewijzen dat je het niet hebt. Stel je voor dat Jantje je wil vermoorden en jij zegt: ‘Nee, dat mag niet want ik heb het recht op leven. Einde discussie.’ Hiermee zeg je slechts dat jouw premisse al bewezen is. Het debat daarover is allang beslecht. En als Jantje daar anders over denkt, vette pech voor hem. Jij hoeft geen rekening te houden met zijn wil, voorkeur of emoties. Noch hoef je zijn toestemming te vragen om te mogen leven.
Het is ook fundamenteel voor een rationeel argument dat aantallen niet tellen. De minderheid moet de meerderheid met een rationeel argument kunnen overtuigen. Want de waarheid geeft geen reet om de meerderheid.
Het bovenste suggereert ook hoe het ZP-debat zou moeten gaan. Het anti-kamp zou moeten aantonen dat ZP mensenrechten schendt. Bijvoorbeeld zij kunnen betogen dat ZP racistisch is of discriminerend. Ze kunnen zeggen dat ZP verdacht veel op de zwarten lijkt: hij is zwart, met grote rode lippen en een Afropruik. Je hoeft slechts het Sinterklaasjournaal te kijken en je ziet dat men ZP als dom beschrijft, als knecht van een blanke man met dikke buik. En die gouden oorringen doen ons aan slavernij denken. 
Hun tweede premisse kan zijn dat Nederland mensenrechtenverdragen heeft ondertekend, verdragen die racisme en discriminatie verbieden. Dus Nederland is juridisch verplicht om racisme en discriminatie af te schaffen en te bestrijden. En als ZP racistisch of discriminerend is, dan is Nederland verplicht om hem te veranderen.
Als het vast staat dat ZP mensenrechten schendt, dan kunnen mensen in het pro-kamp zich niet op de wil van de meerderheid beroepen. Zij kunnen twee andere strategieën kiezen. Zij kunnen gaten schieten in de argumenten van de anti-ZP-club. Of ze kunnen het tegendeel bewijzen, dat ZP geen mensenrechten schendt. Valkenberg koos voor de ad populum en op de man spelen, niet op argument.
Valkenberg heeft een prijs gewonnen voor zijn boek ‘Op Denkles’. Hierin wil hij ons wapenen tegen drogredenen van anderen. Het is daardoor gênant dat Valkenberg zelf drogredenen gebruikt. En hij recidiveert. Want ik ( en anderen ) heb Valkenberg op meer drogredenen betrapt, in zijn columns in de Volkskrant. Dus de argumentatie in Nederland kan en verdient beter.

Meer over:

opinie, leven
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.