De vertrouwenscrisis
• 13-12-2016
• leestijd 3 minuten
Terlouws verhaal sloeg aan bij mij, vooral door de emotie van bezorgdheid en betrokkenheid. Daar heb ik het volste vertrouwen in
Het stof is neergedwarreld rondom
Terlouws betoog bij De Wereld Draait Door over vertrouwen. Het is enthousiast omarmd, het touwtje uit de brievenbus is ook verguisd als overdreven romantisch, tevens als irrealistisch. Zijn bewering dat er een gebrek is aan vertrouwen wordt door wetenschappelijk onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau niet gestaafd.
Wat evengoed blijft staan, is dat zijn betoog massaal aansloeg: men heeft behoefte aan meer vertrouwen, dat geeft rust en ontspanning in een samenleving.
Vertrouwen heeft als basis dat je ervan uitgaat dat vrijwel iedereen gericht is op het goede, dat niemand een ander en de wereld schade wil berokkenen. Maar de mens is evengoed tot haat en kwaad in staat, tot uitbuiting en gerichtheid op eigenbelang. Dus hoe organiseer je vertrouwen, hoe zorg je dat men het goede wil doen? Waar Jan T. het over heeft is in essentie een crisis van de moraal.
Vertrouwen heeft dus impliciete afspraken nodig, waar we het over eens zijn, zoals dat je jezelf niet zal verrijken ten koste van anderen, of dat je elkaar helpt in tijden van nood. Vroeger was de christelijke moraal de basis; die morele bodem is echter weggevallen. Waarop baseren wij onze spelregels als het gaat om onze handel en wandel? Dat lijkt nog slechts een economische basis te hebben: ‘ieder voor zich’, ‘het recht van de sterkste’.
Onlangs was in het nieuws dat er veel onnodige verrichtingen door artsen worden verricht vanuit financiële motieven. Ik wil in een wereld leven, waarin ik de gezondheidszorg kan vertrouwen, zodat ik niet overbodig geopereerd wordt, omdat iemand zijn hypotheek moet betalen.
Onlangs zag ik Edith Schippers, Minister van Volksgezondheid, in een interview toegeven dat er te veel zout in voedsel zit, dat dit schadelijk is voor de gezondheid, maar ze kan daar niets aan doen, want dat zou de concurrentiepositie van Nederlandse producten op de Europese markt verzwakken. Ik wil in een wereld leven, waarin ik het voedsel kan vertrouwen; dat ik niet ongezonder wordt door te veel zout, suiker, of houdbaarheidsstofjes, omdat de concurrentiepositie van het product op de Europese markt boven onze gezondheid gaat.
Met regelmaat duikt in het nieuws weer een manager op die zichzelf verrijkt heeft. Ik wil in een wereld leven waarin ik mensen die belangrijke functies bekleden, zoals personen die een zorginstelling, een woningcorporatie of een scholengroep leiden, zichzelf niet verrijken over de ruggen van de doelgroep waarvoor ze op aarde zijn.
Geert Wilders heeft afgelopen vrijdag de rechterlijke macht geschoffeerd en in de Telegraaf had hij het over ‘schoon schip maken’, heel eng… Ik wil in een wereld leven waarin ik de mensen die onze wetten maken kan vertrouwen, dat ze er zijn voor iedereen, dat ze met wijsheid over hun persoonlijke grenzen en landsgrenzen kunnen kijken.
Ik wil in een wereld leven, waarin iedereen snapt dat veiligheid een basisbehoefte is van iedereen. Ik heb niet het gevoel dat ik zo’n wereld leef.
Terlouws betoog was vooral een oproep aan de politiek om het klimaatprobleem aan te pakken. Het gaat hem om de toekomst van de aarde voor onze kinderen. Mijn kinderen zijn net op kamers gegaan en ik heb ze allebei een opblaasbaar rubberbootje met peddels meegegeven.
Terlouws verhaal sloeg aan bij mij, vooral door de emotie van bezorgdheid en betrokkenheid. Daar heb ik het volste vertrouwen in: gevoel, empathie, omdat alles van waarde weerloos is. Sensitiviteit voor het kwetsbare kan ons gerichtheid geven op het doen van het goede.
Zal ik ook meegaan met de huidige trend en de zoveelste politieke partij oprichten? Dan stel ik voor de ‘Partij voor de Kinderen’ en dan meteen internationaal. Deze partij maakt bovendien alle andere partijen overbodig, dus dat schiet qua besluitvorming lekker op. Jan Terlouw wordt vast wel lijstduwer.