Na alle ophef had ik verwacht dat DENK minstens een fascistische partij met narcistische trekken zou zijn
DENK lijkt een stem te willen geven aan een bepaalde onvrede. Een onvrede die mij doet denken aan een plan dat ik in 2011 had. Het plan was geboren uit het idee dat iemand soms de waarheid pas ziet als hij een spiegel krijgt voorgehouden. Ik was van plan het hele land een spiegel voor te houden. Het proces van Wilders, waarin hij terechtstond voor het beledigen van moslims en het aanzetten tot haat en discriminatie, naderde toen zijn ontknoping. Wilders uit zijn woorden grof, beledigend, vernederend en zonder onderscheid tussen goed of slecht, schuldig of onschuldig. Uit de drang iets te doen tegen deze tsunami van angst en haatzaaierij, bedacht ik een plan. De uitwerking was afhankelijk van het vonnis. Als hij schuldig zou worden verklaard, dan liet ik het er bij zitten. Als hij vrij zou worden gesproken, dan zou ik aan de slag gaan.
Het plan was vrij simpel. Ik zou een politieke partij oprichten. Dat is eenvoudiger dan je zou denken. Verder wilde ik de citaten van Wilders gebruiken. Op een site zoals deze. Ik zou ze uit het hoofd leren met een paar kleine wijzigingen. In plaats van moslims, zou ik het hebben over joden. En Marokkanen zou ik vervangen door homoseksuelen.
Arrestatieteam Stel het jezelf eens voor. Als ik zou zeggen dat ik minder moslims wil in dit land, dan zou dat bijna een standpunt kunnen zijn van de VVD voor de volgende verkiezingen. Als ik zou zeggen dat ik minder joden wil in dit land, dan zou er – nog voor ik zou kunnen ademhalen voor de volgende zin – een arrestatieteam door het raam het huis binnendringen om mij op te vouwen en achterin een politiebusje te stoppen.
En als ik zou zeggen dat je rellende homo’s in de knieën moet schieten, dan zou ik één lange sprint moeten trekken naar de Belgische grens. Iedereen, van Gordon tot Rutte, zou langs de snelweg staan met pek en veren. En toch was ik het van plan. Als Wilders het zou mogen onder het mom van de vrijheid van meningsuiting in het maatschappelijke debat, dan zou ik dat ook mogen. Ik hoopte dat als meer mensen zouden voelen hoe het is om zo hard met woorden te worden geraakt, dat er dan ook meer mensen zouden opstaan tegen die haatzaaierij.
Provocerend Als je een mening ventileert die als provocerend wordt gezien, dan kun je begraven worden onder de doodsbedreigingen. Aangezien dit ook mijn ouders zou kunnen raken, besloot ik hen van tevoren in te lichten. Ik had verwacht dat ze meteen tegen zouden zijn. Dat ze zouden roepen hoe gevaarlijk het was en dat ik het niet moest doen. En dan zou ik het doordrukken, want zo belangrijk vond ik het. Het liep anders. Toen ik mijn verhaal had gedaan bleef het een paar seconden stil. Dat was al verrassend. En toen kwam het. ‘Laat je niet meeslepen in het negatieve. Wees een positieve kracht. Straal het goede uit. Negativiteit heeft nooit tot iets positiefs geleidt.’ Ik probeerde er een paar ‘ja, maars’ tussen te krijgen, maar mijn maars strandden in een oase van liefde. Verhalen van eeuwen geleden werden erbij gehaald, waarbij de geduldige, standvastige en liefdevolle mens, het altijd won van de haatdragende en de verbitterde.
Mijn voornemen vertoonde serieuze scheuren, maar was nog niet gesneuveld. Een dag of twee later zag ik op een sociaal medium dat een vriend van mij uit de kast was gekomen. Hij zat in een glazen kast, dus ik geloof niet dat hij veel mensen heeft verrast, maar het deed me wel iets beseffen. Ik had het hem uit kunnen leggen. Ik had hem kunnen zeggen dat ik wat dingen zou roepen en dat ik daar niks van zou menen. Dat ik alleen mensen bewust wilde maken van de kracht en invloed van woorden. Maar ik kon het nooit iedereen uitleggen. Ik zou mensen pijn moeten doen om een punt te maken.
Juist toen ik anderen een spiegel wilde voorhouden, zag ik mijn eigen reflectie in het voornemen. Het zorgde ervoor dat ik alleen medelijden kon voelen, toen ik Wilders na zijn vrijspraak hoorde zeggen: ‘Het was soms ook de bedoeling om grof en denigrerend te zijn. Dat moet kunnen. Je moet in het politiek debat kunnen zeggen wat je wil.’
Genocide En nu heb je een partij als DENK. Sylvana Simons komt erbij, een mogelijke genocide wordt (nog) niet zo genoemd, kleurrijke Piet wordt al voor de zomer uit de mottenballen gehaald en het land is te klein. Na alle ophef had ik verwacht dat DENK minstens een fascistische partij met narcistische trekken zou zijn. Ik heb hun website bezocht. Verdraagzaam, sociaal, duurzaam, rechtvaardig, ik zag geen woorden die ook niet in andere programma’s zouden kunnen staan.
Het is ironisch dat een partij die wil verbinden, vrachtladingen heisa en controverses over zich heen krijgt. Wat je ook van DENK mag vinden, er zijn blijkbaar mensen die dezelfde onvrede voelen als die waaruit deze partij is ontstaan. Als je deze onvrede negeert, dan zou je weleens iemand kunnen creëren die minder wil verbinden en meer wil choqueren. Eentje die wacht in de schaduw, met de drang om iets te doen. Die het misschien af laat hangen van het volgende vonnis van Wilders, om ons allemaal in naam van de vrijheid van meningsuiting met een spiegel vol in het gezicht te slaan.