De strijd tegen hiv en aids is nog niet gestreden
• 30-11-2013
• leestijd 3 minuten
Een aidsvrije generatie is in zicht, maar als we nu vaart minderen dreigt de ziekte nieuw terrein te winnen, vooral onder kinderen
In Washington vindt komende week de replenishment sessie plaats van de Global Fund to fight Aids, malaria and Tuberculosis, die 15 miljard nodig heeft. We waren daarom met het Tuberculosefonds in de TK Den Haag voor de begroting Buitenlandse handel, omdat ook de kinderen met hiv een hogere bijdrage van Nederland nodig hebben. Van Dijk, Sjoerdsma en Voordewind van het MPI hebben zich heel hard gemaakt daarvoor en alle fracties steunen het (alleen de PVV was niet bij de petitie). Ze kregen daarvoor een kinderknuffel van Louise van Deth.
Aids lijkt te zijn opgelost. Helaas is dat nog steeds niet waar, maar als we nu doorgaan komt het einde van aids wel in zicht. We naderen een kantelpunt in de aidsbestrijding, niet in de laatste plaats dankzij de wereldwijde gezamenlijke inspanningen en het Global Fund to fight Aids, Tuberculosis and Malaria, dat zorgt voor meer behandelingen voor mensen met hiv. Een aidsvrije generatie is in zicht, maar als we nu vaart minderen dreigt de ziekte nieuw terrein te winnen, vooral onder kinderen.
Wat in een half mensenleven is bereikt maakt me ongelooflijk optimistisch voor de toekomst. Aidsbestrijding droeg ook bij aan betere gezondheidszorg in Afrikaanse landen, zodat veel meer ziekten kunnen worden aangepakt. We zijn zelfs bijna in staat om de ziekte aids uit te bannen. Met goede behandeling kunnen mensen met hiv een gezond en productief leven leiden. Een jaar hiv-remmers kostte ooit $10.000, nu $100. Je kunt zo uitrekenen hoeveel meer mensen je voor hetzelfde geld een levensreddende behandeling kunt bieden. Er hebben nog nooit zoveel mensen op behandeling gestaan: 9,7 miljoen.
210.000 baby’s Maar als je een kind met hiv bent in een Afrikaans land, ziet je toekomst er niet gunstig uit. De aidsbestrijding bij kinderen staat op achterstand. Zelfs met een optimistische blik, blijft de dekkingsgraad, het percentage kinderen met hiv dat een levensreddende behandeling ontvangt, significant achter bij volwassenen.
Het begint bij de zwangere moeder. Als een moeder hiv heeft en medicijnen slikt, wordt haar baby bijna zeker zonder hiv geboren. Helaas krijgt naar maar de helft van moeders met hiv behandeling. In 2012 kregen 210.000 baby’s in Afrika hiv. De helft van de kinderen met hiv had de infectie al bij de geboorte. Evenveel kinderen kwamen zonder hiv ter wereld, maar kregen het alsnog via borstvoeding.
Kleine kinderen met hiv ontwikkelen de ziekte aids veel sneller dan volwassenen: zo snel, dat de helft van alle peuters sterft, nog voordat de infectie ontdekt is, voor hun tweede verjaardag. Testen gebeurt nu nog maar bij een kwart van de Afrikaanse baby’s in de risicogroep en de helft van de testuitslagen komt nooit bij de moeders of verzorgers terecht. Geen wonder dat elk jaar 160.000 kinderen in Afrika sterven aan de gevolgen van aids.
Op dit moment krijgt nog maar een op de vijf kinderen met hiv een behandeling, volgens de nieuwste behandelrichtlijnen uit 2013 van de Wereld Gezondheidsorganisatie. Weinig kinderen krijgen een kans om gezond op te groeien. Maar zelfs het kind dat behandeling krijgt, redt het soms niet. Kinderen die er alleen voor staan kunnen de ingewikkelde instructies voor hiv-remmers soms niet goed opvolgen. Zonder goede begeleiding is het moeilijk om de levenslange behandeling vol te houden. Kinderen worden gepest met hun ziekte en raken steeds meer geïsoleerd door het stigma dat aan seropositieve mensen kleeft.
Elke dag sterven er zo wereldwijd 575 kinderen jonger dan vijftien jaar. Onnodig, want de medicijnen zijn er nu. Kinderen hebben vooral kennis en hulp nodig om op behandeling te komen maar ook om op behandeling te blijven.
Een nieuwe generatie zonder aids is mogelijk. Ik kijk uit naar het kantelpunt van aidsbestrijding, dat voor het eerst binnen ons bereik ligt. Daarom is het ook zo belangrijk dat Westerse landen op 3 december €11,3 miljard toezeggen aan het Global Fund voor de cruciale periode tot en met 2016. Op verzoek van de Tweede Kamer gaat Nederland de bijdrage aan het fonds voor 2014 misschien verhogen met €20 miljoen. Dat is hoopgevend in tijden van bezuinigingen. Ik hoop zelfs dat het de Nederlandse overheid lukt om tot een jaarlijkse bijdrage van €90 miljoen te komen.
Dat is wat Nederland kan doen, om het omslagpunt daadwerkelijk te bereiken.