De wereld om ons heen is zo slecht nog niet
• 20-11-2013
• leestijd 2 minuten
Van het boek 'De Grootsheid van het Al' over de wandeltocht van Raoul de Jong krijg ik spontaan zin om één met de natuur te worden... Zolang er maar wifi is
Raoul de Jong belde me iets meer dan een jaar geleden op met de mededeling dat hij van Rotterdam naar Marseille zou gaan lopen. Stiekem verklaarde ik hem voor gek. Ik had net mijn eerste Nacht van de Vluchteling erop zitten en die veertig kilometers waren me – op zijn zachtst gezegd – niet in de koude kleren gaan zitten. Hij was van plan om dat eens dunnetjes over te doen.
Al leek het idee van zo’n intensieve wandeltocht – let wel: ongetraind – me van de zotte, toch zei ik dat hij moest gaan. Stoppen kon immers altijd nog. Niet dat Raoul zich iets van mijn mening zou hebben aangetrokken als ik heel hard had geroepen dat hij toch vooral in het veilige Rotterdam zou moeten blijven. Wat ben ik blij dat hij is gegaan! Dat hij zichzelf heeft afgebeuld, heeft gelopen tot hij de bloedblaren niet meer voelde steken in zijn voeten, verdwaald is, natgeregend en uiteindelijk toch zijn weg heeft gevonden. Zonder die heftige tocht zou hij immers nooit het boek ‘De Grootsheid van het Al’ hebben geschreven. En zonder dat boek, zou ik niet geloven in het lot.
Nu moet ik eerlijk bekennen dat ik stiekem verliefd ben op Raoul de Jong. Op zijn helderblauwe ogen, maar nog meer op zijn persoonlijkheid. Hij is eerlijk, open en enthousiast, wat als gevolg heeft dat hem ongelooflijke dingen overkomen. Zaken die mij misschien ook overkomen, maar die ik vaak niet zie, doordat ik altijd in een boek, mijn telefoon of mijn hersenspinsels verzonken ben. Die drukte en zucht naar ‘groter, vlugger en sneller’ is exact waar Raoul van wilde ontkomen toen hij besloot op de bonnefooi naar Marseille te lopen.
In De Grootsheid van het Al omschrijft hij zijn wandeltocht naar zijn moeder. Wie met minimale voorzieningen zo’n wandeling maakt, moet al snel creatief worden, zou je denken. Maar wat blijkt: buiten de Randstad, buiten de betonnen gebouwen die wij zijn gaan zien als thuis, tussen de grote steden, op plekken waar Moeder Natuur haar best doet weerstand te bieden tegen de menselijke kracht, daar is ruimte voor vriendelijkheid. Men is vriendelijker, meer behulpzaam en geduldiger dan we in onze haast en drukte soms denken.
Wie een beetje moeite doet om niet alleen te kijken maar echt te zien, ziet dat de wereld om ons heen zo slecht nog niet is. De Grootsheid van het Al is een hedendaagse odyssee die je doet verlangen naar de natuur, naar het bourgondische Franse leven, naar dorpspleinen met volle terrassen, huisgemaakte jam, huilende wolven en klapperende vleermuisvleugels. Van De Grootsheid van het Al kreeg ik spontaan zin om een soortgelijke wandeltocht op te zetten. En ik denk zelfs dat ik het zou overleven. Zolang er maar wifi is.