Vredesbesprekingen en aanhoudende protesten brengen oplossing voor de Westelijke Sahara niet dichterbij
Er is de laatste weken veel gebeurd in het conflict rond de Westelijke Sahara. Er hebben weer serieuze vredesbesprekingen plaatsgevonden tussen Marokko, die het gebied sinds 1975 heeft bezet, en de Polisario, die al sinds de Spaanse kolonisatie strijdt voor onafhankelijkheid. Tegelijkertijd vielen er bij een inval van het Marokaanse leger bij een protestkamp op z’n minst zeven doden en honderden gewonden. Berichten over meer geweld, verdwijningen en martelpraktijken kunnen niet worden bevestigd omdat Marokko steeds minder waarnemers en journalisten toelaat.
Het protestkamp Gdaim Izik is een maand geleden opgericht door de Sahrawi, een verzamelnaam van de oorspronkelijke bewoners van de Sahara. Inmiddels wonen er permanent rond de tienduizend mensen in het kamp, gelegen vlak buiten Laayoune, de grootste stad van het gebied. Eerdere protesten riepen op tot de uitvoering van een referendum, dat door de VN georganiseerd zou moeten worden en dat de bewoners de mogelijkheid zou moeten geven te kiezen tussen onafhankelijkheid of een autonome status binnen Marokko.
Deze protesten werden altijd heftig neergeslagen en daarom werden bij de recente actiekampen alleen sociaal-economische eisen naar voren gebracht. Desondanks viel het Marokaanse leger op 8 november met veel geweld het kamp binnen, met de meeste dodelijke slachtoffers sinds jaren tot gevolg.
In 1973 beloofde Spanje de Sahrawi voor het eerst een referendum over de toekomst van het gebied, nadat in de jaren daarvoor de roep om onafhankelijkheid steeds groter werd. Onder druk van de Verenigde Staten werd de Westelijke Sahara daarentegen verdeeld onder Marokko en Mauritanië, die na het vertrek van de Spanjaarden in 1975 onmiddellijk bezit namen van hun nieuw verworven land. De Polisario begonnen een jarenlange felle strijd tegen de nieuwe bezetters en de bevolking vluchtte naar Algerije.
Gesteund door Algiers wistten de Polisario in 1979 Mauritanië te verslaan, maar uiteindelijk drong Marokko de Polisario terug tot slechts een klein gedeelte van het gebied, dat geen toegang had tot de kust of belangrijke grondstoffen. In 1991 sloten de VN een staakt-het-vuren, waarbij wederom werd toegezegd een referendum te organiseren over het lot van de Westelijke Sahara. Het moet vandaag de dag nog steeds gehouden worden en ondertussen maakt Marokko van de gelegenheid gebruik om steeds meer kolonisten over te brengen en een onomkeerbare aanwezigheid te creëeren. De Sahrawi wonen na 35 jaar nog steeds onder barre omstandigheden in vluchtelingenkampen of als tweederangsburgers in steden als Laayoune en Dakhla.
Veel kritiek op haar bezettingspolitiek hoeft Marokko niet te verwachten, aangezien het in de loop der jaren een goede bondgenoot is geworden van het Westen. Rabat doet mee in de ‘strijd tegen het terrorisme’ en verricht vele inspanningen om de illegale migratie uit de rest van Afrika in te dammen, waarbij het samenwerkt met de Europese grensbewaarders van Frontex. Ook op economisch vlak komt het Westen de bezetting van de Westelijke Sahara goed van pas. Met een gunstige overeenkomst heeft de EU de meeste visserijrechten van de kuststrook van de Westelijke Sahara verworven en het fosfaat uit het gebied wordt op grote schaal toegepast in de Europese bio-industrie.
In de afgelopen rondes van vredesbesprekingen heeft Marokko structureel geweigerd om mee te werken aan een referendum met de optie ‘onafhankelijkheid’, maar wel is inmiddels een vorm van autonomie binnen het koninkrijk aangeboden. Dit aanbod wordt doorgaans gezien als een lege huls om de annexatie internationaal legitimatie te verlenen. Een rechtvaardige oplossing zou dan ook niet hierop gebaseerd moeten zijn, maar op een reeks nog altijd geldige VN-resoluties én een uitspraak van het Internationaal Gerechtshof die stellen dat de Sahrawi het recht op zelfbeschikking hebben wat betreft de toekomst van hun land.
De internationale gemeenschap moet druk uitoefenen om het referendum te houden, en snel ook, want de bezetting van het gebied lijkt steeds geweldadiger te worden en de onvrede onder jongeren in het gebied groeit, die steeds minder zien in de diplomatieke lijn van de Polisario. Zolang echter de Verenigde Staten en Frankrijk de uitvoering van de resoluties in de VN veiligheidsraad blokkeren is de kans hierop klein.